Nieuws uïtde provincies 14 bewaakt zijn en de optelsom van basisbedrag zonder indexering, prijscompensatie en in richting vormen. Dit kan inderdaad zo zijn, maar het feit blijft, dat de centrale Rekenka mer het nodig achtte om te wijzen op de te hoge kosten en te manen tot matiging. Voorts waren het praktische overwegingen die ertoe leidden, dat de Rode Salon, die inpandig was geworden, lichtgroen van kleurstelling werd. De noodzaak om dan ook te kiezen voor symmetrie met de eveneens lichtgroene antichambre van het Bruine Kwartier en voor een Empire-inrichting blijft mij echter niet duidelijk. Tenslotte wees men mij op de slechte toe stand van interieurs en meubilair vóór de restauratie, zodat van beheer of behoud soms geen sprake meer kon zijn. De door mij geraadpleegde adviezen in het historisch on derzoek van het architectenbureau Kruger weerspiegelen echter de lang niet hopeloze mogelijkheden tot herstel die nog bestonden; nergens wordt in deze adviezen de situatie als onoverkomelijk geschetst. Misschien is de discussie over opvattingen van behoud en restauratie al een oude en voor sommigen een uiterst vermoeiende. Telkens blijkt echter weer dat die nog niet aan actualiteit heeft ingeboet. Voorlopig zet ik daarom mijn visie nog niet op stal. Stefan van Raay Naschrift redactie Hierboven geven Geurt Brinkgreve en Stefan van Raay hun visie weer ten aanzien van het restaureren. Helaas hebben op de artikelen over de res tauratie van Paleis Noordeinde geen betrok kenen en verantwoordelijken gereageerd, noch de leden van de begeleidingscommis sie, noch de leden van architektenbureau Kruger. Dit is des te jammer, omdat in de artikelen van Stefan van Raay zeer gedetail leerd wordt ingegaan op enkele onderdelen van de restauratie, die door hem als 'fanta sie' worden betiteld. Dit zijn juist de ingre pen, waartegen hij zich verzet. Hopelijk ko men er op deze kritische punten nog reacties. Excursie Dordrecht. Met het oog op de Heemschutexcursie naar het stadhuis te Dordrecht kondigt de redactie een artikel aan in een volgend nummer over historie en restauratie van het bouwwerk. Deelnemers aan de excursie zullen documen tatie ter plaatse ontvangen. Genemuiden: De piepe rookt weer van het stoomgemaal Mastenbroek! (zoals de dijk graaf van Ittersum het stelde) In 1983 (zie januarinummer blz. 13) meldden wij reeds dat met de restauratie van dit stoomgemaal een aanvang was gemaakt. Dit was vooral voor de oudere bewoners van de polder een bijzondere ervaring. Zij herin neren zich de benarde toestand van de laatste oorlogswinter, toen de polder blank was ge zet en zij op hun terpen de voedselvoorraden voor mens en vee zagen slinken. De dag na de bevrijding op 17 april 1945 werden de boeren opgeroepen om met de nog beschik bare wagens een schip met balen stroo in Genemuiden te lossen en deze naar het ge maal te brengen om daarmee - er was geen steenkool meer - het vuur te stoken. Acht grote balen per uur werden er verstookt en na enige dagen en nachten zwoegen viel de pol der weer droog. Dat op 19 april 1945 de schoorsteen - de piepe - weer rookte werd daarmee voor de boeren van Mastenbroek het symbool van de bevrijding. Het gebouw is thans geheel ge renoveerd en de oude stoommachine uit 1856 werd dankzij hulp van de N.V. IJssel- centrale die grote interesse heeft in het stoomwezen, weer bedrijfsklaar gemaakt. De zwarte rook die na bijna een kwart eeuw weer de pijp verliet trok velen naar de Kam perzeedijk. Hulde aan de Stichting Oude Stoomgemaal Mastenbroek die dit met acties, schenkingen en subsidies wist te bewerkstelligen. De grote kracht van het Stichtingsbestuur was, van het begin af aan, secretaris J. D. van der Heide. Wij ontlenen aan zijn artikel 'de regionale geschiedenis' het volgende: Behoud van dit stoomgemaal is daarom zo interessant omdat het een duidelijke stap ver tegenwoordigt in de ontwikkelingsgeschie denis .van de waterbeheersing in het lage deel van Nederland. Bedenkend dat een groot deel van dit land - wel ongeveer 1/3 van de lands-oppervlakte - beneden de zeespiegel ligt, is de wijze waarop men in de loop van de eeuwen getracht heeft dit land droog te houden, bewoonbaar en bruikbaar voor land en tuinbouw en veehouderij en allerlei ande re gebruiksdoeleinden, van groot belang. Had men aanvankelijk slechts de mogelijk heid om via duikers of kokers met afsluiters, die soms op eb en vloed konden werken, enige waterbeheersing te bewerkstelligen, met de erkenning van het begrip windenergie in de late Middeleeuwen begon de windbe- maling in de lage landen een belangrijke rol te spelen. In de 18e eeuw volgde daarna de ontdekking van stoom als energiebron door water te verhitten tot het gasvormig werd. De poldermolen werkte met schepraderen om het water uit te slaan of met een vijzel, die het water al draaiend opvoerde om het vervolgens aan het einde van de vijzel te laten weglopen op een hoger niveau. Het stoomgemaal aan de Kamperzeedijk van 1856 was toegerust met twee schoepen of schepraderen, die met elkaar verbonden kon den worden, dan wel los van elkaar konden worden geplaatst. Het nieuwe electrische ge maal, dat de taak van het stoomgemaal aan de Veneriete, vlak naast het oude werktuig, uiteraard in een nieuw gebouw, ging overne men is een vijzelgemaal in geheel moderne uitvoering. Dat is echter niet zo goed te zien omdat de vijzels zijn ingebouwd in een meta len huis. Sedert 1961 houden deze de Mas tenbroekpolder op peil. De machine door de Mij. De Atlas, te Amsterdam gebouwd voor het oude stoomgemaal in het eenvoudige wa terstaatsgebouw is uniek als machine omdat het een horizontale ééncilinder stoommachi ne met kleppen is. Deze vertegenwoordigt als zodanig juist een type dat tussen 1860 en 1890 tot ontwikkeling kwam. Er zijn van dit type overigens maar heel weinig exemplaren bewaard gebleven. Mastenbroek is het laatste exemplaar in deze uitvoering en dan nog wel van Nederlandse makelij. Enkele jaren geleden werd dit gemaal op de lijst voor beschermde Monumenten geplaats. Op deze lijst komen ook enkele andere be malingswerktuigen voor. Dit geldt de Cru- quius bij Heemstede, een van de gemalen die de Haarlemmermeer hebben drooggemalen, het grote gemaal 'In Wouda' bij Tacozijl, westelijk van Lemmer, het grootste stoom gemaal ter wereld kan men zeggen, het ge maal 'De Vier Noorderkoggen' bij Medem- blik, dat voorbestemd is als stoommachine museum, twee gemaaltjes bij Putten en Nij- kerk en het gemaal bij Appeltem. Het zijn interessante monumenten van de Nederland se waterstaatstechniek.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 18