1 II p| ■y pl m ISgal iSTlllll g bleek het een zeer interessante tentoonstel ling te zijn van stadsgezichten vanaf de 16de eeuw tot heden, voornamelijk uit het gebied dat vroeger Mecklenburg heette. De volgen de dag begaf 'themengruppe I' zich naar Wismar, een wat westelijker aan de Oostzee gelegen stadje, dat de Tweede Wereldoorlog beter overleefd heeft dan het wat treurig ogende Rostock, om na een uitvoerige stads wandeling de tanden te zetten in de behande ling van het congresthema 'Denkmale und Denkmalbereiche: Ihr. Beilrag zur Definiti- on der kulturellen Identitat'. Zes sprekers lazen daarover verhalen voor, die zich ook onder de congrespapieren bevonden, zodat niet iedereen erin slaagde de ogen open te houden. Een ontvangst van de Obenbürgemeister van Wismar in het na de oorlog, althans wat de fagade betreft, weer opgebouwde raadhuis mét koorzang en een toespraak over de vrede en de noodzaak de oorlogsdreiging uit het westen af te wenden, sloot deze dag af. Op maandag de 13de zette het congres zich per trein in beweging naar Dresden met een langdurige onderbreking in Potsdam om Fre- derik de Grote's schepping Sans Soucis - vooral beroemd om zijn tuinen - en het enor me Neues Palais te bewonderen. De drie 'themengruppen' gingen dinsdag weer op pad. Mijn 'gruppe' bezocht onder meer het aan de grens met Polen liggende Görlitz, een stil en zeer schilderachtig, alsook niet al te zeer verwoest stadje met bijzonder interes sante laat-Middeleeuwse huizen. De in de bus naast mij zittende Japanner vond het een 'ghost-town'. Eén van de huizen werd ons door de archi tecten als renovatieproject getoond, maar ook de in restauratie zijnde 13de-eeuwse Pe ter- en Paulskerk was zeer indrukwekkend en boeiend. Het vooruitzicht op een ongetwijfeld weer uitstekend diner in restaurant 'In Goldenen Baum', een ook in wezen Middeleeuws en knap gerestaureerd pand aan de Untermarkt, deed ons de tweede aan het congresthema gewijde sessie, thans met 11 sprekers, door staan. Het zal duidelijk zijn, dat in discussies naar aanleiding van het te berde gebrachte niet was voorzien, wat dan ook de vraag opriep wat de zin is van dit soort themabe sprekingen. De woensdag ging in hoofdzaak heen met het verkiezen van nieuwe ICOMOS-bestuur- deren. Over dit punt is natuurlijk het nodige te doen geweest. Er vonden allerlei lobby's plaats en Nederland hield de spanning erin door niet direct duidelijk aan te geven, of wij zouden stemmen voor de zittende Tunesi sche secretaris-generaal dan wel voor zijn Luxemburgse tegenkandidate, Blanche Wei- cherding. Na rijp beraad opteerde Nederland voor de Tunesiër. Tussentijds bestond gele genheid om het beroemde Zwingermuseum en de Gemalde Galerie Alte Meister (met o.a. 12 Rembrandts) te bezoeken. Op de 17de mei werd het congres afgesloten met de aanvaarding van de Declaratie van Rostock en Dresden (zie boven). Dat over de formulering van dit stuk, dat aanvankelijk in rrü Bil PU i] In sl lal 1RÉ ilfr Gevelwand van een plein in het stadje Rostock. Waar mogelijk worden dergelijke representatieve pleinen met hun huizen gereconstrueerd. Ook hier worstelt men met het probleem van nieuwe 'aangepaste' architectuur, getuige de grove poging daartoe (links op de foto). Foto's E. R. van Brederode zijn ondertoon erg anti-westers was, ook het nodige te doen is geweest, laat zich be grijpen. De slotontvangst op het rondom in het water gelegen door August de Sterke van Saksen en Polen zeer vergrote en verfraaide kasteel Moritzburg was onvergetelijk. Na het con gres maakten circa 150 congresdeelnemers een studytour mee, die langs zulke boeiende plaatsen als Erfurt, Weimar, Naumburg, Merseburg, Halle, Dessau (het Bauhaus) en Magdeburg voerde. INDRUKKEN De veelheid van het geziene en beleefde heeft verwarrende indrukken