54
Na de geleidelijke restauratie van de Zandhoek is
het 'wonen' op de Westelijke eilanden sterk op
gang gekomen.
De eerste (Nr. 2) restauratie vond in 1953 plaats
door een particulier, de laatste (Nr. 14) enige
jaren geleden door Stadsherstel.
Nieuwmarktbuurt. De sloop van het De Pin-
tohuis stond voor de deur, nog steeds als
gevolg van het wederopbouwplan van 1953.
Begin van de strijd om het De Pintohuis. De
achtergrond van deze strijd was niet alleen
het pand zelf, maar ook het aanhouden van
de oude rooilijnen, in tegenstelling tot de
grote doorbraak van het 'wederopbouw
plan'. In 1969 gaat het gemeentebestuur ac-
coord om door drie architecten een tegenplan
te laten maken voor de Nieuwmarktbuurt,
terwijl in 1971 de Stichting De Pinto wordt
opgericht.
BEHOUD STRUCTUUR
In de 60er jaren blijft de Dienst Stadsontwik
keling doorstuderen op de Jordaan. Er is een
bevriezingsverordening van kracht wat een
ramp is voor de zelfregeneratie van een
buurt. Stedebouwers dachten nog steeds een
bestaande stedelijke structuur te kunnen en te
moeten wijzigen. Dit falen kwam het best tot
uiting in de folder die in 1969-70 aan de
bewoners van de Jordaan werd uitgereikt. Er
kwam alleen maar weerstand tegen dit schet-
splan.
De Amsterdamse Raad voor de Stedebouw
zei er dit van: 'Tientallen jaren zijn er studies
en rapporten gemaakt, waarin getracht werd
de wijk zaken op te leggen die qua karakter
en stedebouwkundige uitleg niet passen. Het
schetsplan is een uiting van onvermogen met
het omgaan met een oude structuur.Het jaar
daarop werd het ontwerp-bestemmingsplan
Jordaan gepresenteerd, dat uitging van de
bestaande structuur. Dit ontwerp-bestem
mingsplan gold als basis voor het voorlopig
beschermd stadsgezicht Jordaan ex. art. 20
van de Monumentenwet dat in 1971 van
kracht werd.
In heel Amsterdam was de toestand wel
zorgwekkend. Het aantal krotten, zeer slech
te niet te verbeteren woningen, werd geschat
op 46.000, 26.000 panden waren dringend
aan herstel toe.
De reacties op dit schetsplan waren de oor
zaak van een definitieve ommekeer in het
denken over de bestaande stedelijke struc
tuur.
Het aantal inwoners van Amsterdam liep ge
staag terug. Van 1967 met 866.421 was dit
teruggelopen in 1971 tot 820.388.
AANDACHT VOOR DE JONGERE
ARCHITECTUUR
In het jaar 1972 komt eindelijk een omme
keer in de monumentenzorg en wel ten aan
zien van de waardering ten aanzien van de
jongere architectuur. Hoewel dit reeds lang
leefde, kwam er weliswaar schoorvoetend
een aanvullende monumentenlijst voor de
jongere architectuur. Deze lijst bevatte 81
panden of groepen van huizen. Op advies
van de Commissie-Dooijes werden er door
de Gemeente nog 90 objecten aan toege
voegd, waarop de Minister helaas geen uit
sluitsel gaf.
STADSVERNIEUWING
In 1972 werd voor de stadsvernieuwingsge
bieden de z.g. kerstboomregeling van
kracht, waarbij zowel de Ministeries van
CRM als van VRO subsidies in het vooruit
zicht stelden voor monumenten en beeldbe
palende panden.
In de Jordaan werd begonnen met een bloks-
gewijze aanpak, die niet goed bleek te wer
ken, omdat deze niet reageerde op de zelfre
generatie van de gehele buurt. Later zal deze
aanpak losgelaten worden en zal gekozen
worden voor een gespreide aanpak.
Nadat een conserverend bestemmingsplan
voor de Jordaan in 1972 is vastgesteld neemt
het aantal restauraties toe.
Het vertrouwen is hersteld. Was in 1972 het
aantal gereedgekomen restauraties in de Jor
daan 18 (op 113 totaal) in 1973 neemt dit
aantal toe tot 39 en in 1974 zelfs tot 49.
Om hierop in te spelen komt van het Bureau
Monumentenzorg het voorstel om 5% extra
te geven aan de niet zelfregenerende stadsde
len. (Weteringbuurt, Nieuwmarkt, Bickers-
eiland, Bethaniënbuurt, Kerkstraat en Jor
daan). Tegelijk met deze nota werd gewezen
op het steeds meer teruglopen van de pak
huisfunctie, waardoor zeer vele pakhuizen
die toch zo karakteristiek zijn voor grote
delen van de stad, gevaar liepen. Ook voor
pakhuizen wordt besloten 5% subsidie extra
te verteren. Dit was het begin van de grote
stroom-restauraties, waarbij pakhuizen om
gebouwd werden tot karakteristieke wonin
gen. Op het scheiden van 1974, en wel op 23
december, kwam er een brief van de Minis
ter, waarin deze een nieuwe subsidieregeling
aankondigde voor rehabilitatiegebieden, die
tevens beschermd stadsgezicht zijn.
De Minister was bereid deze regeling ook toe
te passen voor de Jordaan, hoewel deze nog
geen definitief beschermd stadsgezicht was.
Het beginresultaat stemde niet tot optimis
me. In 1975 kwamen slechts 13 restauraties
gereed in de Jordaan en nog wel als nasleep
van de vorige jaren. De procedures zijn bijna
niet meer te volgen en wijzigen geregeld. De
macht, vaak ook de onmacht van het ambte
lijk apparaat verstikt de zelfregeneratie.
MONUMENTENNOTA
In 1974 werd een monumentennota van
kracht voor de komende jaren. Hierin werd
uiteengezet hoe de restauraties tot nu toe tot
stand zijn gekomen en dat om de 25 en 50
jaar kleine en partiële restauraties noodzake
lijk zijn. Indien ieder jaar 250 restauraties,
waaronder kleine, partiële en totale restaura
ties worden uitgevoerd, kan het beschermde
monumentenbezit van de oude stad in stand
gehouden worden.
Om de huurprijzen na de restauratie niet te
veel te doen oplopen, werd op 13 augustus
1974 het z.g. 'stekkiespotje' ingesteld, n.1.
200.000,- uit het Fonds woningonttrek
king. Hieruit werden éénmalige uitkeringen
gedaan om de huren zo laag mogelijk te
houden. Dit gold alleen voor buurtbewoners.
In het jaar 1975 was het Monumentenjaar
met als hoogtepunt het Monumentencongres
in Amsterdam. Een heuglijk feit was ook het
gereedkomen van de restauratie van het Bur-