Boeken
Algemeen nieuws
35
ningbouw zoals die zich momenteel in Am
sterdam voordoen'.
Zijn benoeming in de Monumentencommis
sie van de Provinciale Staten van Noord-
Holland was een logisch gevolg van zijn
kennis, ervaring en activiteiten op dit terrein.
Naast zijn bezigheden ten behoeve van de
bescherming en het herstel van de bebouwde
omgeving is Van Leeuwen op velerlei gebie
den actief. Hij houdt zich (zelf fervent water
sporter) bezig met sport - in het bijzonder
watersport - voor gehandicapten en is be
stuurslid van de Federatie Sport Gehandicap
ten. Daarnaast is hij bestuurslid van de Hor
logemakersvakschool te Hoorn en is hij ac
tief geweest bij de totstandkoming van de
Mytylschool te Bergen (N.H.), waarvan hij
thans nog bestuurslid is.
BUNDELING
'Hoe ziet u, in de huidige samenleving en
onder de huidige economische omstandighe
den, de positie van de Bond Heemschut?'
Van Leeuwen: 'Door het tot staan komen en
zelfs teruglopen van de economische groei in
ons land, zal Heemschut aan zijn wakende,
beschermende en adviserende taak een nieu
we dimensie moeten toevoegen. Het behoud
van de bebouwde omgeving valt of staat met
de betrokkenheid van de particulier. Dit is
altijd zo geweest, maar klemt nu des te meer
waar de overheid haar financiële steun dras
tisch moet beperken.
Voor restauraties in de stijl van de jaren
zeventig is geen geld meer. Die vorm van
restaureren had overigens ook zijn schaduw
zijde: men zag niet op tegen zeer rigoureuze
'verbouwingen', bijvoorbeeld in de vorm
van het wegbreken van oude binnenmuren of
het verhogen van plafonds, wat de authenti
citeit van het gerestaureerde object niet ten
goede kwam. Er is óók geen geld meer voor
drastische stedebouwkundige ingrepen. De
strijd van Heemschut tegen grootschalige af
braak en stadsvernieuwing is daarmee voor
alsnog gestreden. Doordat er minder geld
voorhanden is blijft afbraak weliswaar uit,
maar herstel laat langer op zich wachten. Er
dreigt daardoor een ander gevaar; de ver
kommering van de bebouwde omgeving!
SAMENSPEL
Er zijn op het gebied van de bescherming
van de bebouwde omgeving vele verenigin
gen, stichtingen en actiegroepen lokaal en
regionaal werkzaam. 'Hier ligt,' aldus Van
Leeuwen, het potentieel aan particulier initi
atief, dat in staat is deze verkommering te
gen te gaan. Vele van deze groeperingen zijn
als lid bij Heemschut aangesloten. Maar dat
is niet meer voldoende. Wij zullen moeten
komen tot een constructief samenspel van al
deze mensen. Bundeling van krachten, ge
bruikmaking van de inventiviteit en zelf
werkzaamheid ervan, is een essentiële voor
waarde bij de komende strijd voor het be
houd van de bebouwde omgeving. Heem
schut kan daarin een belangrijke rol spelen,
de Bond beschikt over een deskundig lande
lijk bureau, alsmede over uitgebreide kennis
en ervaring. Tevens beschikt zij over een
netwerk van provinciale commissies, be
mand met regionale deskundigen die zich ter
plaatse kunnen inzetten.
VOORTREKKERS
Wij, als Heemschut zouden, mede op grond
van bovenstaande een voortrekkersfunctie
kunnen vervullen en zijn daar ook graag toe
bereid.
Ik ben bepaald niet somber gestemd over de
toekomst van de bebouwde omgeving, maar
nogmaals de inzet van het particulier initia
tief en de bundeling ervan zal het motto van
de komende jaren moeten worden'.
Jan Roelfs Sr.
85 jaar KNOB-IO jaar industriële archeo
logie zijn aanleiding voor de Koninklijke
Nederlandse Oudheidkundige Bond en de
Stichting Industriële Archeologie om een Ju
bileum Congres te organiseren over de sa
menhang tussen het brede terrein van archeo
logie en monumentenzorg.
Dit congres vindt plaats op 30 maart a.s. in
het Casino, te 's-Hertogenbosch. Aanmel
ding vóór 22 maart a.s. bij het bureau
KNOB, St. Antoniebreestraat 69, 1011 HB
Amsterdam. Nadere informatie uitsluitend
maandags en woensdags, tel. 020-277706.