achtergelaten. De DDR - 35 jaar geleden tot stand gekomen - is een bezet land. De verwoestingen die in het land gedurende in hoofdzaak de laatste maanden van de oorlog werden aangericht, gaan het voorstellingsvermogen van ieder, die de oorlog niet van nabij heeft meege maakt, te boven. De praktisch totale vernie tiging van Dresden op 13 en 14 februari 1945 kostte aan meer dan 35.000 mensen het le ven, maar ook tal van andere steden - Ber lijn, Magdenburg, Halle, Dessau - lagen compleet in puin. Men dient de grootste be wondering te hebben voor hen, die zich voor de taak gesteld zagen onder zeer moeilijke omstandigheden het land weer op te bouwen en daarbij ook aandacht t'e geven aan het herstel, waar mogelijk, van het erfgoed, dat zeer rijk is geweest. Met grote liefde en zorg is getracht de vele in puin geschoten kathe dralen, kerken, paleizen, kastelen, en be langrijke stadshuizen weer op te bouwen om zo iets van de culturele identiteit van het land te laten voortleven. Een extra handicap daar bij moet het culturele en wetenschappelijke isolement zijn geweest, waarin de DDR is komen te verkeren. Van een normale uitwis seling van gegevens met andere, verwante cultuurgebieden in het westen is immers geen sprake. De monumenten- en restaura- tieproblematiek heeft dan ook een totaal an dere discussie dan bij ons, waar, in vergelij king met de toestand daar, de monumenten er in het algemeen keurig bij staan en er slechts wat commotie ontstaat als tot sloop van een of ander pand wordt overgegaan. De DDR-autoriteiten verklaarden om het hardst, dat men zich in de DDR bijzonder inspande om veel aan de monumentenzorg te doen, en al kan men zijn twijfels hebben over de grondslag van het beleid, je kon zonder meer vaststellen, dat in de loop van die 35 jaar enorme bedragen beschikbaar zijn gekomen voor het monumentenherstel. De prioriteit ligt daarbij om overigens begrijpe lijke redenen bij de 'klassieke' monumenten, die naar mijn indruk veelal teruggerestau- reerd werden tot de laat-gotische toestand. Latere barokke of 19de-eeuwse toevoegin gen en uitmonsteringen hebben, zo leek het me, niet zo de aandacht. Wellicht valt dat te verklaren uit het feit, dat men voor de perio den, die vooral gingen aan de Stichting van de DDR - het keizerrijk en de daarin gelegen koninkrijken (Saksen) en vorstendommen (Anhalt, Schwarzburg, Reuss), de Weimar- republiek en het Derde Rijk - geen aandacht heeft en die als het ware uit wil wissen. De culturele en maatschappelijke contekst, waarin de overigens zo gekoesterde monu menten zijn ontstaan, blijft totaal onbelicht: er is althans voor zover ik kon zien, geen informatie over voorhanden in de zeer schaarse boekhandels, waardoor het praten over culturele identiteit iets schimmigs, om niet te zeggen onwaarachtigs kreeg. Zoals al gezegd, de Oost-Duitsers hebben er alles aan gedaan om het ICOMOS-congres te laten slagen. In die opzet zijn zij volledig geslaagd en zonder voorbehoud hebben zij ons een bijzonder interessante blik in hun land gegund. Omgekeerd moet het congres voor de Oost-Duitse deskundigen, die zo af gesneden van de westerse wereld hun werk moeten doen, van grote betekenis zijn ge weest. Er werden vele contacten gelegd en er werd intensief informatie uitgewisseld. Wij mogen slechts hopen, dat vele Oost-Duitsers in de gelegenheid worden gesteld om over drie jaar de 8ste Algemene Vergadering van ICOMOS in Washington bij te wonen. En moge dan tevens het probleem van het effect van luchtverontreiniging op monu menten aan de orde komen. De Engelse vertaling van het Nederlandse rapport over dat onderwerp bereikte het congres helaas niet, hoewel het ruim van te voren was ver zonden. •SS gg Se |üg| r»rr VI i IjJ "li

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 9