Kerken van Cuvpers
in oude Ansichten
Amsterdam. De bedoeling van de Stedenat-
las-uitgaven is de ruimtelijke ontwikkeling
van een aantal steden van de vroegste tijden
tot en met het begin van de 19de eeuw te
schetsen aan de hand van een reeks kaarten
en een historische beschrijving. De tekst is
van M. M. Doornink-Hoogenraad, de kaar
ten van Th. Rothfusz. Deze mooi uitgevoer
de stedenatlas in afmeting van 40-30 cm is
voor leden van Heemschut krijgbaar a
18,50 (excl. porto); winkelprijs 24,75,
te bestellen bij de T.H. Afd. Bouwkunde
t.a.v. de Ir. J. G. Wegner, Postbus 5043,
2600 GA Delft.
STILSTAAN BIJ MONUMENTEN is de
wel zeer toepasselijke naam voor een bro
chure, samengesteld door de NCM (Nationa
le Contact Commissie Monumentenbescher
ming) en de A.N.W.B., die tot thema heeft
de parkeerhinder bij monumenten. Dit werd
enige maanden geleden uitgereikt tijdens een
studiemiddag waar gediscussieerd werd over
het gelijknamige onderwerp.
Door een gecombineerde werking van 'inge
past verkeer 'en parkeren' en 'verhoging van
de belevingswaarde' werd in de zeventiger
jaren inhoud en vorm aan de binnensteden
gegeven, waardoor deze na de grootscheepse
verkeersdoorbraken en parkeerterreinen in
de zestiger jaren weer een menselijke schaal
hebben gekregen. Een van de manieren
waarop dit gebeurde, was door restauratie
van historische panden en door aandacht
voor het stedelijk detail. In een aantal steden
heeft men zo doende interessante oplossin
gen gevonden voor het parkeren bij monu
menten en daardoor de parkeerhinder aan
zienlijk kunnen terugbrengen. Voor mensen
die de historisch stedelijke structuren een
warm hart toedragen, is het tijd dat ze gaan
beseffen wat de funeste gevolgen zullen zijn
van het beleid van een stedelijk management
dat zich aan het historisch waardevolle niets
of nauwelijks iets gelegen laat zijn. M.a.w.
er breken voor monumentenzorgers weer
drukke tijden aan.
Het boekje is verkrijgbaar voor ƒ5,- (incl.
porto) bij de Stichting NCM. St. Antonius-
breestraat 69, 1011 HB AMSTERDAM.
Afgebroken Amsterdam
104 verdwenen gebouwen en stadsgezichten
Dit boek laat een aantal opvallende gebou
wen zien, die door sloop of brand verdwenen
en daardoor het stadsbeeld van Amsterdam
op enkele plaatsen drastisch veranderden.
Onno Boers koos voor dit boek een willekeu
rig aantal objecten, gerangschikt als wande
lingen door Amsterdam en beschrijft ze,
voorzien van een begeleidende foto.
Er staan een aantal afbeeldingen in van voor
al 19de eeuwse gebouwen, die zijn ge
sloopt, zoals de prachtige St. Catharinakerk
aan het Singel, waar nu het lelijke gebouw
van de Universiteitsbibliotheek staat. Er zijn
ook een aantal recente sloopobjecten afge
beeld, zoals het Wyerspomplex.
17
DE VERVLAKKING VAN EEN POPULAIRE REEKS
De reeks plaatsen in Oude Ansichten van de Europese bibliotheek te Zaltbommel is bepaald
geen onbekende en zeker niet een van de minste in het scala aan populaire serie 's, waarmee
de gemiddelde Nederlander cultuurrijp gemaakt wordt. In eerste instantie zonder enige
andere pretentie dan een 'praatje bij een plaatje', groeide de serie vaak toch boven dat
niveau uit door de enthousiaste inbreng van de auteurs. Voor een deel werden deze gekozen
uit de locale historici bij uitstek, de gemeentearchivaris oj één van diens getrouwen. Daar
oude afbeeldingen een onmisbare bron zijn van gegevens over vaak verdwenen situaties ,oude
gebouwen etc., ontstond op deze wijze het bronnenboekje in zakformaat.
De nieuwste uitgave met haar allitererende
titel 'Kerken van Cuypers' sluit daar uiter
aard qua vormgeving wel bij aan. De au
teurs, Jan Jongepier en Andries Monna, zijn
er evenwel niet in geslaagd de valstrikken te
ontwijken, die de serie voor hen in petto had.
Zoals gezegd zijn de meeste deeltjes meer
dan aardig door de gedegen achtergrond van
de door en door met de streek vertrouwde
schrijver, die vaak dagelijks met zijn materi
aal, de bronnen en de afbeeldingen omgaat.
Met een onderwerp uit het werk van de 19de-
eeuwse bouwmeester en neo-goticus, Pierre
J. H. Cuypers (1827-1921) ligt dat natuurlijk
anders. Waar zo ontstellend veel over ie
mand geschreven is op basis van al teveel
legenden en een veel te gering onderzoek,
doet het gebrek aan een meer dan oppervlak
kige achtergrond zich des te sterker wreken.
De eigen bijdrage van de auteurs aan de
Cuypers-literatuur is bedroevend gering: zo
als de meeste hebben zij volstaan met het
reproduceren van gegevens uit gangbare na
slagwerken. Heel onaardig gesteld is het
boekje een uitermate vlakke weergave van
het werk van H. P. R. Rosenberg, De 19de-
eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland
(Den Haag) uit 1972. Hoewel dit laatste
werk op dat moment broodnodig was in het
kader van de herwaardering van de vorige-
eeuwse architectuur, zijn er tevens een aantal
oude en nieuwe misvattingen omtrent Cuy
pers mee verbreid. Klakkeloos zijn deze
door Jongepier en Monna overgenomen. In
dit geval kan gewezen worden op de vol
strekt clichématige en kunstmatige tweede
ling van Cuypers' leven en oeuvre met als
cesuur 1870. Sinds de geniecultus in de
kunsthistorische literatuur gretig aftrek
vond, en met name Rembrandt model stond
voor de tweeledige kunstenaar, schijnt de
'grote' of 'universele kunstenaar' - die Cuy
pers zonder meer was - daar niet aan te
kunnen ontkomen. Vertroebeld werkt het
zonder meer. Een andere misser van eigen
vinding betreft het weglaten van het jaartal
1853. Hoe afgezaagd en uitgekauwd ook,
het jaar van het herstel van de kerkelijke
hiërarchie in Nederland mag ook in een be
knopte inleiding over Cuypers zeker niet ont
breken. De gelijkstelling van de godsdien
sten in 1798 onder de Franse overheersing is
Sneek, Sint Martinus. Het plan voor deze kerk ontstond in 1869.
Van deze schepping van Cuypers is het schip onvoltooid gebleven.
ISBN 90-6012-621-1 Uitg: Van Gennep
Prijs: 28,50