Restauratiea Uilenburg elier rëstauru 64 HANS 't MANNETJE BLIJFT WELGEMOED! De zorgwekkende economie van onze tijd is er voor een deel oorzaak van dat de daad werkelijke belangstelling voor de betekenis van de bouwkundige handvaardigheid is ver minderd. De Amsterdamse beeldhouwer restaurateur, Hans 't Mannetje (39), een praktische idealist, zegt er dit van: 'Financieel is de rol van het erudiete am bacht in de restauratie een marginale, zelden meer dan één procent van de restauratiekos ten van een monument. Voordat echter dat ene procent wordt besteed, is daaraan in de meeste gevallen de opstelling van een alge heel restauratieplan van honderd procent voorafgegaan. Om - bij voorbeeld - tien mille aanbesteed te krijgen, moet er dus in principe eerst één miljoen beschikbaar zijn. In een periode van recessie, van bezuinigin- Het hakken van de reconstructie van een 18de- eeuwse houten attiek voor een tuinhuis in Vreeland. gen, slaagt men er nog maar zelden in de financiering geheel rond te krijgen en dan vervalt de opdracht voor de besteding van dat ene procent! Immers, de geneigdheid is groot, ook dat ene procent te schrappen en het plan uitsluitend te Ontwikkelen in het teken van behoefte aan onderdak. Voorts moet worden vastgesteld dat de restauratie praktijk in het algemeen nauwelijks is inge steld op het onderkennen en aanbesteden van werkzaamheden, die kennis en toepassing van de historische bouwkunst vergen.' INSPIRERENDE OMGEVING Hans 't Mannetje doet deze uitspraken in een omgeving, die een inspirerend beeld op roept. De omvangrijke werkplaats van het Restauratie-atelier Uilenburg, waar twee jaar geleden nog zeventien ervaren beeldhou wers-ambachtslieden werkzaam waren... Een werkterrein in het teken van de histori- BRJnKGREVE-HUIS r CURT Op 1 oktober jl. werd bij het gereedkomen van de restauratie van het pand Oudezijds Achterburgwal 69/hoek Bloedstraat, de gevelsteen RESTAURO onthuld. De steen werd ontworpen, gehakt en gepolychromeerd door Hans 't Mannetje. Het was een geschenk van een vriendengroep rondom Geurt Brinkgreve bij zijn 65e verjaardag. sche bouwkunst en gevestigd in een monu ment. Verleden herstellen en terugroepen in een voormalige Ned. Israëlitische synagoge, daterend uit 1766. Het complex met voor hof, gelegen aan de Nieuwe Uilenburger straat, is in de jaren vijftig uitwendig geres taureerd; het was sinds de jaren dertig bezit van de gemeente Amsterdam. In de grote benedenvloers gelegen werkkamer, eens on derdeel van de kippenslachterij, waar zich onder meer nog steeds de antieke gebedsrol- lenkast bevindt, afkomstig uit een Amster damse huissynagoge, is Hans aan het woord. Hij vertelt over de jaren zestig, toen het complex een functie kreeg als atelier. Met een groei en bloei, die verrassend was en veel publiciteit kreeg. 'We hopen dit weer te worden, een werkcen trum voor kennis en handvaardigheid van weleer. Een uniek oord in Amsterdam, ei genlijk in de wereld', aldus deze pionier, die er met houtsnijders, stucadoors, kopersla gers en beeldhouwers aan de slag was. TRIEST VERVOLG 'We kwamen begin 1980 in de problemen, die uitmondden in mijn faillissement, waar door de medewerkers een W.W.-uitkering moesten aanvragen. De restauratiewerk- plaats, die nimmer een cent subsidie heeft ontvangen, maar zich wel mocht verheugen in velerlei morele steun, sloot in mei 1982 haar deuren. In de herfst van datzelfde jaar leidde de steun van een vriendengroep tot hernieuwde activiteit. Dit gebeurde onder aanvoering van de heer C. E. Boelhouwer, directeur van de hoofdstedelijke aanne mingsmaatschappij Hillen Roosen.' Deze vriendengroep zorgt thans voor bege leiding en vecht met Hans mee voor de in standhouding van het culturele goed. Beelhouwer-restaurateur 't Mannetje wijst erop, dat de toenmalige staatssecretaris, Wallis de Vries, dit cultuurgoed bestempelde als 'het gouden dak op het monument'. Deze vroeg zich toen af of de gemeenschap daar voor moet opdraaien. Hans 't Mannetje merkt dan dit op: 'Herstel van bouwkundige structuren, en daarmee de proporties, wordt eerder als een onbegrepen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 22