32
Voormalig raadhuis van Zeist uit 1877 van de
architect A. Nijland, le Dorpsstraat 15.
beeld daarvan is het voormalige raadhuis uit
1877 aan de eerste Dorpsstraat van de archi
tect A. Nijland. De Weekbode van Zeist
schreef op 5 oktober 1878: 'De omtimme-
ring verdween, een paar schrikwekkende
hellebaarden gesteund op puntige morgen
sterren kroonden 't middenstuk, een paar
treurvazen met ramskoppen versierden de
zijvleugels, een paar zinken balustrades
maakten wat vertoning mooi, sprekend
vinden we 't niet, maar ieder heeft zijn eigen
smaak en we willen geloven, dat de bouw
meester met moeilijkheden te strijden had,
die hem geen vrije hand lieten. Indien 't
gebouw hecht en sterk in elkander zit, de
verschillende afdelingen aan de bedoelingen
beantwoorden kan men tevreden zijn. Men
kan van Zeist niet eischen, dat het een voor
beeld van bouwstijl geeft'.
Een onbekende schreef in dezelfde Weekbo
de een boos stuk: 'men kon beter eerst voor
beter drinkwater op de Heuvel zorgen opdat
er geen gevaar voor tyfus meer was'.
Zoals reeds is gesteld gaat het niet alleen om
de architectonische en stedebouwkundige
waarde, maar ook om de historische beteke
nis van een gebouw, bijvoorbeeld als uit
drukking van de toenmalige sociale verhou
dingen. Zo horen bij voorbeeld bij de be
schrijving van een buitenplaats ook de kleine
daggelderswoningen en hun aan het hoofd
gebouw ondergeschikte situering als uitdruk
king van de toenmalige feodale verhoudin
gen. Een frappant voorbeeld van een derge
lijke 'klasse-verhouding' is villa 'Groe-
noord' aan de Driebergseweg. Dit huis heeft
een fraaie landschapstuin en lijkt op de vele
buitenplaatsen van de Stichtse Lustwarande.
Het is echter kleiner en heeft maar één bouw
laag, in tegenstelling tot de buitenhuizen, die
alle een souterrain en twee bouwlagen heb
ben. De verklaring voor het feit dat deze
villa slechts een begane grond verdieping
heeft, ligt in het beroep en de daaraan gekop
pelde status van de eigenaar. De paardenhan
delaar Van der Haar, die voor zijn broodwin
ning afhankelijk was van de buitenplaatsbe-
zitters, durfde het niet aan om een buiten
plaats te laten bouwen met hetzelfde aanzien
als die van zijn klanten. Daarom liet hij een
kleiner en lager (nederiger) woonhuis voor
zichzelf neerzetten.
Een laatste voorbeeld hier van een gebouw,
dat niet zozeer vanwege zijn oorspronkelijke
uiterlijk is opgenomen, maar juist vanwege
een latere karakteristieke wijziging is het
grote pand aan het begin van de Driebergse
weg waarin thans Openbare Werken van
Zeist is gehuisvest. Het witgepleisterde ge
bouw is rond 1876 als verzekeringsbank 'de
Kosmos' opgetrokken in een toen gangbare
neo-classicistische stijl. In 1901 werd het
door de architect P. J. Houtzagers uit
Utrecht verbouwd en kreeg de verzekerings
bank een nieuw gezicht. Het neo-classicisti-
sche uiterlijk maakte plaats voor jugendstil-
detaillering, waarbij de hoofdvorm gehand
haafd bleef. Typerend is deze verandering in
jugendstil, een stijl die met name bij verze
keringskantoren veel werd toegepast als ver
wijzing naar het progressieve karakter van de
bank (vergelijk het gesloopte verzekerings
kantoor 'de Utrecht'dat plaats heeft moeten
maken voor Hoog Catharijne).
Vooral bij dergelijke gebouwen zijn de thans
gemaakte beschrijvingen geïllustreerd met
afbeeldingen van de situatie vóór en na de
wijziging om zo'n waardering inzichtelijk te
maken.
Ook zijn bijvoorbeeld oude foto's opgeno
men van panden die thans wit zijn geverfd,
waardoor veel detaillering (met name bij de
neo-renaissance) vaak niet meer te zien is.
Bij de beschrijvingen zijn voorts oude recla
me's van de betreffende firma's opgenomen
om een eigentijds beeld te geven van de
oorspronkelijke functie.
MOGELIJKHEDEN TOT BEHOUD
De zojuist afgeronde inventarisatie had ten
doel om een basis te bieden voor een ge
meentelijke monumentenlijst en -verorde
ning. Of deze er ooit zullen komen is zeer
twijfelachtig, gezien de toenemende finan
ciële beperkingen die de gemeente Zeist zich
moet opleggen. Het is bovendien ook de
vraag of het zo zinvol is om een sterk object-
gerichte en conserverende verordening in het
leven te roepen voor een grote groep van
gebouwen van na 1850, die over het alge
meen bij het publiek niet als monument ge
zien en gewaardeerd worden. Een verorde
ning zal wel van belang kunnen zijn voor de
topstukken die pertinent behouden moeten
blijven. Maar wat te doen met de grote hoe
veelheid vaak zeer typerende en karakteris
tieke gebouwen en complexen? Een goede
voorlichting naar het publiek toe is hierbij
zeer essentieel, zeker wanneer het gaat om
de niet algemeen geaccepteerde jongere
bouwkunst. Een vooral aantrekkelijke en be
grijpbare inventarisatieuitgave is daartoe een
belangrijk middel. Hopelijk is de zojuist af
geronde serie van Zeist daar een goed voor
beeld van.
Behalve een gemeentelijke monumentenlijst
en -verordening heeft de plaatselijke over
heid een aantal mogelijkheden tot een actief
monumentenbeleid. Zoals een gericht aan
koopbeleid, het opnemen van een sloopver
gunning in de bouwverordening, het opstel
len van conserverende bestemmingsplannen
en bij het verlenen van bou waan vragen.
Bij deze activiteiten kan een goede inventari
satie van de gebouwde omgeving een lei
draad zijn. Voorwaarde is echter dat bij de
Villa Groenoord uit omstreeks 1880,
Driebergseweg 12, Zeist.