De Nationale Monumentenstudiedag 1984
vindt plaats op woensdag 18 april a.s. in de
Pieterskerk te Leiden.
Het thema luidt: 'Gemeentelijk Monumen
tenbeleid'.
Onzeker is of, en in welke mate, gemeenten
rijkstaken op het gebied van de monumen
tenzorg zullen gaan overnemen.
Zeker is dat gemeenten al een belangrijke
taak hebben in de monumentenzorg in de
meer ruime zin.
De door de Stichting NCM (Nationale Con
tactcommissie Monumentenbescherming)
georganiseerde studiedag zal dan ook gaan
over de taak en mogelijkheden van de ge
meenten om een eigen monumentenbeleid te
voeren. Voorts hoe vormgegeven kan wor
den aan de eigen verantwoordelijkheid voor
monumenten in samenwerking met, en aan
vullend op, het beleid van andere overheden.
Sprekers zullen zijn:
Mr. C. J. D. Waal, wethouder van Leiden,
Mr. B. van Haersma Buma, burgemeester
van Sneek, Dr. J. Rosenberg, oud-wethou
der van Utrecht en drs P. Nijhof, directeur
van het NIROV.
De kosten bedragen 55,p.p. (incl. lunch
en toegang tot een aantal te bezichtigen ge
bouwen in de omgeving).
Inschrijfformulier aan te vragen bij NCM
St. Antoniesbreestraat 69, 1011 HB te Am
sterdam (tel. 020-277706) vóór 1 april 1984.
De geschiedenis van 'Clingendael, het huis,
de tuinen, de bewoners' is door M. van
Doorn en C. Vaillant voornamelijk uit ar
chieven gehaald. Deze bijdrage aan de ge
schiedenis van Den Haag bevat gegevens
over belangrijke Nederlandse adellijke- en
koopmansgeslachten, doordat de bewoners
daar connecties mee hadden.
Verder besteedt het boek aandacht aan de
beroemde tuin rondom het huis. Het huis
biedt tegenwoordig onderdak aan het Neder
lands Instituut voor Vredesvraagstukken.
Verkrijgbaar voor de prijs van ƒ15,- bij het
Gemeentearchief te Den Haag.
In 'De Heerhugowaard. De Geschiedenis
van de Huygenwaert' verhaalt de heer J. J.
Schilstra op moderne en levendige wijze
over deze 17de eeuwse drooglegging. Hij
maakte voor zijn gegevens voornamelijk ge
bruik van de archieven van het polderbestuur
die heel lang bewaard zijn in kasten en kisten
in het stadhuis van Alkmaar waar vergaderd
werd. In het begin van de drooglegging zijn,
zo blijkt uit de notulen, waterhuishoudkundi-
ge zaken van en de uitgifte van de grond van
het grootste belang.
Later gaat de aandacht meer naar het onder
houd. In dat kader krijgen technische verbe
teringen van het molenbestand in het boek
van de heer Schilstra veel aandacht, en ook
de ontwikkeling van de gemalen. Bijzondere
aandacht krijgt het 'leven van alledag' en
hoewel de gegevens hier geen sluitend beeld
geven zijn dit interessante hoofdstukken.
De uitgave, die in opdracht van het polder
bestuur ontstond, is rijk geïllustreerd waar
voor o.a. gebruik is gemaakt van de 17de-
eeuwse kaarten van het gebied die destijds in
verband met de inpoldering vervaardigd zijn.
Bij de lokale boekhandel en het waterschap
Groot-Geestmerambacht, in Warmenhuizen,
verkrijgbaar a 55,- ISBN 90 703 5302 4.
Aansluitend aan dit onderwerp willen wij
hier Uw aandacht vragen voor het verschij
nen van het rapport 'De Westfriesche om-
ringdijk. Dijk en monument', samenge
steld in opdracht van het Hoogheemraad
schap Noordhollands Noorderkwartier, naar
aanleiding van het feit dat deze dijk tot mo
nument verklaard is. Een initiatief daartoe
werd in 1978 door de heer J. J. Schilstra
genomen in de vorm van een ondersteunend
voorstel aan de Provinciale Staten dat wérd
aangenomen.
Het rapport bevat goed gedocumenteerde in
formatie over heden en verleden van de dijk,
en is te verkrijgen bij het Hoogheemraad
schap.