Boeken 76 Het Trippenhuis te Amsterdam, De Koninklijke Academie van Wetenschap pen heeft ter gelegenheid van haar 175-jarig jubileum een omvangrijk boek over haar 'ei gen' huis, het unieke dubbele koopmans huis, het 'Trippenhuis' van Louys en Hen- drick Trip, doen verschijnen. Onder redactie van R. Meischke en H. E. Reeser werd het boek samengesteld uit bij dragen van 8 auteurs: Dr. I. H. van Eeghen, Drs. R.E.O. Ekkart, Prof. P. W. Klein, Mr. G. E. Langemeyer, Dr. Ir. R. Meischke, Prof. Ir. J. J. Terwen, Dr. D. P. Snoep en Dr. P. J. J. van Thiel. Prof. Mr. A. M. Donner schreef een woord vooraf. In het eerste hoofdstuk van Klein worden de economische ontwikkelingen in Amsterdam in de 17de eeuw beschreven, waaruit naar voren komt welke belangrijke rol de stad speelde in de wapenhandel in deze periode, voor de meeste Europese landen een eeuw vol oorlog. De positie, die de van oorsprong Dordtse familie Trip in deze Amsterdamse wapen handel wist te verwerven, wordt door Klein in verband gebracht met de noodzaak om dit naar buiten toe te manifesteren in een indruk wekkend huis, het Trippenhuis. In het volgende hoofdstuk doet Dr. Isa Van Eeghen verslag van de familie- en vrienden relaties van de Trippen en geeft daarmee een goed beeld van het sociale leven in de hogere handelskringen in Amsterdam. Meischke en Terwen maken in hun hoofd stuk over de architectuur van het in 1662 gebouwde Trippenhuis op heldere wijze dui delijk hoe belangrijk de relatie tussen inte rieur en exterieur bij dit huis is geweest. Hierbij wordt gebruik gemaakt van foto's van de verschillende bouwlagen, waaruit het oorspronkelijke bouwmodel bestaat; hier door krijgt de lezer de mogelijkheid om zich tijdens het lezen van de interieurbeschrijvin gen als het ware in het gebouw te verplaat sen. Ook de hierbij vervaardigde duidelijke reconstructietekeningen van de Heer Jahee dienen vermeld te worden. Voor het eerst komen we meer te weten over de architect, Justus Vingboons, zijn relatie tot zijn broers en de eventuele invloed van het Riddarhuset, (Justus's enige andere be kende schepping) op het Trippenhuis. In het laatste deel van dit hoofdstuk geven de au teurs een analyse van het mathematisch sys teem van de gevel, waardoor over de eigen schappen van de klassicistische architectuur zinvoller informatie wordt verkregen dan in dien er alleen stilistische vergelijkingen wor den gemaakt. Uit deze analyse blijkt hoe kundig Justus Vingboons een oplossing vond voor de vastgestelde breedte, waarbinnen hij het huis moest ontwerpen. In het hoofdstuk 'Het Trippenhuis, zijn de coraties en inrichting' toont Snoep aan dat zowel de decoraties van de buiten- alswel de binnenkant van het huis de 'opvattingen en bezigheden van de bewoners vertolken'. Vrijwel alle decoraties zijn gebaseerd op het thema 'ex bello pax', vertaald voor het Trip penhuis: 'door oorlogsvoering wordt vrijheid verkregen, vrijheid wordt vrede, vrede brengt welvaart'. Waar mogelijk citeert Snoep de treffende gedichten van Jan Vos. Van Thiel beschrijft in het volgende hoofd stuk hoe het Trippenhuis lange tijd diende als Rijksmuseum van schilderijen en als Ko ninklijk Instituut van Wetenschappen, de voorloper van de huidige Academie. Langemeyer toont vervolgens aan dat er tus sen Trippenhuis en de huidige Academie nooit een nauwe band ontstond en Hekkarts bijdrage handelt over de bibliotheek en ver zameling geleerdenportretten van het Insti tuut. In het laatste hoofdstuk tenslotte geeft Meischke een biografie van het Trippenhuis. Het boek wordt besloten met een inventaris van het huis van Louys Trip, opgemaakt in 1684, een zeer nuttige bijlage voor diegenen, Het Trippenhuis van Justus Vingboons en Keizersgracht 674-672 (het rechtse thans museum van Loon) van Adriaan Dortsman. Twee voorbeelden van contemporain ontstane dubbele herenhuizen: uiterlijk respectievelijk het eind en het begin van een architectonische ontwikkeling. Uit de zojuist verschenen monografieën blijkt dat ook de interieurs zeer verschillend zijn, niet alleen door verschil in gebruik, maar ook door de invloed van de monumentale architectuur op Dortman's schepping. (Gemeente Archief Amsterdam) die een studie maken van de inrichting en bewoning \an I7de-eeuwse herenhuizen. B.V. Noord-Hollandsche Uitgevers Mij. 85,- ISBN 0.4448.5588.2 Jet Korthals Altes Het huis met de paarse ruiten, en de fami lie van Loon in Amsterdam, Dit boek verscheen naar aanleiding van het feit, dat de familie van Loon het huis Kei zersgracht 627 een eeuw in bezit heeft. In zijn voorwoord geeft Ir. R. Meischke, aan welke plaats het huis in architectonisch op zicht inneemt in de tweede helft van de 17de eeuw. In kort bestek wordt hier weergegeven wat een kundig architect Adriaan Dortsman is geweest, niet alleen wat betreft de gevel, maar ook de overzichtelijke 'moderne' inde ling van het huis, overgenomen van de mo numentale architectuur. Tevens geeft Meischke aan hoe zeldzaam een dergelijk zorgvuldig beheerd huis is, niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland. De drie hierop volgende hoofdstukken van de auteurs M. N. van Loon en I. H. van Eegen zijn alle chronologisch en naar onder werp ingedeeld met een begeleidende foto pagina. In het eerste hoofdstuk 'Keizersgracht 672' geeft Dr. Isa van Eeghen aan welke huizen aan de familie van Loon hebben toebehoord. Hierna volgt de bouwgeschiedenis van het 'huis met de paarse ruiten', het van oor sprong dubbele woonhuis Keizersgracht 497-499. Ook behandelt zij de verbouwing van het interieur in 1752. Het tweede hoofdstuk 'de familie van Loon' geeft de familiegeschiedenis aan de hand van penningen en portretten. In het laatste hoofdstuk vertelt van Loon bij foto's van in- en exterieur en bij enkele por tretten over de bewoning van het grachten huis door zijn grootouders van 1884 tot 1945. Het onderhoudende, van zeer veel afbeeldin gen van prenten, plattegronden en portretten voorziene boek, geeft een goed beeld van een 17de-eeuws herenhuis en het leven van zijn bewoners. Verkrijgbaar bij het museum Van Loon en de Gemeentelijke Archief dienst a 10,- Jet Korthals Altes

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 34