i
139
prijs voor de adspiranthuurder aantrekkelijk
is, hangt begrijpelijkerwijs van een aantal
omstandigheden af. Wat heeft de huurder er
voor over, welke andere, concurrerende,
mogelijkheden zijn er, enz. Duidelijkheid
heeft ook het voordeel dat eventueel een vas
tere relatie kan worden gelegd als de huurder
veelvuldiger van deze mogelijkheid gebruik
wil maken.
WELK GEBRUIK PASSEND?
Het voorafgaande heeft alleen betrekking op
de financiële kant van het verhuren. Maar er
zijn ook andere aspecten die in beschouwing
moeten worden genomen. De opvattingen
over wat in een kerkgebouw aanvaard kan
worden als een acceptabel gebruik kunnen
uiteenlopen. Met muziekuitvoeringen zal
men in het algemeen niet veel moeite heb
ben. Maar geldt dit ook voor elk toneelstuk
of andere dramatische produktie? Vaak is
een tentoonstelling een gebruiksmogelijk
heid, ook hier kan de vraag zijn: 'Is alles
welkom?'. En als één en ander een verkoop
functie heeft? Wil de gemeente de kerkruim
te ook verhuren aan andere al dan niet reli-
De Dom van Utrecht met zijn rijke gotische
detaillering. De restauratie zal in 1986 zijn
voltooid. (Fotodienst Gemeente Utrecht)
gieuze genootschappen? Stelt zij dan gren
zen aan de inhoud van de boodschap die in
haar kerkgebouw wordt verkondigd?
Wanneer het verhuren van het kerkgebouw
inderdaad wordt overwogen, is het gewenst
tijdig een oordeel te vormen over het type
vragen als hiervoor werd aangegeven. Na
tuurlijk zullen die in een aantal gevallen
makkelijk te beantwoorden zijn. Verrassin
gen zijn echter niet uitgesloten en het is beter
die te onderkennen, dan er onverwachts mee
geconfronteerd te worden. In elk geval is het
raadzaam één of meer personen aan te wijzen
die op dit punt beslissingen kunnen nemen.
Enige slagvaardigheid is bij zakelijke trans
acties als verhuren nu eenmaal onontbeer
lijk.
Twee aspecten dienen in dit verband nog
genoemd te worden. In de eerste plaats, dat
het beschikbaar stellen van het kerkgebouw,
eventueel door verhuren, een functie heeft
naar de maatschappij, die niet onbelangrijk
is. In vele gevallen betreft het een monument
dat met belangrijke bijdragen uit de collec
tieve middelen is gerestaureerd. Het is dan
zinvol als het gerestaureerde object niet al
leen ter beschikking staat van de, soms klei
ne groep, kerkgangers.
Bovendien kan door een 'multi-functioneel'
gebruik de belangstelling van de burgerij
worden gewekt voor de instandhouding van
het monument. Dit kan bij eventuele finan
ciële acties voor dit instandhouden van pas
komen.
In de tweede plaats dient men zich als een
verhuurbeleid wordt ontwikkeld, rekenschap
te geven van de plaatselijke omstandighe
den. Zijn er meer accommodaties die voor
het zelfde doel geschikt zijn? Kan er tot een
overlegvorm met andere verhuurders worden
gekomen? Wil men een afwachtend beleid
voeren of een acquisitie plegen? Als dit laat
ste bevestigend wordt beantwoord, wie
wordt daar dan mee belast?
BEHEERSSTRUCTUUR
Via onderhoudsplanning, kostenbewustheid
bij verhuur en elementen van een mogelijk
verhuurbeleid zijn we geleidelijk tot een punt
gekomen waar de vraag rijst wat de meest
geschikte structuur is voor het beheer van
een monumentaal kerkgebouw. Het rapport
Verburg-Ferwerda heeft hiervoor interessant
materiaal aangedragen. De simpelste vorm is
die waarbij het kerkbestuur of de kerkeraad
ook de beheersfunctie uitoefent. Gaat men
over tot een afzonderlijke administratie van
de met het beheer samenhangende kosten,
dan kan het aanbeveling verdienen dat be
heer op te dragen aan een commissie die
rechtstreeks verantwoording aflegt aan de
jaarvergadering.
