taureerde Munsterkerk uit zijn geboorte plaats Roermond, in eigentijdse vormen werd vertaald. De trieste geschiedenis van deze kerk kunnen we sinds kort, jammerlijk genoeg, completeren met de vermelding dat nu toch de gemeente Amsterdam een sloop vergunning aan de eigenaar, de RK City- kerk, afgegeven heeft. Het derde KB betreft de Kleine Eusebiuskerk van H. J. van den Brink te Arnhem; een produkt in stuka- doorsgotiek met gepleisterde ('schijn')ge- welven en stijlcitaten ontleend aan de Neder- rijnse gotiek. Het oeuvre van deze architect werd onlangs opnieuw uitgedund door af braak van het nog in 'Craandijk'* vereeu wigde, onbeschermde seminarie Rijsenburg te Driebergen. Voor deze bakermat van de katholieke emancipatie, waar alleen het ge denkteken van H. J. A. M. Schaepman nog aan herinnert, heeft Heemschut-lid Egbert Hoogenberk (PC Gelderland) tevergeefs ge probeerd een herbestemming voor woning bouw door te voeren. Het smalle pad der sloop dat uit een analyse van de KB-en naar voren komt, doorloopt in hoofdlijnen de volgende fasen: de ellende begint wanneer de kerk gesloten wordt voor de godsdienstoefening, haar eigenlijke be stemming. De noodzaak van deze handeling wordt veelal met argumenten onderbouwd, die vrijwel allemaal gebaseerd zijn op het uitputtende cliché van het pastoraal-liturgi- sche belang. Bij RK kerken heet het, dat ze niet aangepast zijn aan de eigentijdse liturgie die na Vaticanum II (1963) om versobering vraagt. Het is de taak van de kerken om zich bezig te houden met het voorzien in een pastoraal-functionerende ruimte. Het in standhouden van 'onroerend goed' (sic!) daarentegen is een oneigenlijk doel. Temeer daar de kerk uit 'levende stenen' bestaat (pa rochianen) en niet uit dode, materiële steen. En met een variant op wat eertijds tot grote verontwaardiging van De Stuers Thorbecke zei: 'Monumentenzorg is géén taak van de kerk'. Van protestantse zijde zijn de argu menten al niet veel anders. Is de sluiting eenmaal voltrokken, ondanks de als obligaat afgedane protesten van gelo vigen en buurtbewoners, dan treedt de vol gende fase van de ondergang in. Het verval neemt hand over hand toe, zonder dat dit door een gebruiker geconstateerd kan wor den. De affiniteit van de beheerders met het monument wordt zo mogelijk nog minder. Daarmee gaat gepaard een afnemende be reidwilligheid om geld in het gebouw te ste ken. Tegen de tijd dat een gemeentelijke aanschrijving binnenkomt voor het treffen van veiligheidsmaatregelen wegens bouw valligheid, is het monument rijp voor de aan vraag van een sloopvergunning. Dit proces lijkt zich in de verte aan te kondigen bij de eveneens door Cuypers ontworpen St.-Vitus- kerk van Bussum. Hoewel dankzij de inzet van 'oud-parochianen' en leden van de plaat selijke historische vereniging de kerk on- I) J. Craandijk en P. Schipperus: Wandelingen door Nederland, 7 dln. Haarlem, 1874-1883. 155 langs een luisterrijk eeuwfeest vierde, is én blijft zij,gesloten voor de eredienst. Onder tussen is het dak dringend aan een opknap beurt toe! Nu zijn niet alleen de kerkelijke organisaties schuldig aan deze ontwikkeling, waarbij in zake parochiële of gemeentelijke herindeling nooit het 19de-eeuwse monument als nieuw centrum voor de godsdienstoefening uitver koren wordt; ook de stedelijke overheid treft blaam. Vaak heeft zij de voorwaarden voor sloop reeds gecreëerd met haar stedebouw kundig beleid van de jaren '60. Nieuwe mo derne zakelijke kantoor- en winkelbouw sloeg de klok en over een intieme herkenbare en leefbare binnenstad dacht niemand na. In het kader van de toen bedachte planologische futurismen - men denke aan een stad als Tilburg of, iets minder erg, Roermond - werd de bestaande 19de-eeuwse architectuur als een monstruositeit, een sta-in-de-weg be schouwd. In Alkmaar wist men zelfs recen telijk op de plaats waar het komende half jaar nog de St.-Dominicuskerk van Cuypers staat, in het bestemmingsplan winkelbouw te projecteren. Op het desastreuse effect daar van komen we nog terug. Niet zomaar is de grootste vijand van het 19de-eeuwse kerke lijke monument de projectontwikkelaar. Met het bestemmingsplan in zijn voordeel weet deze op de kostelijke binnenstadsgrond de meest fantasieloze architectuurbergen op te werpen. De saaie glas-in-beton-bouw haalt het niet bij de gesloopte kerk die veelal geva rieerd, rijk versierd en vertrouwd herkenbaar was. Maar het betaalt wel goed! Het interieur van de St.-Dominicuskerk te Alkmaar in betere tijden. Deze nu zwaar uitgeleefde kerk, eveneens van P. J. H. Cuypers, zal vermoedelijk in het najaar gesloopt worden. Er bestond een interessant plan om er een winkelpassage van te maken. Foto: Rijkdienst Monumentenzorg. Dat brengt ons bij het meest zwaarwegende argument dat uit de geraadpleegde jurispru dentie van de Raad van State naar voren komt: het financiële belang van de eigenaar. De gouden bergen die de projectontwikke laar beloofde heeft menige schaal ten nadele van het monument doen doorslaan. Maar dat is niet alles. Zodra er geklaagd wordt over de 'onderhoudslasten' en de 'exploitatietekor ten' - liefst voorzien van een accountants verklaring - dan is het pleit al snel beslist. Merkwaardig genoeg wordt nergens in de KB-en een vergelijking getrokken met wat een kerk in deze tijd mag kosten. Dit is belangrijk omdat kerkbesturen en -voogdijen er vanuit gaan in de toekomst een moderne re) kerk te beheren. Ook deze kost geld in onderhoud en exploitatie en heeft na onge veer een halve eeuw behoefte aan een gron dige renovatie. Wanneer zoiets niet in het beleid wordt opgenomen creëert men voor een modern gebouw in de toekomst net zo goed een wanhoopssituatie, als waarin nu de 19de-eeuwse kerken verkeren. Men kan niet anders stellen dan dat de financiële moment opname, die de Raad van State wordt voor gelegd, vaak een zeer incompleet beeld geeft. Bij dit alles wreekt zich de omstandigheid dat noch de bisschoppelijke bouwbureau's, noch de protestantse organisaties een inte graal plan ontwikkelen voor hun monumen tale kerken van na 1800. En zij zijn als kerkelijke overheid niet alleen moreel maar ook in juridische zin mede verantwoordelijk voor de 'vervreemding' of 'aantasting' van kerkelijk bezit. Hoewel plaatsing van dit erf goed op de lijst in overleg met hen geschied de, heeft men hier kennelijk geen reden in gezien om het 'slopende' ad-hoc-beleid te wijzigen. De onverschillig aandoende en af- *rvW\

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 23