Restaurerende Instellingen Stadsherstel instrument gebruiken om onze monumenten op die wijze hersteld te krijgen, dan is sprake van détournement de pouvoir, machtsmis bruik dus, dat zonder meer van de hand moet worden gewezen. De enige juridische mogelijkheid om eigena ren te verplichten iets aan verwaarloosde, bouwvallige monumenten te doen, biedt de gemeentelijke bouwverordening. Indien een gebouw door bouwvalligheid gevaar ople vert voor de veiligheid van de omgeving, dan kan de eigenaar op grond van de bouw verordening tot het treffen van veiligheids maatregelen worden aangeschreven. Op grond van de bouwverordening worden nog al eens wat monumenteneigenaren tot herstel gebracht, met name als de gevel is verzwakt, onvoldoende is verankerd of losse delen be vat, die naar beneden kunnen vallen. In zul ke situaties worden de overbekende stutten onder puien of tegen gevels geplaatst, of worden de overal in de stad zichtbare verti cale balken, de zogenaamde 'op en neren' aan de gevel bevestigd, teneinde het 'uitbui- ken' van de gevel te voorkomen. Dergelijke noodvoorzieningen kunnen lang het stads beeld beheersen. Ook stutten moeten af en toe worden vernieuwd. Er zijn zelfs 'derde generatie' stutten bekend. Met het treffen van veiligheidsmaatregelen, is echter de toe komst van onze bouwwerken nog niet veilig gesteld. Het verval gaat in hollende vaart door, tot zich uiteindelijk nog slechts restan ten op de bouwplek bevinden. NAAR EEN SUBSIDIE- EN RESTAURA- TIEBELEID De bedreigde huizen moeten worden geres taureerd. Daarvoor zijn in de eerste plaats restauratiesubsidies nodig. Te denken valt om de bedreigde panden die op de te publice ren lijst voorkomen prioriteit toe te kennen in de subsidiëring. Zekerheid over een bijdrage van de overheid in de herstelkosten is een eerste vereiste. Voorts is het denkbaar om een verhoudings gewijs hogere bijdrage te verlenen dan voor gebruikelijk monumentenherstel. Deze stimulerende maatregelen zullen wel licht slechts ten dele uitkomst kunnen bie den. Het is nodig tot een actief aankoopbe leid over te gaan. De Amsterdamse Maatschappij tot Stadsher stel kan eveneens een belangrijke rol spelen. Deze maatschappij toont keer op keer niet terug te schrikken voor omvangrijke en in grijpende restauraties van 'hopeloze' ge vallen. Het lijkt misschien een moeilijke klus, maar de Gemeente, Stadsherstel en wellicht ook één of meerdere woningbouwverenigingen moeten in staat zijn in een periode van 10 jaar de toekomst van deze bedreigde monu menten zeker te stellen. Voorwaarde is echter: een duidelijk plan van overheidswege, een meerjarenplan, met ze kerheid over financiële medewerking van de overheid. Het is een huzarenstuk, zeker, maar het is de moeite waard. 61 DOOR JAAP VAN DER VEEN*) Dat er in een stad als Amsterdam, met zo'n 7000 monumenten, verschillende restaure rende instellingen zijn, zal niemand verba zen. Naast de activiteiten van de Gemeente Amsterdam en talloze particulieren, zijn er in het verleden een viertal instellingen opge richt, met als eerste doel het behoud van de monumentale binnenstad. En dat is dan ook precies alles wat er gemeenschappelijk van gezegd kan worden. Door verschillende ach tergrond of doelstelling is er van enige con currentie nooit sprake geweest, integendeel, verschillende keren zijn panden van instel ling verwisseld als dat de realisatie van een restauratie ten goede kwam. VERENIGING HENDRICK DE KEYSER De oudste van deze instellingen is de Vereni ging Hendrick de Keyser, opgericht in 1918. Hoewel de directe aanleiding tot de oprich ting de afbraak van panden aan de Keizers gracht en het Rokin in Amsterdam betrof, is vanaf het eerste moment gekozen voor een landelijke opzet. Bij de aankoop van huizen wordt gelet op de kunsthistorische waarde van zowel het inte rieur als het exterieur; het gebouw dient een representant te zijn van een bepaalde bouw periode en hoewel het zwaar verminkt mag zijn, moet het als zodanig herkenbaar zijn. Van de 236 panden die de vereniging bezit staan er echter 72 in Amsterdam, maar liefst 30%. Van deze 72 zijn in de loop van de jaren de meeste gerestaureerd. Als we de bezittingen van deze vereniging in Amsterdam globaal vergelijken met die van de overige instellingen, dan kan worden ge concludeerd dat kunsthistorisch gezien Hen drick de Keyser de krenten wel allemaal in zijn pap heeft. Diverse panden, zoals Huize van Brienen (waar het secretariaat van de vereniging is gevestigd), het Aalsmeerder Veerhuis en Zeedijk 1, genieten meer dan plaatselijke bekendheid vanwege hun 'bouw kunstige waarde'. Opvallend is dat 2/3 van de panden van Hen drick de Keyser, die aan de vier hoofdgrach ten van Amsterdam staan, aan de Heren gracht zijn gesitueerd. Stadsherstel daarente gen heeft van de 50 panden aan de hoofd grachten er slechts vier aan de Herengracht. Of dit komt doordat er ieder jaar vóór in het jaarverslag met nadruk op de mogelijkheid van schenking wordt gewezen, is niet be kend. Wel is het een feit dat 33% van de Amsterdamse eigendommen uit legaten zijn verkregen. Stadsherstel daarentegen heeft J. van der Veen is restauratiedeskundige en als bouwkundige werkzaam bij Stadsherstel. van zijn 280 eigendommen er 278 zelf moe ten kopen. DE AMSTERDAMSE MAATSCHAPPIJ TOT STADSHERSTEL N.V. Deze maatschappij is in 1956 opgericht door een aantal verontruste Amsterdammers. Hun doel was een maatschappij die uitsluitend werkzaam zou zijn in het belang van de volkshuisvesting. Daarbij werd in eerste in stantie gedacht aan de monumentale binnen- Zeedijk 1, eigendom van Hendrick de Keyser. Samen met het zgn. 'houten huis' op het Begijnhof één van de oudste voorbeelden van houten gevels in Amsterdam. (Foto Maarten Brinkgreve)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 19