Toeristisch goed
20
HET BELANG VAN MONUMENTEN EN STEDELIJK GROEN VOOR RECREATIE
EN TOERISME
v.
Dit onderwerp werd onlangs tijdens een
ANWB Symposium in zijn verschillende fa
cetten door een aantal sprekers uitgewerkt.
Drs W. L. G. Sliepen belichtte het toeris
tisch belang van monumenten aan de hand
van het rapport 'Erfgoed: Toeristisch goed'
dat werd samengesteld door het Nederlands
Research Instituut voor Recreatie en Toeris
me op initiatief van de ANWB en de NCM.
In zijn betoog kwam hij aan de hand van
Statistieken o.a. tot de conclusie dat de totale
bestedingen binnen Nederland voor monu
menten- en museumbezoek in 1982 ca. 1
miljard bedroegen, zijnde 5% van de totale
toeristisch-recreatieve bestedingen
Tevens is vastgesteld dat een redelijk grote
belangstelling bestaat voor vrijetijdsbeste
ding op cultuurhistorisch gebied. Het cul
tuurhistorisch bezit zal dus in sterkere mate
dan voorheen geïntegreerd moeten worden in
het dagelijks levenspatroon (30% van de be
volking zou nog volstrekt niet geïnteresseerd
zijn in de materie!).
Voor de verwezenlijking van door de Heer
Sliepen uitvoerig besproken doelstellingen
zal gebruik moeten worden gemaakt van be
staande organisatie-structuren.
Ook voor Heemschut zou hier o. i. een grote
taak liggen, hetgeen met zijn beperkte mens
kracht bepaald geen lichte is!
Toch moet het mogelijk zijn met de vele ken
nis binnen de gelederen, gebruikmakend van
vrijwilligers, met kracht te werken aan het
bereiken van veel grotere groepen der bevol
king dan voorheen het geval was.
Het samenwerkingsproject van de 'Landelij-
Monumenten en stedelijk groen. De Herengracht
- Amsterdam (bij de Vijzelstraat) is nog altijd het
hoogtepunt van de toeristische tocht met een
rondvaartboot.
Deze opname is uit 1957
ke Wandeldag', in 1983 voor het eerst ge
houden en georganiseerd door de ANWB in
samenwerking met Heemschut, Natuurmo
numenten, de Provinciale Landschappen,
Staatsbosbeheer en de A VRO, is daar reeds
een aanzet toe, die in de toekomst hopelijk
wordt versterkt. (Red.)
De heer S. Buddingh gaf voorbeelden van
hoe reeds gewerkt was aan 'product-verbete
ring' van het monumentenmilieu. Hij noem
de ook de inbreng van de plaatselijke
VVV's. Naar zijn mening hoort toerisme in
vele gemeenten ondergebracht bij de porte
feuille welzijn, thuis bij economische zaken!
(Voorwaarde is dan uiteraard dat bij een pro
fessionele aanpak van het toeristisch beleid
een hecht samenspel ontstaat tussen monu
mentenzorg en toerisme).
Gestimuleerd zou moeten worden:
Educatie: zoals bijvoorbeeld in Engeland
moet ook hier culturele en monumentale be
wustwording een wezenlijk onderdeel van de
opvoeding op de scholen uitmaken.
Informatie: nieuwsmedia spelen nog te wei
nig een rol in de informatieverstrekking.
Verbetering der toegankelijkheid: betere
openstelling en geen gesloten deuren bij met
subsidiegelden gerestaureerde gebouwen.
Exploitatie van Monumenten door multi
functioneel gebruik.
Evenals er bij de natuurbeschermingsorga
nisaties steeds de vrees bestaat dat een te
grote recreatiedruk schade aan de natuurge
bieden 'toebrengt, zo moet ook gewaakt wor
den voor het schaden van kwetsbare kleine
monumentale dorpskernen, hofjes, gebou
wen enz. bij een grote toeloop van toerisme.
(Red.)
De heren R. J. Steltman en Heyligenberg
spraken over de verschillende waarden van
het groen. De eerste memoreerde de ontwik
keling van het veelal na Wereldoorlog II in
de mode zijnde 'kijk-groen' tot het meer in
gebruik zijnde 'doe-groen' of functioneel-
groen. Hij gaf vele voorbeelden van hoe het
IVN (Instituut voor Natuurbeschermingsedu
catie) door grote landelijke publiciteit in
staat bleek honderdduizend Nederlanders op
excursie mee te nemen.
Het was aardig geweest indien hij in het
kader van dit Symposium had vermeld hoe
momenteel als voorbeeld van integratie van
monumenten en stedelijk groen gewerkt
wordt aan de uitgave van een wandelboekje
met betrekking tot de Plantage (Amsterdam),
waaraan Heemschut samenwerkt met enige
natuurbeschermingsinstellingen, zoals het
IVN, die in dit deel van de stad zijn geves
tigd. (Red.)
Deze korte terugblik op het Symposium mo
ge een beeld geven van de wijze waarop
thans mede met behulp van het genoemd
rapport, gestreefd wordt te komen tot verwe
zenlijking van de doelstelling: Erfgoed-Toe
ristisch Goed. Enige conclusies in dit
rapport:
Behoud van kwaliteit van ons historisch
erfgoed is ook uit een oogpunt van toerisme
en recreatie van belang. De overheid dient
gunstige voorwaarden te scheppen voor een
goed beheer van monumenten, door:
- de eigenaren van monumenten financieel
te ondersteunen in de kosten van restauratie
en onderhoud van hun monumenten;
- investeringen die het toeristisch-recreatief
gebruik kunnen bevorderen subsidiabel te
stellen. Denkbaar is een experimentenpot
voor dit doel.
Nationale organisaties zoals de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg, Stichting
Nationale Contactcommissie Monumenten
bescherming (NCM) en de Nederlandse Mu
seumvereniging dienen in sterkere mate de
collectieve belangen van de totale monumen
ten- en musea sector te behartigen.
Op diverse niveaus dienen relaties te wor
den gelegd tussen de beheerders van het cul
tuurhistorische produkt en de toeristische
dienstverleners.
Samenwerking op basis van enige voorge
stelde thema's dient plaats te vinden tussen
eerder genoemde instellingen en het Neder
lands Bureau van Toerisme en de Federatie
van V.V.V.'s.
Hierbij zou Heemschut met zijn provinciale
commissies die over een grote mate van ex
pertise beschikken, een goede bijdrage kun
nen leveren. Erfgoed-toeristisch goed.
P.A.H.-B.