V
27
Ontsiering van het landschap (gebouwd in strijd
met welstandsadvies
de eeuw bekende bepalingen (formulering
Bond Heemschut).
Uit het voorafgaande mag worden afgeleid,
dat bij verschillende personen en in verschil
lende perioden, met betrekking tot de nood
zaak aan het uiterlijk van bouwwerken eisen
te stellen, consequent en nagenoeg steeds
gelijk werd gedacht.
Er is duidelijk sprake geweest van een gelei
delijke en gerichte ontwikkeling. In de Me
morie van toelichting bij de behandeling van
het wetsontwerp van 1956 lezen we dan ook:
'Dit voorschrift (betreffende het uiterlijk van
gebouwen) is te zien als een sluitstuk van een
geleidelijke ontwikkeling, die het gevolg is
van het steeds sterkere verzet tegen de ont
siering van stad en landschap door daarin
niet passende bouwsels'.
WONINGWET 1962
In de Woningwet 1962 wordt met betrekking
tot de welstand bepaald, dat de gemeente
raad een bouwverordening dient vast te stel
len, waarin onder meer voorschriften zijn
opgenomen betreffende het uiterlijk van te
bouwen dan wel bestaande gebouwen, zowel
op zichzelf als in verband met de omgeving.
Voorts dient de gemeenteraad een deskundig
college aan te wijzen, dat schriftelijk advies
uitbrengt bij de toepassing van genoemde
bepalingen.
Het is opvallend dat deze welstandsbepalin
gen uiterst beknopt zijn geformuleerd. Bij de
behandeling van het wetsvoorstel in de
Tweede Kamer zijn destijds wèl voorschrif
ten gedaan voor een nader omschrijven van
betreffende artikelen. De regering reageerde
daarop echter afwijzend en stelde, dat deze
moeilijke materie aan de colleges van B. en
W. moest worden overgelaten, daarbij voor
gelicht door hun adviseurs!
Het kan dan ook niet worden ontkend, dat bij
de toepassing van de wettelijke bepalingen
omtrent de welstand, een maximum aan
ruimte beschikbaar is. Het een en ander ligt
dan wel wettelijk vast; er dienen dus voor
schriften te zijn met betrekking tot het uiter
lijk van gebouwen, daar kan geen gemeente
omheen maarer is een maximum aan
ruimte bij de nadere invulling. Enerzijds dus
de wettelijke garantie met betrekking tot de
zorg van het voorkomen van schade aan de
gebouwde omgeving, anderzijds een ook
weer niet al te omvattende en veeleisende
bepaling.
Bescherming van het algemeen belang
zonder dat het belang van de enkeling in
het gedrang komt.
Inderdaad een voortreffelijk sluitstuk van
een geleidelijke ontwikkeling van het stand
punt waarvan de juistheid in de voorafgaan
de tijd was aangetoond.
AFSCHAFFEN VEREENVOUDIGING
REGELGEVING?
Aansluitend op de laatste voorafgaande zin
nen zou het niet misstaan nu te laten volgen:
'en zij leefden nog lang en gelukkig'
als in een sprookje!
Welnu, zo simpel is het allemaal niet. Inte
gendeel, want inmiddels is er het Actiepro
gramma Deregulering (woning)bouwregel-
geving, waarin het Kabinet vaststelt, dat
voorschriften van de Woningwet met betrek
king tot de welstand dermate schadelijk voor
de rechtszekerheid en de uniformiteit zijn,
dat deze dienen te worden afgeschaft. Het
sprookje is uit:
Wat is nu het geval, wat hangt ons boven het
hoofd?
Teneinde enig inzicht in het Regeringsvoor
nemen te verschaffen volgt hier een citaat uit
het Actieprogramma zoals dat op 22 septem
ber 1983 door de Minister van V.R.O.M.
(Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer) aan de Tweede Kamer is aan
geboden.
We lezen daarin onder punt 3.7. Welstand
het volgende:
'Uit het oogpunt van rechtszekerheid - het
hebben van meetbare en controleerbare voor
schriften, zodat willekeur wordt voorkomen
- en uniformiteit - het hebben van dergelijke
voorschriften zodat verschillen plaatselijk ter
zake van de advisering worden tegengegaan
- is het in het kader van de deregulering
gewenst dat de huidige voorschriften van de
Woningwet met betrekking tot de welstand
en het voorschrift van die wet, dat de ge
meenteraad een welstandscommissie aan
wijst, worden afgeschaft. Op deze wijze
wordt bovendien voorkomen dat vertraging
ontstaat in de afwikkeling van aanvragen om
bouwvergunning en dat mede als gevolg
daarvan ongewenste financiële gevolgen
voor de aanvrager om bouwvergunning ont
staan.
Het vorenstaande betekent vereenvoudiging
van de regelgeving'.
In dit citaat vindt u geen nadere toelichting
op de motieven welke worden aangevoerd.
Wellicht wat vreemd.
Het is nog verrassender wanneer ook elders
in het Actieprogramma geen enkel motief
nader wordt toegelicht.
Uit oogpunt van rechtszekerheid en unifor
miteit afschaffen, punt uit!
Geen onderzoek naar de juistheid van de
motieven, geen onderzoek naar eventuele
andere mogelijkheden om de gestelde pro
blemen op te lossen, noch wordt er nagegaan
welke effecten deze maatregel zal hebben.
Betekent dit nu het einde van de zo noodza
kelijke overheidszorg voor de welstand?
Neen, nog net niet helemaal!
We lezen bij de beleidsvoornemens met be
trekking tot de welstand onder punt 3:
'De Woningwet wordt zodanig aangepast dat
daarin wordt bepaald, dat de gemeenteraad
ten behoeve van de 'gevoeligegebieden een
verordening kan vaststellen waarin wel-
standseisen worden gegeven en waaraan een
aanvraag om bouwvergunning moet worden
getoetst om te bezien of de vergunning al dan
niet moet worden geweigerd'.
Belangrijk is het om in deze tekst te letten
op:
a. de gemeenteraad kan vaststellen,
b. alleen aanvragen om bouwvergunning
worden getoetst,
c. uitsluitend binnen 'gevoelige' gebieden.
Ad. a.
Vrijheid blijheid. De gemeenteraad kan vast
stellen, is daartoe niet verplicht.
Ad. b.
Wanneer elders in het Actieprogramma blijkt
dat voor grote aantallen van bouwobjecten
wordt voorgesteld om deze voortaan vrij te
stellen van een bouwvergunning, betekent
wat hier staat meer dan zo op het eerste
gezicht zou worden verondersteld.
Ad. c.
- 'Als gevoelig gebied valt o.m. te denken
aan een nationaal landschap-'.
Deze nadere aanduiding lezen we in het Ac
tieprogramma. Welnu, dat weten we dan ook
weer, met andere woorden, de welstands-
zorg zal, zoals het Kabinet zich dat voorstelt,
alleen en uitsluitend worden beperkt tot het
bouwwerk dat niet voorkomt op de lijst van
van vergunning vrijgestelde bouwwerken.
Het moet dan wel gelegen zijn in een 'natio
naal landschap'.
Dit geldt overigens dan nog eens alleen in
die gemeenten, waar de gemeenteraad van
de mogelijkheid gebruik heeft gemaakt om
een eigen welstandsverordening vast te
stellen.
Het zal u niet verbazen, dat in deze geschet-