Amsterdam, de gemeente aan net woord Heemschut Jaargang 61, no. 3/4 - april 1984 Heemschut verschijnt 9x per jaar Tijdschrift van de Bond Heemschut opgericht in 1911 Beschermvrouwe: H.M. Koningin Beatrix Uit de inhoud: De Gemeente aan het woord. Geschiedenis van de monumentenzorg. Geïllustreerde beschrijving van Amsterdamse monumenten. Verval van Vondelkerk en Posthoornkerk. Aandacht voor verwaarloosde monumenten. Restaurerende instellingen. Stadsvernieuwing en monumentenzorg. N.B. de Index over 1983 wördt in het meinummer toegevoegd. Foto omslag: Keizersgracht 123, het 'Huis met de Hoofden', Romeinse koppen van Apollo (laurierkrans), Ceres (rijpe korenaren), Mars (helm), Pallas Athene, Bacchus (druiventrossen) en Diana (halfmaantje in haartooi, gebouwd naar ontwerp van Hendrick de Keyser. Een van de bekendste vroeg 17de-eeuwse huizen, waarin eind vorig jaar het Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg werd ondergebracht. Alle foto's in dit nummer voor zover niet anders vermeld, zijn van het Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg. Redactie: Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph J. Roelfs Sr. Redactiesecretaris Mevr. P. A. Hengeveld-Brand Medewerkenden: J. Th. Balk, Amsterdam Drs. P. Karstkarel, Leeuwarden D. van der Meulen, Assen R. Lureman, Doetinchem Drs. W. J. Pantus, Nijmegen J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage Correspondentie voor de redactie aan: Secretariaat Bond Heemschut, Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam tel.020-22 52 92 öf 020 - 23 09 94 (ledenadministratie) postgiro 124326 Lidmaatschap 45,- per jaar Reductie voor 65 en 3CT Correspondentie voor advertenties: Bosch Keuning nv Postbus 13740 AA Baarn tel. 02154- 1 82 41 gironummer 4988 Vormgeving Druk Bosch Keuning nv, Baarn In de serie artikelen die de Bond Heemschut wijdt aan de monumentenzorg in een aantal gemeenten met een groot aantal monumen ten, wordt thans het zoeklicht gericht op Amsterdam. Met dit initiatief wordt de be langrijke rol nog eens benadrukt van de Bond Heemschut als hoedster van ons bouw kundig erfgoed. Niet alleen het individuele monument staat bij Heemschut in de belang stelling, maar ook de stedebouwkundige ont wikkelingen worden kritisch gevolgd. Het zal mij als wethouder voor de Monu mentenzorg van Amsterdam niet euvel wor den geduid als ik opmerk, dat Amsterdam niet alleen landelijk, maar ook internationaal een bijzondere plaats inneemt. Dit blijkt vooral uit het grote aantal bezoe kers dat Amsterdam jaarlijks aandoet. Uit recent onderzoek is nog eens gebleken dat de belangstelling voor monumenten in brede la gen van de bevolking groter is dan wel eens wordt aangenomen. De aanwezigheid van een goed geoutilleerd Bureau voor de Monumentenzorg is, naast financiële medewerking van rijkswege, voor de instandhouding van de monumenten on ontbeerlijk. De inzet en deskundigheid van de medewerkers van het Bureau Monumen tenzorg, dat inmiddels al weer 30 jaar be staat, hebben er in belangrijke mate toe bij gedragen dat in genoemde periode ruim 4000 monumenten konden worden hersteld. Ik wil in dit verband graag de naam noemen van Henk Zantkuijl, die voor de monumenten zorg in Amsterdam van zeer grote betekenis is geweest. Het verheugt mij in het bijzonder dat het Bureau Monumentenzorg eind 1983 de be schikking heeft gekregen over het Huis met de Hoofden aan de Keizersgracht 123, waar door aan een jarenlang bestaand ruimtege brek een eind is gekomen. Helaas moet worden vastgesteld, dat de acti viteiten gedurende de laatste jaren slechts in beperkte mate hebben bijgedragen aan het bereikte resultaat. Dat is het gevolg geweest van een structurele vermindering van rijks middelen; een situatie, die zich in verband met de economische problemen in ons land, ook in de komende jaren zal voordoen. Dat heeft ertoe geleid dat het aantal bedreigde monumenten steeds groter is geworden. Hierin kan niet worden berust. Mede in het kader van het plan van aanpak voor het cen trum van Amsterdam wordt door het Bureau Monumentenzorg in samenwerking met het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht een plan uitgewerkt, dat moet leiden tot het her stel, c.q. de vervanging van deze slechte panden. De teruggang in de restauratieactiviteiten heeft zich ook voorgedaan bij de grote objec ten, in het bijzonder bij de kerkgebouwen. De in 1980 door de Gemeenteraad aanvaarde nota's Kerkgebouwenbeleid en een eerste uitwerking daarvan, in welke laatste nota de prioriteitsstelling in overleg met de Rijks dienst voor de Monumentenzorg werd opge steld, hebben slechts in zeer beperkte mate tot concrete resultaten geleid. Als gevolg van een subsidiestop tot 1989 en een 'magere' onderhoudsregeling verkeren diverse kerken in slechte staat. Een probleem, dat zich daar bij voordoet, is het wegvallen van de be stemming in een aantal gevallen. In het ka der van de beschikbaarstelling van werkgele genheidsgelden door de rijksoverheid kan gelukkig op korte termijn een begin worden gemaakt met de aanpak van de Oude Luther se kerk en de Westerkerk. Met de aanvaarding van het rapport inzake het experiment woningwetmonumenten door de Raad in september 1982 heeft het herstel van monumenten in de Jordaan en Nieuw- marktbuurt weer een impuls gekregen. Met medewerking van de ministeries van Volks huisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mi lieubeheer èn Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur alsmede de provincie Noord-Hol- land zijn en worden circa 50 monumenten, iri eigendom van de gemeente, gerestaureerd. De woningen in die panden krijgen een huur niveau, dat gelijk is aan dat van nieuw ge bouwde woningwetwoningen. Voorts is in die gebieden gelukkig weer een toeneming van particuliere activiteiten te bespeuren. Deze opleving zal alleen kunnen worden ge continueerd, indien door de rijksoverheid voldoende middelen in het stadsvernieu wingsfonds worden gestort. Ten slotte spreek ik de wens uit, dat de artikelenreeks ertoe mag bijdragen om zich met enthousiasme te blijven inzetten voor het behoud en herstel van onze prachtige stad. Deze artikelen geven mijns inziens een voortreffelijk beeld van hetgeen in Amster dam gaande is. drs. E. Heerma Wethouder voor de Monumentenzorg

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 7