5 'HJV'
3
f X'' 'ii-.itr f~
i k 'Oen -
t v
l tnJffèlc*
Je* -firn - cv? ,i u
'ftttaiiftmi/il fmy "Alftfry
fc:,:y* - .C nr."'ri'
r&*r. £r*öfc dS;J*-f f'
Hfatefrfotvfiwttfl ïft
\/rt.A j.:s si-
Tekening met opmeting door landmeter A. van der Crabben ca. 1730.
(Voor de legenda van het omgrachte complex zie kaartje kasteel Walborg ca. 1730 met de 18de eeuwse tuin.)
Opmerkelijk is het strikvormige motief bij het Cuijlkens Grindt, dat door afgraving en wederopvulling geheel verloren is gegaan. De centrale as van dit
patroon bood uitzicht op de kerktoren van Stevensweert, de noordelijk daarvan aangelegde laan op het stadje Thorn.
De afwijkende rooilijn van Den Camp, rechts van het omgrachte complex, wijst op een oudere as in de richting van de St.-Annakapel (onder de
Timmermans Camp).
De slotlaan, langs Den Camp, biedt uitzicht op de Hompesche molen. Daarnaast liep vanuit het geijkte, halve-maan-vormige element van de omgrachting
een tweede as.
Herkomst: Rijksarchief Limburg, schepenbank Stevensweert.
druk uit de achttiende eeuw, geflankeerd
door een terzelfdertijd verfraaide slothoeve.
De lotgevallen van De Walborg kort na deze
beschrijving illustreren de onmacht van de
toenmalige 'lijst', welke bij gebrek aan een
onderliggende wet juridisch gezien totaal
geen ruggegraat had. Al in 1919, direct na de
verkoop door de laatste leden van de familie
De Hompesch, die er sedert generaties geze
teld had, werd het interieur ontmanteld en in
onderdelen verkocht. In 1924 zou het hoofd
gebouw zelf grotendeels afgebroken worden
en als klap op de vuurpijl volgde aan het
einde van de Tweede Wereldoorlog een
bombardement. Nadien heeft de natuur haar
deel voor rekening genomen. In de schaduw
van het gaaf overleverde en fraai gerestau
reerde Stevensweert is en blijft de nu verwil
derde buitenplaats met haar vervallen archi
tectuur echter een historische plek van bete
kenis.
De moeizaam verworven monumentenwet
van 1961 bracht ten lange leste een 'lijst',
die juridisch wel geruggesteund werd. Toen
in 1968 de gemeente Ohé en Laak aan de
beurt kwam om haar monumenten op te ge
ven, is men als in zovele gevallen uitgegaan
van de lijst van 1918/1926. Het aanzien van
De Walborg was inmiddels wel totaal veran
derd! Terecht vond 'men' - eigenaar én
overheden - haar historische uitstraling der
mate belangrijk, dat De Walborg toch in het
monumentenregister opgenomen werd en
wel als ruïne. Wie De -Walborg dan ook
vergelijkt met artikel 1 van de monumenten
wet, zal zien dat de meerwaarde van deze
'hoop oude stenen' - zoals men haar thans
wenst af te doen - gelegen is in haar weten
schappelijke betekenis, de volkskundige
waarde en in de geschiedkundige herinnerin
gen. Aan deze situatie is in de loop der jaren
niets veranderd. Men krijgt dan ook stellig
de indruk dat de gemeente en de provincie,
die de huidige eigenaar - de ontgrinderscom-
binatie Stevol-BV! - bijstaan in zijn ijveren
om De Walborg als monument te onttronen,
zich op schandelijke wijze onttrekken aan
hun zelf verkozen verantwoordelijkheid ten
aanzien van de ruïne.
TUIN EN LANDSCHAP
Van de intentie om De Walborg voor het
nageslacht te behouden klinkt in 1981 een
onmiskenbare belijdenis op, wanneer de raad
van Ohé en Laak in zijn vergadering uit
spreekt dat 'De Walborg tot iedere prijs be
houden moet blijven'. Deze belijdenis vond
plaats bij het vaststellen van het Algemeen
Bestemmingsplan. Als enig terrein binnen
het dorp werd De Walborg omschreven als
'Agrarisch gebied met hoge landschappelijke
waarde (tevens waterwingebied)'. De ironie
wil dat de gemeente met deze omschrijving
ook de in het monumentenregister niet speci
fieke omschreven waarde van de oude histo
rische tuin heeft erkend.
In de jaren 1720 tot 1733 werd door de
toenmalige heer van De Walborg, Reinart
Vincent graaf De Hompesch, het huis ver
fraaid en een op en top Hollandse, klassicis-
tische tuin aangelegd. Qua opzet en uitwer
king sloot deze nauw aan bij de grote voor
beelden elders in het land. Deze 'Versailles-
tuin', zoals ze ter plaatse werd genoemd,