Is men toe aan de volgende stap, namelijk
een actief verhuurbeleid, dan kan het wense
lijk zijn het beheer op te dragen aan een
orgaan waar ook anderen dan leden van de
kerkelijke gemeente zitting in kunnen heb
ben. De meest vergaande vorm is uiteraard
het kerkgebouw in een afzonderlijke stich
ting onder te brengen, waarvan de kerkelijke
gemeente het gebouw huurt voor de ere
dienst en soortgelijke activiteiten.
Het behoeft nauwelijks betoog, dat de te
kiezen vorm zorgvuldig dient te worden
overwogen. Al eerder werd er in dit artikel
op gewezen dat ook gevoelswaarden een rol
kunnen spelen. Het trouwe gemeentelid is op
een bepaalde wijze met het kerkgebouw ver
bonden. Wat in dit gebouw plaatsvindt laat
hem niet onberoerd. Het eventueel 'uit han
den geven' van dit gebouw aan een buiten de
kerk staande stichting kan een moeilijk te
verteren zaak zijn.
Nut en offer dienen hier een serieuze afwe
ging te krijgen.
Bij deze ontwikkelingen kan de Vereniging
van Beheerders een belangrijke rol spelen.
Inmiddels heeft de Vereniging het ontwerp
van een uniform rekenschema t.b.v. de ad
ministratie van monumentale kerken ter hand
genomen. Daardoor zullen beheerders beter
in staat zijn goed gefundeerde financiële in
formaties te verstrekken aan alle belangheb
benden. Algemene toepassing kan t.z.t. lei
den tot het produceren van onderling verge
lijkbare cijfers en tot het opbouwen van be
trouwbare statistieken. Dit kan ook de over
heid het nodige inzicht verschaffen over de
randvoorwaarden voor een eventuele subsi
die in de exploitatie van monumentale kerk
gebouwen.
Ook op andere punten heeft de Vereniging
initiatieven genomen. Zo stelt zij zich ten
doel, in samenwerking met de Stichting De
Nieuwe Kerk te Amsterdam (één van haar
leden) het laten circuleren van tentoonstellin
gen, die zich daartoe lenen, in dé komende
tijd te realiseren.
Intussen is, wederom met een subsidie van
het Ministerie van WVC, de voorbereiding
voor een tweede onderzoek ver gevorderd.
Doelstelling van dit onderzoek is het meer in
concreto uitwerken van de in het rapport
'Gebruik en beheer van Monumentale Kerk
gebouwen' ontwikkelde gedachten omtrent
beheer, multi-functioneel gebruik en onder
houd.
De beheerders van monumentale kerkgebou
wen behoeven niet op het tweede rapport te
wachten, zij kunnen nu al een aantal stappen
zetten om zich op hun 'rentmeesterschap' te
bezinnen. Te denken valt aan:
- analyse van de met het beheer samenhan
gende lasten en baten,
- opstellen van een onderhoudsplanning
over middellange termijn,
- beraad met de gemeente over welk multi
functioneel gebruik aanvaardbaar is,
- studie van het rapport Verburg-Ferwerda
m.b.t. de eigen situatie,
- overwegen van verschillende beheersvor
men, passende bij het te voeren beleid.
Tenslotte zij er op gewezen, dat het om meer
redenen aanbeveling verdient contact te on
derhouden met het Gemeentebestuur. Ook
als men geen beroep op financiële medewer
king van de Gemeente wil doen, is het ge
wenst dat er contact is over het culturele
beleid, accommodatiebeleid en eventuele
stadsvernieuwingsplannen. De relatie tussen
kerk en maatschappij kan ook hier gestalte
krijgen.