Rapport Molenmakersambacht fundamenten, een restauratie of een imitatie? De bouwer beschouwde het als restauratie, de volgende generatie als verwerpelijke imi tatie, tegenwoordig is men geneigd het noch het een nóch het ander te noemen, maar een curieus produkt van 19de-eeuwse ridder-ro- mantiek-in-baksteen. Het strakke standpunt dat een hersteld Age- bouw niet meer als oorspronkelijk kan gel den omdat een deel - soms een belangrijk deel - der bouwelementen van recente datum is, blijft even ver van de waarheid als de neogothische 'restauratie'. Het gebouw is immers niet alleen gevormde en gevoegde materie maar ook een geestelijke schepping in zijn vorm, verhoudingen, kleur en materi aalkeuze, en daarop is de restauratie gericht. Bij alle klachten over onverantwoorde ver nielingen in ons nationaal bezit aan monu menten, dorps- en stedeschoon, en over de onvoldoende geldmiddelen voor restauratie kan het als een positief winstpunt worden beschouwd dat zowel de theoretische inzich ten over behoud, herstel en vernieuwing, als de werkwijze in de restauratiepraktijk, in de laatste jaren zozeer zijn verdiept en verfijnd, dat de stelling: liever sloop dan restauratie omdat dit op imitatie neerkomt, rustig naar het terrein der verouderde 'slogans' verwe zen kan worden. De herstelde kap van molen De Vriendschap te Weesp, klaar om op de romp te worden getakeld. Foto: Jos Kooren, Hoofddorp. Op 5 januari jl. werd in de molen De Noord te Schiedam, aan de staatssecretaris van Eco nomische Zaken Van Zeil het eerste exem plaar aangeboden van het rapport 'Struc tuurschets van de Nederlandse ambachte lijke molenmakerij en een prognose van haar toekomstige ontwikkeling'. Het rap port geeft de resultaten van een knelpunte nonderzoek, dat op verzoek van de Neder landse Vereniging van Molenmakers (N.V.V.M.), verricht is door de vakgroep Sociale en economische vraagstukken van het midden- en kleinbedrijf van de Katholie: ke Hogeschool, Tilburg. Voorzitter Verbij van de N.V.V.M. haalde in zijn toespraak één van de belangrijkste conclusies van het rapport naar voren: de noodzaak voor de molenmaker om zowel een bekwaam ambachtsman als een goede ondernemer te zijn. Al sinds haar oprichting beijvert de N.V.V.M. zich ervoor, de vakgenoten ervan te overtuigen dat niet een onderlinge concur rentiestrijd om de schaarser wordende or ders, maar een gezamenlijke inspanning om het ambacht gezond te maken en te houden, tot resultaten zal leiden. En Verbij wees daarbij ook terecht op een bestaande wisselwerking: geen molenbe scherming zonder een levenskrachtig molen makersambacht, en omgekeerd. Het rapport stelt, dat het systeem van perio dieke ingrijpende restauraties zowel in het belang van de molens als van het ambacht vervangen moet worden door regelmatig on derhoud. Deze gedachte wordt nader uitge werkt in een 30-jarenplan, waarmee de res tauratieachterstand kan worden weggewerkt, het hele nog aanwezige bestand van ruim 100Ó molens in goede staat behouden blijft en het molenmakersambacht een aanvaard bare toekomst tegemoet kan zien. Voor de totale kosten van ƒ10 miljoen per jaar wordt de suggestie gedaan voor een redelijke lastenverdeling over de eigenaar en verschil lende subsidiërende overheden. Er is veel basismateriaal bijeengebracht dat ook voor andere doeleinden weer bruikbaar is. Daardoor is het rapport voor molenlief hebbers een goede bron van informatie, te meer daar het in gewoon, prettig leesbaar, Nederlands is geschreven. In zijn toespraak zei de Staatssecretaris, dat de regering niet in staat en ook niet bereid is om in het wilde weg geld voor goede doel einden uit te delen. Wie echter zelf initiatie ven ontplooit, kan een welwillend oor vin den voor het verkrijgen van steun. Hier ligt het materiaal op tafel, waarop een beleid voor molenbehoud kan worden gefundeerd. Laten we de in te stellen begeleidingscom missie succes daarbij toewensen. Het rapport is verkrijgbaar door overmaking van 12,50 op bankrekening 436662051 van de N.V.V.M. Dr. Ir. R. van de Waal voorzitter van de Vereniging Hollandsche Molen 41

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1984 | | pagina 21