ONTWIKKELINGSGANG
Een typische woonwijk dus, het Statenkwar
tier, dat, nadat het uitbreidingsplan eerst
'Nieuw-Scheveningen' heette en vervolgens
Stadhouderskwartier, in zijn allereerste op
zet nauwelijks winkels moet hebben gekend.
Daar kwam echter heel gauw verandering in.
Al tijdens de eerste Wereldoorlog was de
Frederik Hendriklaan grotendeels een win
kelstraat geworden, waartoe de beneden-
puien van de grote huizen uiteraard moesten
worden veranderd. We spreken van grote
huizen en dat is terecht. Eengezinswoningen
van vier verdiepingen waren in het Staten
kwartier geenszins een uitzondering. De vil
la's vielen vaak wat lager uit, maar die kre
gen hun omvang door de meestal ruim beme
ten plattegrond. Zoals het de Fred. Hendrik
laan verging, verliep het de Aert van der
Goesstraat, de straat die de verbinding vormt
met Duinoord (Valeriusstraat).
In aanmerking nemende dë jaren, waarin zo
wel Duinoord en Statenkwartier zijn ge
bouwd, leefde daar de Jugendstill of l'Art
Nouveau zich hevig uit, ofschoon deze
bouwstijl veel meer in Duinoord dan in het
Statenkwartier kan worden aangetroffen.
'Wanneer men, vooral op kleuren en vormen
lettend, door het Stadhouderskwartier wan
delt, loopt men door een eigen wereld. Een
kleurige wereld: in tegenstelling met de don
kerrode of grijsrode kleur van de gebruikelij
ke Nederlandse gevels treffen wij hier gevels
van witte, gele, oranje, felrode baksteen aan,
soms in combinatie of ten overvloede ver
sierd met groene of blauwe banden van ge
glazuurde baksteen. Een bizarre wereld ook
van zwierige lijnen en gebogen vlakken, van
vreemd gevormde dakkapellen en gevels die
hoog in de schouders staan, van uitsteeksels
en lichamen, van driehoekige erkers, van
open en dichte balkons, van loggia's en ste
nen ballustrades boven op de gevel waarach
ter geen pad of terras schuilt, grillig, maar
van binnen bekeken vaak gezellige kleine
ruimten vormend waar men zich kan terug
trekken' (H. Janse in: De bouwwereld in 's-
Gravenhage; 1980, R. Blijstra citerend). De
ze auteur kan zich kennelijk best vinden bij
die wat uitbundige stijl, maar dr. W. Moll,
eertijds gemeente-archivaris, liet wel duide
lijk zijn kritisch oordeel over deze stijl ken
nen: 'Het werken met krullen, ook bekend
als 1'art nouveau (geef hem de ruimte), is
vooral te zien in Den Haag en Rotterdam.
Puisten, knobbels, uitwassen en bochels zijn
de grondslagen en motieven van deze treuri
ge architectonische misgeboorte'. Ondanks
deze kritiek, die men ook bij andere auteurs
kan aantreffen, is het Statenkwartier altijd
een gezellige Haagse woonwijk geweest,
waarbij het een grote verdienste (van Lin-
do?) is geweest, dat hij door het uitbrei
dingsplan brede, soms zelfs zeer brede we
gen trok, waardoor het Statenkwartier tot op
de dag van heden, nauwelijks een verkeers-,
resp. parkeerprobleem kent.
VISIE OP PLANNING
De architectuur van de wijk mag dan wat
Huize Goenoeng Sarie gelegen aan de
Eisenhowerlaan, vroeger Stadhouderslaan;
voorbeeld van villa-bouw voor 'oud-kolonialen'.
Foto: Foto-Buro Meyer, Den Haag
kneuterig aandoen, de ontwerpers van het
uitbreidingsplan hebben wel een vooruitzien
de blik gehad ten opzichte van stadsplan
ning.
Bekende Haagse architecten hebben het Sta
tenkwartier een eigen karakter gegeven: ir.
Broese van Groenou, Hoek en Wouters,
Fels, Smits en Joh. Mutters jr. Deze archi
tectuur beantwoordde aan de levensstijl van
de 'Indische' opdrachtgevers of hield er al
thans rekening mee, wie er zou komen te
wonen. Men vond zelfs de Indische sfeer
terug in de verzorging van het interieur, zo
als de betimmering.
