Stadsjubilea er,
historisch hese::
Jaargang 60, no. 11/12 december 1983
Heemschut verschijnt lOx per jaar
Tijdschrift van de Bond Heemschut
opgericht in 1911
Beschermvrouwe
H.M. Koningin Beatrix
Uit de inhoud:
Stadsjubilea en historisch besef,
In 1983 vierden Arnhem het 750-
jarig, SJoten het 700-jarig en
Willemstad het 400-jarig bestaan.
Groningse vogelvluchtkaart uit 1634.
Vrijwilligers in Vlijmen.
Hoge Spoorbrug te Zwolle.
Thorn behield gaslicht.
Jaarverslag 1982 Rijksdienst.
Foto omslag:
'De Hoge Spoorbrug' te Zwolle, al 100
jaar tribune voor het gadeslaan van
treinverkeer. Pleidooi voor behoud van
dit unieke monument van bedrijf en
techniek op p. 190.
Redactie:
Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph
J, Roelfs Sr.
Redactiesecretaris:
Mevr. P. A. Hengeveld-Brand
Medewerkenden:
J. Th. Balk, Amsterdam
Drs. P. Karstkarel, Leeuwarden
D. van der Meulen, Assen
R. Lureman, Doetinchem
Drs. W. J. Pantus, Nijmegen
J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage
Correspondentie voor de redactie
aan:
Secretariaat Bond Heemschut,
Nieuwezijds Kolk 28,
1012 PV Amsterdam
tel. 020-22 52 92
óf 020 - 23 09 94 (ledenadministratie)
postgiro 124326
Lidmaatschap 45,- per jaar
Reductie voor 65 1 en 30"
Correspondentie voor advertenties:
Bosch Keuning nv
Postbus 3740 AA Baarn
tel. 02154- 1 82 41
gironummer 4988
Vormgeving Druk
Bosch Keuning nv, Baarn
175
Betekent het eieren van een stadsjubileum meer dan alleen rondlopen in historische cns-
tuums?
Is het voor de inwoner van de jubilerende stad misschien een aanleiding zich serieus te
verdiepen in de eigen geschiedenis En heeft dat dan een toenemende belangstelling voor de
eigen historisch gegroeide omgeving tot gevolg?
Of beweegt een dergelijke viering zich toch
meer in de sfeer van walmende braderieën,
twijfelachtige antiekmarkten en afgezaagde
demonstraties van oude ambachten? Dat zijn
enkele wezenlijke vragen, die men zich kan
stellen, wanneer er in de pers alweer melding
wordt gemaakt van groots opgezette plannen
ter viering van het 750-jarig bestaan van de
ze of gene stad. Het feestelijk herdenken van
de verlening van stadsrechten schijnt zo
langzamerhand tot een modeverschijnsel te
worden, waaraan géén zich respecterende
stad tegenwoordig nog voorbij kan gaan.
Zo vierden in 1983 de plaatsen Sloten en
Nieuwpoort al dan niet terecht, hun 700-jarig
bestaan. Arnhem, Lochem, Haastrecht en
Elburg haalden 750 jaar, terwijl Willemstad
het bescheiden jubileum van 400 jaar in stel
ling bracht.
Nu is dat veelvuldig voorkomen van stadsju
bilea in de laatste tijd gezien vanuit ge
schiedkundig oogpunt niet eens zo verwon
derlijk. In de loop van de 13de eeuw verleen
den verschillende landsheren namelijk in be
trekkelijke korte tijd een hele reeks van
plaatsen zekere rechten, die zonder uitzonde
ring erop waren gericht de concurrentieposi
tie van die plaatsen ten opzichte van elkaar te
verbeteren. De vorst had bij die verlening
van stadsrechten alle voordeel; de steden
vormden voor hem immers een altijd welko
me bron van inkomsten, militaire steun en
aanzien. En het is vandaar, dat hij er meer
dan eens toe overging stadsrechten te verle
nen aan een plaats, die in feite amper be
stond. De grootste toekomst die voor een
dergelijke plaats weggelegd leek werd in ve
le gevallen niet bewaarheid. Nieuwstadt in
Zuid-Limburg is zo een voorbeeld van een
mislukte stedestichting.
Lang niet altijd blijkt de reden voor het vie
ren van een jubileum te berusten op een
historische oorkonde of een andere niet mis
te verstane bron. Sommige plaatsen, zoals
Sloten, slaan er, daarin krachtig bijgestaan
door de plaatselijke middenstand, maar een
slag naar. Een andere keer gaat het niet om
de viering van het feit, dat er stadsrechten
verleend werden, maar dat er een vesting
werd aangelegd, waarmee dan de kiem voor
het uitgroeien tot een stad gelegd was. Wil
lemstad is daar een voorbeeld van.
Toch is de betekenis van al deze vieringen in
het afgelopen jaar met het oog op de bele
ving van historische waarden maar zeer be
trekkelijk geweest. Meestal bleef het beperkt
tot het houden van optochten en het opvoe
ren van historiespelen, waarbij de midden
stand goede zaken met de toegestroomde
toeristen deed. Vrijwel nergens bleek het
heuglijk feit een reden tot een extra inspan
ning op het gebied van de monumentenzorg
in de ruimste zin van het woord. Nergens
ook werd de in groten getale gemobiliseerde
bevolking vertrouwd gemaakt met elemen
taire kennis omtrent de nog zichtbare over
blijfselen van geschiedenis en kunst, de oude
gebouwen in de eigen omgeving. En dat zijn
toch, zoals een sociologisch onderzoek on
langs aantoonde, voor brede lagen van de
bevolking de meest toegankelijke cultuurui
tingen. Aan deskundige en aantrekkelijke
voorlichtingsprogramma's die antwoord ge
ven op de vraag, wat de waarde van de
gebouwde historische omgeving is en hoe
Ton Koot-penning voor de heer A, A. C.
Maaskant. De heer Maaskant nam onlangs in
een vergadering als secretaris afscheid van
de Provinciale Commissie Overijssel waarbij
hem de Ton Koot-penning werd overhan
digd; een onderscheiding die wordt uitge
reikt aan personen die zich minstens 10 jaar
lang bijzonder verdienstelijk hebben ge
maakt voor Heemschut. Zo beleefde de heer
Maaskant reeds de ontwikkeling van de hui
dige commissie vanuit de 'commissie Stad
cn Dorp' in de zestiger jaren.
De oud-voorzitter Nijsingh, zelf drager van
de Ton Koot-penning, memoreerde de komst
van de heer Maaskant bij het Genootschap
'Het Oversticht'. het z.g. esthetisch geweten
van Overijssel!
De huidige voorzitter W. L. Jansen dankte
Heemschuts technische adviseur B. Meffert
die de laatste jaren de heer Maaskant assis
teerden hoopt dat de samenwerking tussen
Heemschut en Oversticht nog lang blijft
voortbestaan.