Gemeentelijk monumentenbeleid 79 DOOR H. P. R. ROSENBERG* In de periode van economische groei na de oorlog beheerste grootschaligheid in veel gevallen het denken van stadsbestuurders en stedebouwers. Ook in Den Haag was dit waarneembaar: de monumenten en stedebouwkundig waardevolle historische structuren kregen niet altijd de aandacht die zij verdienden. Delen van de oude stad binnen de singelgrachten werden aan verval en kaalslag prijsgege ven, zoals Centrum-Zuid, het Spuikwartier en Kortenbos. Aan de eens zo vorstelijke Bezui- denhoutseweg moest de bebouwing die het bombardement van 1945 overleefd had, plaats maken voor het nieuwe station Den Haag Centraal en kantoren. Hetzelfde ging zich o.a. voordoen aan de 19de-eeuwse Koninginnegracht waar de afbraak ten behoeve van kantoren langzaam voortkroop in de richting Scheveningen. In 1966 stelde de minister van C.R.M. de monumentenlijst voor Den Haag vast en in 1971 werden vier beschermde stadsgezichten aangewezen, maar de gemeentelijke monu mentenverordening, van kracht geworden in 1920 waarmee Den Haag op het gebied van de monumentenbescherming voorop gelopen had, werd in 1969 buiten werking gesteld. Evenals veel andere gemeenten achtte de re sidentie haar architectuur-historisch bezit door de rijksmonumentenlijst voldoende be schermd. KENTERING In de jaren zeventig kwam de kentering. De bevolking in verschillende wijken ging met élan ijveren voor het behoud van identiteit en leefbaarheid, daarin gesteund en gestimu leerd door de Vereniging Die Haghe en de 'Vrienden van Den Haag'. Het besef brak door dat Den Haag, met zijn rijk bezit aan bouwkunst in nagenoeg alle stijlen tussen romano-gotiek en functionalisme en zijn ka rakteristieke woonwijken uit de tweede helft van de vorige en de eerste dertig jaar van deze eeuw, tot de belangrijkste monumen tensteden in ons land behoort. In het Monu mentenjaar 1975 voltooide de gemeente de kostbare en met veel zorg uitgevoerde res tauratie van het Oude Stadhuis aan de Groen markt. Het jaar daarop bracht een door B en W ingestelde stuurgroep de nota 'Zicht op stadsgezicht en monument' uit, waarin de aanzetten werden gegeven tot een actief ge meentelijk monumentenbeleid. In oktober 1977 ging het Gemeentelijk Bureau Monu mentenzorg van start, ondergebracht bij de secretarie afdeling Openbare Werken, Ver keer en Vervoer. Aanvankelijk bemand door slechts twee ambtenaren, telt het bureau thans zeven medewerkers: twee bouwkundi gen, twee kunsthistorici, de stadsarcheo- loog, een jurist en een administratief mede werkster. In 1978 en 1980 wees de gemeenteraad res pectievelijk het gebied 'Oude Molstraat en omgeving' en 'Prinsegracht en omgeving' Foto boven: Deze luchtfoto van het beschermde stadsgezicht Willemspark en omgeving toont hoe de boombeplanting in de beschermde stadsgezichten een belangrijke rol kan spelen. In de jaren zestig van de 19de eeuw verrezen rond het Plein 1813, de Alexanderstraat en de Sophialaan de statige herenhuizen in eclectische trant, die thans als monument beschermd zijn. De bomen rond het plein, langs de Sophialaan en in de tuinen vormen een essentieel onderdeel van deze monumentale stedebouwkundige aanleg. Foto onder: Nassauplein 13-16. Herenhuizen in eclectische stijl, gebouwd 1879-1880. Alle panden aan dit plein staan op de gemeentelijke monumentenlijst. Foto's: Dienst voor de Stadsontwikkeling, Den Haag. drs. H. P. R. Rosenberg, Hoofd van het gemeen telijk Bureau Monumentenzorg te Den Haag

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 7