decoreerd, heeft men hier zonder angst voor onze tijd de confrontatie aangedurfd. De audiëntievertrekken van de Koningin (afb. 2) werden in 1861 in neo-rococostijl ingericht. De grote antichambre werd afge broken voor de nieuwe bordestrap (zie hier na). De stucplafonds en de rijkgebeeldhouw- de schouwen zijn in de andere vertrekken bewaard gebleven en de zijden stof (lampas) met putti en dieren temidden van blad ranken, waarmee in 1861 de wanden waren bespannen, is weer teruggebracht. Zo zijn deze vertrekken weer ingericht volgens de vroegste toestand. Naar de hal toe zijn twee dubbele deuren ingebouwd hetgeen wel voort zal komen uit de plaats van de nieuwe trap. Over het behoud van de dagelijkse eetzaal, die onder Wilhelmina helemaal in Daniël Marotstijl werd ingericht en gedecoreerd (afb. 2 en 8) bestond geen twijfel. Het historisch onderzoek naar de inrichting werd jammer genoeg niet uitgebreid met de geschiedenis van de tuin vleugels. In de zuid vleugel zijn nu de kantoren van de hofhou ding ondergebracht. Die vleugel is belang rijk omdat daar de privé-appartementen van koningin Wilhelmina en prins Hendrik en later ook van prinses Juliana en prins Bern- hard, waren. Bij gebrek aan fotomateriaal en de onmogelijkheid om de huidige toestand aan de oude te toetsen blijft deze vleugel in dit kader buiten beschouwing. De oude hof- vleugel aan de andere kant van het achter plein wordt nu nog verbouwd en ingericht als onderdak voor officiële gasten. VESTIBULES SAMENGETROKKEN Op de begane grond liggen achter elkaar drie vestibules (afb. 1). De eerste vestibule geeft links toegang naar de Koningstrap (afb. 9). De wanden, kolommen en half zuilen waren daar in contrast wit, rood en okerkleurig ge marmerd, waarbij gebruik was gemaakt van stucco lustro dat de suggestie van echt mar mer opriep. De vloer was belegd met wit en rood marmer. De tweede vestibule was een voudiger met zijn witmarmeren vloer, en gladde wanden (op vier halfzuilen uit de tijd van Pieter Post bij de toegangen naar de eerste en de derde vestibule na). De derde (achter)vestibule had slechts de breedte van één deur van de middenrisaliet van de achtergevel. (Afb. 1 en 10). De wit marmeren vloer was verdeeld in velden door zwartmarmeren banden, die van de zuilen naast de trap naar de pilasters in de tegeno vergelegen wand liepen. Achter de zuilen liep de smalle trap naar boven. De wanden waren in witte stucco lustro uitgevoerd en het stucplafond bestond uit cassettes met ro- setten. De deuren in alle vestibules waren groenkleurig gebronsd met verguld orna ment; ofschoon daardoor een poging was ondernomen om een zekere eenheid te scheppen waren voor- midden- en achterves tibule afzonderlijke ruimten met eigen kleur stellingen. De huidige restauratie heeft weinig respect 203 Afb. 9 De eerste vestibule met doorgang naar de koningstrap was in veelkleuring- stucco lustro dat de suggestie van marmer opriep, gedecoreerd. In de plaats kwam witte schildering met een lichtgrijze marmering. (Verz. Gem. Archief 's-Gravenhage) Afb, 10 De oude achtervestibule gezien naar het Noordeinde met rechts achter de zuilen de lange smalle trap. (Verz. Gem. Archief 's-Gravenhage) Afb.11 Voor de nieuwe vestibule werden drie vertrekken weggebroken. Een functionele eis werd vertaald in een pseudo-historische bordestrap. (foto A.N.E.F.O.)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 13