201
DE STAATSIEVERTREKKEN
Via de Koningstrap komt men in het Groot
Appartement. Deze reeks vertrekken bestaat
uit de Balkonzaal, de Grote Balzaal met de
beide salons aan weerszijden, de Rode Sa
lon, de Kleine Balzaal en de Galerijzaal (afb.
2). De koningstrap en het portaal op de eer
ste verdieping waren, net als bijvoorbeeld de
eerste vestibule beneden gedecoreerd met
stucco lustro - dat de suggestie van echt
marmer opriep. Nu zijn de wanden, pilasters
en zuilen witgeschilderd met een grijze mar
mering.
In 1941 was de Balkonzaal (afb. 2 en 3) de
optelsom van resten van de Empire-inrich-
ting (plafond en armstoelen), van Willem III
(schoorsteen, smyrnatapijten en verlichting)
en van Wilhelmina (stoffering). Het in 1948
door brand deels verwoeste plafond werd
onlangs gerestaureerd. Het is kenmerkend
voor het ontbreken van een consequente vi
sie op het behoud van en de zorg voor de
interieurs, dat de zaal weer met een laagje
'Empire' is overgoten - door de grijsblauwe
wandbespanningen afgezet met een band van
goudgele ranken - en van alle latere periodes
is gezuiverd.
De Grote Balzaal en de twee salons aan
weerszijden van die zaal zijn zeer zorgvuldig
gerestaureerd (afb. 2, 4 en 5). Het korfboog-
vormig plafond is op basis van foto's met
groot vakmanschap teruggebracht nadat het
door de brand van 1948 bijna volledig was
verwoest. Vanuit het uitgangspunt dat be
houd van de geschiedenis gecombineerd kan
worden met het invoegen van architectuur en
vormgeving van onze tijd, zou een uiterst
gevolg kunnen zijn dat niet het cassettepla
fond was teruggebracht, maar een nieuwe
overspanning van de balzaal zou zijn ont
worpen. Hoewel die uitdaging tot spectacu
laire resultaten had kunnen leiden, is de zaal
nu zeker weer zorgvuldig in oude samenhang
gebracht.
De in Nederland aanwezige kennis van de
stucco lustro en scagliolatechnieken was niet
toereikend voor de noodzakelijke restaura
ties. Gelukkig konden de grote scagliolavel-
den in de balzaal door een Duitse stucadoor
worden hersteld, waardoor de gladde, spie
gelende suggestie van okerkleurig marmer
kon worden behouden. Ook de verlichting en
de tabouretten komen weer op hun plaats.
Hetzelfde geldt voor de zijsalons die met de
Balzaal door de Greef en Ziezenis als een
heid zijn ontworpen.
Uit de aanpak van de Grote Balzaal blijkt
duidelijk dat de vroegste periode de grootste
waardering ondervindt. Aan een dergelijke
subjectieve waardering ontkwamen niet de
Rode Salon, de Kleine Balzaal en de Galerij
zaal, die in belangrijke mate de sporen van
Willem III en Wilhelmina droegen.
Het interieur van de Rode Salon of Beelden
zaal (afb. 2) die al vanaf het begin van de
vorige eeuw vanwege de rode wandbespan
ning die naam droeg was een vermenging
van Empire, Willem III en Wilhelmina.
De huidige, lichtgroene wandbespanning
met Empire motief onderstreept de hang naar
de nu bedachte, vroegste periode.
'JC-
iJ I
Afb. 3
De balkonzaal in oude toestand. Een goed voorbeeld van het historisch gegroeide interieur van het paleis
Noordeinde. Plafond en stoelen van De Greef, betimmering, schouw met spiegel, divan, verlichting en
smyrnatapijt uit de tijd van Willem III, wand bespanning, stoelbekleding uit de tijd van Wilhelmina. De
kamer is nu gezuiverd van de gemengde stijlen en overgoten met een zwak Empirelaagje.
(Verz. Gem. Archief 's-Gravenhage)
Afb. 4
Het korf boogvormig plafond van de grote Balzaal is gerestaureerd en de scagliolavelden in de wanden
zijn weer hersteld.
Verlichting en tabouretten komen weer terug.
(Rijksvoorlichtingsdienst)
Afb. 5
De Tweede Salon, door De Greef in samenhang met de Grote Balzaal ontworpen, in de oude toestand. De
tapijten zijn vervangen door een Empire-fantasie; de draperieën en de smyrnatapijten komen niet terug.
(Verz. Gem. Archief 's-Gravenhage)