Boeken
16
HAARLEMMERHOUT 400 JAAR
'mooier is de wereld nergens
Over de Haarlemmerhout werd in 1896 voor
het laatst geschreven door tuinarchitect A.
Springer, met de nadruk op de voortdurende
stijlveranderingen van dit stadsbos.
In het nu verschenen boek wordt getracht de
Hout vanuit verschillende disciplines te be
lichten. Aan de orde komen aanplant en on
derhoud, maar ook de kroegen en logemen
ten, villa's en buitenplaatsen.
In het hoofdstuk over de geschiedenis van
het wandelbos komen we te weten hoe de
Haarlemmerhout in de loop van de tijd ver
anderde van een werkelijk bos in een stads
park. Alle krachten, die hebben ingewerkt
op de gedaantewisseling komen aan de orde,
zowel die, welke zich afspeelden op ge
meentelijk niveau, als wel de persoonlijke in
menging, zoals de bouw van Paviljoen 'Wel
gelegen', in 1785 door bankier Hope en de
strijd tussen Zocher en Springer rond 1900,
toen laatstgenoemde een 'siertuin' wilde ma
ken ten koste van de door Zocher zo gewaar
deerde 'landschapsstijl'.
Door het gehele boek komen de vele aspec
ten aan de orde, die 'De Hout' tot een trek
pleister maakte voor de Haarlemmers zelf,
maar ook voor de 'vreemdelingen', waaron
der zich voornamelijk Amsterdammers be
vonden. In de 18de eeuw klaagden de bewo
ners van de Vegt over de teruglopende be
langstelling van de Amsterdammers voor
'hun' recreatiemogelijkheden: 'alles moet
thans naar Haarlem. De Haarlemmerhout is
nu het achtste wereldwonder', luidde de
klacht.
Hoe aantrekkelijk De Hout in deze periode
was wordt beschreven door Paul van den
Brink en J. H. Gabrandt-Pleging in het
hoofdstuk 'De herbergen van de Haarlem
merhout'. Aan het eind van de 18de eeuw
ontstonden er naast eenvoudige taveernes
ook luxueuzere gelegenheden. Van al deze
gelegenheden is door de auteurs een histo
risch overzicht gemaakt, waarin alle eigena
ren en aankoopprijzen (met data) worden
genoemd.
In het hoofdstuk 'gedonder in de glazen in de
17de en 18de eeuw' worden een aantal be
roemde dronkaards naar voren gehaald met
de daarbij horende anecdotes.
Bert Sligger behandelt de buitenplaatsen aan
het Zuider Buiten Spaarne. Deze plek oefen
de in de loop der eeuwen grote aantrekkings
kracht op de stedeling uit vanwege de combi
natie van bos en water. Halverwege de 18de
eeuw stond hier 'een aaneengesloten rij bui
tenverblijven, van koepels met schuitenhui
zen tot riante buitenplaatsen'.
In het tweede deel van het hoofdstuk worden
de 17 nog bestaande buitenplaatsen beschre
ven voorzien van vele mooie illustraties,
waaronder een paar prachtige 18de-eeuwse
ontwerptekeningen van tuinkoepels en
huizen.
Het boek wordt besloten met een hoofdstuk
over de omsingeling van de Hout door de
stad: zijn het in de 18de eeuw vooral de
buitenplaatsen die de Hout als bos- en na
tuurgebied 'aantasten', in de 19de eeuw zijn
het vooral de villaparken en na 1870 de
goedkopere woningen, die een plaats in de
Hout krijgen.
In 1927 wordt de Hout 'ingelijfd' bij Haar
lem en wordt het gebied door uitbreidingen
van de huizenbouw en het steeds toenemen
de verkeer in de loop van de 20ste eeuw
steeds meer ingesloten en doorsneden met
wegen. Bovenstaande is slechts een kleine
greep uit de boeiende informatie die in dit
zeer leesbare boek wordt gegeven.
Ook vanwege de vele foto's, ontwerpteke
ningen en plattegronden is het boek zeer de
moeite waard. Vooral het hoofdstuk over de
Haarlemmerhout en de literatuur moet men
niet overslaan.