Al wat strakker van vorm was de grote villa,
die dr. H. Colijn voor zich neer liet zetten
aan de toenmalige Stadhouderslaan, nabij de
Scheveningseweg (tijdens de oorlog gesloopt
door de bezetter).
Een enkele naam in de hoge gevel van een
villa uit de beginperiode van de wijk, herin
nert nog aan de koloniale tijd: Huize Goe
noeng Sarie. In mijn herinnering leven nog
veel meer Indische namen voort, maar bij
een recente wandeling bleken die bijna alle
maal verdwenen (ook tijdens de bezetting?).
Opvallend in het Statenkwartier is, dat zo
veel vrijwel onaangetast is gebleven, zoals
het Statenplein, het Frederik Hendrikplein,
en het Prins Mauritsplein.
INVLOED VAN BERLAGE
Feitelijk werd de eerste inbreuk op de indivi
dualistische stijl van de wijk gemaakt door
Berlage, die aan de rand van de wijk het
gemeentemuseum bouwde (1934). Vrijwel
in dezelfde tijd bouwden de architecten
L. M. v.d. Berg en J. J. Groenema het flat
gebouw Catsheuvel. Na de Tweede Wereld
oorlog kreeg de randbebouwing een veel
grootsteedser allure door de Stichting van
een opvallend kantoorpand voor een verze
keringsmaatschappij, het Ned. Congresge
bouw en Bel Air-hotel. Aangrenzend aan het
Gemeentemuseum is men nu bezig aan de
bouw van het Onderwijsmuseum. Alvorens
het plan daarvoor werd goedgekeurd, hebben
de bewoners van het Statenkwartier zich
duchtig geweerd omdat het ontwerp van ir.
W. Quist op hen 'al te modern' overkwam.
Bij uitzondering heeft de gemeenteraad hier
bij wel naar de protesten geluisterd. En het
valt te hopen, dat het meest recente protest
tegen de voorgenomen sloop van het forse
pand op de hoek van de Stadhouderslaan en
de Antonie Heinsiusstraat eveneens gehoor
zal vinden. Ofschoon we ten deze wel vrees
koesteren. Dit pand, eens neergezet door de
's-Gravenhaagsche Melkinrichting De Sier-
kan staat er nu verloederd bij.
NOSTALGIE
Dezelfde Sierkan bouwde overigens aan de
Fred. Hendriklaan een dergelijk pand, zij 't
wat kleiner van omvang. Dat staat er geluk
kig nog grotendeels ongeschonden, al is de
ondergevel nogal geweld aangedaan.
Ach die Sierkan; we herinneren ons nog de
melkboer met zijn karretje waarop een paar
prachtig gepoetste koperen kannen. Hij is
allang niet meer, zoals ook de melksalons
van De Sierkan vele jaren geleden ter ziele
zijn gegaan. Ja, we beseffen het, we geven
ons over aan nostalgische herinneringen aan
een wijk, waar tijdens de Eerste Wereldoor
log in een reeks huizen aan de Van Boetze-
laerlaan Engelse geïnterneerde soldaten
woonden die bij mooi weer op het trottoir
zaten te breien! Een wijk, waar tijdens die
zelfde oorlog aan de rand een Belgisch
vluchtelingenkamp verrees, dat op het laatst
in opspraak kwam door een brand, waarvoor
de brandweer met groot materiaal, d.w.z.
met verscheidene brandspuiten, bespannen
met vurige paarden, moest uitrukken.
Wat een tijd; je kon er nog voetballen op
straat, ofschoon dat verboden was en de
meisjes bikkelden op de trottoirs.
Het was ook in dit deel van Den Haag, dat de
eerste schuchtere Indische eethuisjes ont
stonden, begrijpelijk want Duinoord en Sta
tenkwartier waren aanvankelijk grotendeels
het domein van oud-Indischgasten. 'Och
Den Haag, de weduwe van Indië dat ben jij'
zo zingt Wieteke van Dort. Ook een brokje
nostalgie naar een verleden waarin het hele
maal geen uitzondering was als je er een
baboe haar boodschappen zag doen.
v.d. W.
Recente nieuwbouw in het 'oude' Staten-kwartier
op de hoek van de Statenlaan en de Frederik
Hendriklaan.
Foto: Foto-Buro Meyer, Den Haag.