57 -ONHANDIGHEID Wanneer we de lotgevallen van de twee Cuy- perskerken als case-studies zouden beschou wen, blijkt een grote onhandigheid bij de overheid om dit soort zaken aan te pakken. De ervaring leert ook in Amsterdam dat de kerken, die wèl in overheidshanden zijn overgegaan, uiterst moeizaam een nieuwe functie krijgen. Bij de kerkgebouwen die in handen zijn van particuliere stichtingen zoals de Oude en de Nieuwe Kerk, krijgt men wel de indruk van een redelijk gebruik en beheer. De enige hoop is thans, dat alsnog particulie re inspanningen zullen leiden tot behoud en herstel van de Vondelkerk en de Posthoorn. De vraag is echter of men op deze manier op de goede weg is, immers, het valt niet te verwachten dat meer kerkgebouwen door particuliere stichtingen onderhouden zullen kunnen worden. Onlangs is al het voornemen aangekondigd tot sluiting voor de eredienst van de 17de- eeuwse Noorderkerk en de uit de zelfde tijd stammende houten Amstelkerk op het Am- stelveld. Indien de kerkelijke gemeente het gebouw verlaten heeft, verdwijnt het toe zicht, de zorg, waardoor er een keten van vervalverschijnselen zal optreden. MAATREGELEN NODIG Aankloppen bij de overheid zal ook tot niets leiden, wanneer er geen concrete initiatieven worden ontplooid, waar een wethouder op kan ingaan. Vooral zal er een helder onder scheid gemaakt moeten worden tussen de noodzaak van onderhoud en restauratie, en beheer en exploitatie. Vooral wanneer het om de minder belang rijke gebouwen gaat en zeker wanneer het gaat om gebouwen uit de 19de en de 20ste eeuw, zal men allereerst de noodzaak tot behoud helder moeten formuleren, want hoe wel de tijd achter ons ligt dat beschermde monumenten alleen uit de 17de en de 18de eeuw dateren, heersen er nog veel misver standen op dit gebied. Daarnaast zal men een overzicht moeten ma ken van probleemkerken met alle gegevens, zoals de staat van onderhoud, architecto nisch belang, overzicht van de gebruiksmo gelijkheden, alsmede de te maken kosten voor onderhoud, aanpassing en exploitatie. Daarnaast zal er ook een vast punt gecreëerd moeten worden, bijvoorbeeld in de vorm van een stichting, die ook als (.werkgever zou kunnen optreden ten behoeve van exploitatie en tijdelijke verhuur. Inmiddels zijn deze gedachten ook landelijk geventileerd door de Vereniging van beheer ders van monumentale kerkgebouwen. In Amsterdam zijn deze gedachten zeker niet onbekend en wordt de noodzaak om na te denken over gebruik en exploitatie welzeker onderkend. Hoewel, incidenteel, gezocht wordt naar nieuwe bestemmingen (Oosterkerk - buurt centrum; het synagogencomplex. - J.D. Meierplein - Joods Historisch Museum) is er na de publicatie van de kerkennota-1980 geen concreet actieplan gevolgd. Het is te hopen dat Amsterdam de ernst van de situatie zal inzien en de totaliteit van het kerkenbezit inzet zal maken van onderhande lingen met het Rijk, teneinde te komen tot een meerjarenraming van restauraties en een onderhoudsfonds. Een dergelijke aanpak heeft alleen kans van slagen als een op te richten Amsterdams Kerkenfonds de realise ring van de gedachten omtrent het kerkenbe- heer en de problematiek daarvan onder de aandacht van het grote publiek en de politiek kan brengen en zodoende de nodige contac- Opname uit 1976 van de Vondelkerk aan de Vondelstraat, vaak beschouwd als Cuypers' meesterwerk, die thans zwaar in verval is. De ligging van het gebouw midden in de Vondelstraat maakt het tot een uniek stedebouwkundig monument. Het interieur verdient, ofschoon uitgeplunderd, herstel. (Foto Gem. Bureau Monumentenzorg). ten zal kunnen leggen en bijvoorbeeld publi caties kan verzorgen. Het gaat tenslotte om gebouwen van groot cultureel belang die voor de stad als geheel en de buurten afzonderlijk vaak grote beteke nis hebben. De ervaringen met de Posthoornkerk hebben in ieder geval aangetoond dat het mogelijk is om een kerkgebouw een nuttige functie te geven, dat beheer ordelijk dient te geschie den, maar dat men weinig kans van slagen heeft bij een weifelend gemeentelijk beleid, dat bovendien afhankelijk is van schaarse financiële middelen. Na een 'deltaplan' voor de stad is er nu een 'deltaplan' voor de monumentale ker ken nodig.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 15