Uitgeverij: Schuyt en Co C.V., Haarlem
1984 ISBN 90 6097 166 3
Prijs: 45,- J. K. A.
GIETIJZER IN NEDERLAND
het gebruik van gietijzer in de 19de eeuw
'Indien het paleis van Volksvlijt niet in
vlammen was opgegaan was ons land een
belangrijk monument van industrie en tech
niek rijker geweest. Desondanks is in ons
land nog veel van gietijzer te vinden. Mis
schien niet zo spectaculair als het Paleis van
Volksvlijt, maar zeker de moeite waard.'
Zo begint het boek over het gebruik van
gietijzer in de 19de eeuw van Meindert
Stokroos, dezelfde auteur die in 1983 een
boek schreef over het gebruik van zink in de
vorige eeuw (recensie in sept. nr. van Heem
schut, '83).
Uit het historisch overzicht blijkt dat pas in
de 17de eeuw de eerste ijzergieterijen in Ne
derland ontstonden. In de steden in het wes
ten van ons land werden de eerste gieterijen
gevestigd, vanwege de aanvoer van de
grondstoffen van overzee. In het oosten van
het land was er een eigen grondstoffenvoor-
ziening, het ijzererts uit de 'oerbanken' en
werden er vooral na 1750 veel gieterijen op
gericht.
In de loop van de tijd kwam er steeds meer
smeedijzer en staal in de plaats van gietijzer.
Na een aantal hoofdstukken over de techni
sche aspecten van de ijzerbereiding en een
hoofdstuk over het vakmanschap bespreekt
Stokroos chronologisch een aantal van de
bekendste ijzergieterijen in ons land.
Eén van de grootste gieterijen was die van
Nering Bögel te Deventer, gevestigd in
1749. In 1829 werd hier een stoommachine
geïnstalleerd en kwam er de eerste koepel
oven, wat een grote brandstofbesparing bete
kende. In 1834 bracht Johan Laurents Nering
Bögel de eerste catalogus uit: 'over het ge
bruik van gegoten ijzer'. Deze bevatte 91
afbeeldingen van leverbare produkten,
Deurpaneel Natura Artis Magistra aan de
Plantage Middenlaan te Amsterdam. Bouwjaar
1851. Panelen met decoratieve elementen worden
gekenmerkt door symmetrie en een uitbundige
vormentaal, (foto Meindert Stokroos).
meestal naar voorbeelden van Berlijnse gie
terijen.
In de volgende hoofdstukken worden bespro
ken de ijzergieterijen Wispelwey te Zwolle
uit 1851, die van Schreden te Leiden uit
1837, de 'Prins van Oranje' en de 'pletterij'
te Den Haag, voorheen Enthoven en Cie en
de fabriek van Becht en Deyserinck te Am
sterdam uit 1867.
Het boek wordt besloten met verschillende
mooie voorbeelden van toepassingen van
gietijzer in Nederland, zoals pompen, fontei
nen, beelden, muurankers, trappen, deurpa
nelen, hekken, grafmonumenten, tuinhui
zen. Ook beschrijft Stokroos de toepassingen
van gietijzer in gebouwen, zoals bij het afge
brande Paleis voor Volksvlijt en het (onlangs
gesloopte) St. Jacobsgesticht te Amsterdam.
Uitg: Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg
Amsterdam
Prijs: f 14,
Het boek wordt U toegezonden door overma
king van dit bedrag ten name van: Gemeen
telijk Bureau Monumentenzorg -publicaties,
Verenigde Spaarbank, Damrak 53, Amster
dam, nr 49.96.14.387 postgiro Bank: nr
15368 J.K.A.
HISTORISCHE STEDENATLAS VAN
NEDERLAND, Aflevering 3 Zutphen.
Reeds eerder werd het verschijnen aange
kondigd van de afleveringen 1 en 2 over
Haarlem en Amersfoort als speciale uitgaven
van de T.H. in Delft en de Universiteit van