Nationaal Landschap Waterland SUBSIDIE VOOR BEHOUD STREEKEIGEN KARAKTER DOOR HERMAN KLEIBRINK* Direkt ten noorden van Amterdam ligt Waterland. Karakteristiek Hollands polderland, ingeklemd tussen stadsrand en het IJsselmeer. Het wordt gekenmerkt door kontrasten tussen de open polders, de intieme, besloten dorpen en de, vrijwel steeds zichtbare, stadsranden. Hoogteverschillen tussen oud- en nieuw land, dijken en kaden, polderpeilen en veenmeertjes completeren het beeld. Maar wat moet al dat Waterlandse gras en water in het blad van Bond Heemschut? Als we de zorg voor de natuurwetenschappelijke waarden, als weidevo gels, brakwatervegetatie enzovoorts, aan de zorgen van Natuurmonumenten, Noordhollands Landschap en Staats Bosbeheer overlaten, blijft er nog heel wat over in zo'n oud cultuur landschap dat behouden dient te worden. Hier volgt een poging om dat uit te leggen. PROEFGEBIED In 1974 werd het Streekplan Waterland vast gesteld door Provinciale Staten van Noord- Holland. Hierin werd een groot deel van Waterland aangegeven als nationaal land schap. Het besef dat de gewenste rol van Waterland als open bufferzone tussen stede lijke gebieden door ontwikkelingen als stads uitbreidingen, overloopkernen, wegenaanleg en schaalvergroting in de landbouw bedreigd werd, zo dat de schoonheid van Waterland in de knel zou komen, lag aan dit besluit ten grondslag. Een jaar later volgde van Rijkszijde het be- Broek in Waterland; typerende houtbouw sluit vijf proefgebieden aan te wijzen, te we ten Noordwest Overijssel, Waterland, de Veluwe, omgeving Winterswijk en Mergèl- land. Met inzet van extra middelen zou het mogelijk zijn, het begrip nationaal landschap in deze oude cultuurlandschappen inhoud te geven. En wel op experimentele basis. Een opgave die zoveel voeten in de aarde heeft dat, nu pas na een kleine tien jaar, wat 'in het zicht' komt. DE STAND VAN ZAKEN De proefperiode is er een van vallen en op staan, zoals dat bij een experiment hoort. Blikken we even terug dan wordt dat al gauw duidelijk. Voor Waterland werden in de jaren 70 de eerste voorbereidingen getroffen voor een ruilverkaveling. Het zou een ruilverkaveling Nieuwe Stijl worden op basis van de nieuwe Landinrichtingwet. Deze zou op korte ter mijn de verouderde ruilverkavelingswet ver vangen. Met de nieuwe wet zou er veel meer ruimte zijn om andere dan agrarische ont wikkelingen een plaats te geven. Het natio naal landschap zou, was de gedachte, door middel van ruilverkaveling tot stand komen. Er werd een Inventarisatiecommissie be noemd, die de problemen en knelpunten moest signaleren die verband hielden met de proefgebiedstatus. Problemen die met inzet van extra middelen opgelost konden worden. Maar allengs werd duidelijk dat de landin richtingswet te lang op zich liet wachten (hij is er nog steeds niet); de Inventarisatiecom missie kon zich geen beeld vormen van haar taak, en het idee Nationaal Landschap Wa terland (N.L.W.) raakte op de achtergrond. De voorbereidingen voor een 'gewone' ruil verkaveling namen een aanvang, er werd hard gewerkt aan een nieuwe agrarische struktuur voor Waterland. Het Rijk consta teerde dat het geld niet besteed werd aan het tot stand komen van een nationaal landschap en trok de reserveringen grotendeels in. Dui delijk werd dat er een nieuwe start gemaakt moest worden. Daarvoor werd gekeken naar het proefgebied Noordwest Overijssel, waar betere resultaten werden geboekt. Na rijp beraad besloot men in 1981 de koppeling tussen ruilverkaveling en nationaal land- 12 De heer H. F. Kleibrink is coördinator van het Nationaal Landschap Waterland.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 16