Statenkwartier bleef grotendeels gaaf 90 Wanneer je je gehele schooltijd in één wijk hebt doorgèbracht, dan heb je daaraan, zelfs na meer dan zestig jaar, nog altijd herinneringen. En wanneer je dan dezer dagen nog eens weer door die wijk: het Statenkwartier, loopt, dan wekt het bijna verwondering dat er na al die jaren nog zo weinig is veranderd aan architectuur en stedebouwkundigeaspecten. Hiermee zou eveneens gezegd kunnen zijn, dat er aan het karakter van de wijk weinig is veranderd, maar dat is niet helemaal waar. Ook het Statenkwartier is niet ontkomen aan ontwikkelingen, die de status van woonwijk, veelal voor welgestelden, hebben aangetast. Het is die aantasting, waarvoor de bewoners de laatste jaren de aandacht van het gemeen tebestuur hebben gevraagd, bezorgd als ze waren en deels nog zijn over de vestiging van kantoren, en over sloop van voor de wijk vaak karakteristieke villa's en andere huizen. Met name langs de grens van het woonkwar- tier met het buitengoed Zorgvliet, d.w.z. de Eisenhowerlaan (vroeger Stadhouderslaan) is een situatie ontstaan, die als 't ware een vestingwal vormt van moderne kantoren-ar chitectuur, inclusief het Ned. Congresge bouw (Oud). Maar kantoren hebben zich eveneens ingedrongen in vele oorspronkelijk voor bewoning bestemde panden. Een reeks villa's langs de Eisenhowerlaan is bezet door de Rijks Psychologische Dienst. Ook andere instanties hebben zich in de villa's langs de ze laan genesteld, evenals elders in de wijk zoals Statenlaan, Prins Mauritslaan. Op Van Bleiswijkstraat 268 en Statenplein 3. Decoratieve elementen uit de 'neostijlen' van de 19de eeuw komen in het Statenkwartier voor naast motieven die invloed van de Art Nouveau en de bouwmeester Berlage verraden. Het linkerhuis vertoont naast Berlagiaanse onderdelen, zoals de natuurstenen hoekblokken en lateien boven de vensters, een smeedijzeren Art Nouveau hek boven de daklijst. Het rechterhuis, ontstaan in dezelfde tijd, heeft een trapgevel met gebeeldhouwde vleugelstukken in zuivere neorenaissancestijl. Foto: Dienst Stadsontwikkeling Den Haag. sommige plaatsen zijn oude villa's e.d. ge sloopt Om plaats te maken voor (lage) flat- bouw. En op weer andere plaatsen is de oude be bouwing vervangen door, eveneens na-oor- logsè, blokken. Dit laatste is dan wel het gevolg van de aantasting van de wijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. WESTWALL In de eerste plaats werd het Statenkwartier geschonden door de aanleg van de zgn. Westwall. Door die wal kwam ook een scheiding tot stand met Duinoord, de wijk die eerder dan het Statenkwartier tot stand kwam, maar die zoveel i gelijkenis met de laatstgenoemde woonwijk vertoont. In de tweede plaats werd het Statenkwartier meermalen getroffen door V I- en V Il-raketten, die in de buurt werden afgeschoten, maar hun einddoel (Engeland) niet bereikten. I TERUG NAAR HET STATEN KWARTIER De bewoners van het Statenkwartier hebben zich enige tijd geleden ook bezorgd gemaakt over hèt lot van de villa op de hoek van Eisenhpwerlaan en Oude Scheveningseweg. Die villa is een model-voorbeeld van Berla ge's architectuur (1898). Door haar op 't nippertje op de monumentenlijst te plaat sen bleef de opvallende villa voor het nage slacht bewaard. 'OUD-INDISCHGASTEN' Het Statenkwartier is, evenals overigens Duinoord, opgezet als woonwijk. Het uit breidingsplan-Duinoord kreeg tegen het ein de van de vorige eeuw zijn eerste aanzet, voor het Statenkwartier kwam het begin wat later. Vanwaar deze sterke uitbreidingsdrift? In de eerste plaats moet die worden toege schreven aan wat de oudere generatie de 'oud-Indischgasten' pleegt te noemen. Met hun (veel) verdiende geld lieten ze of zelf een huis bouwen of kochten een mooie wo ning, gebouwd door aannemers en een enke le bouwmaatschappij. Men kreeg immers een aantrekkelijk stedebouwkundig plan voor de nieuwe wijken voorgeschoteld. Maar niet alleen de 'oud-Indischgasten' voelden zich tot dat deel van Den Haag aan getrokken (we hebben het nog steeds over de periode rond de eeuwwisseling), ook menig zakenman uit Rotterdam wilde de geïndustri aliseerde Maasstad graag verruilen voor een comfortabele woning in een prettige Haagse omgeving. Het openbaar vervoer - ja zeker - zorgde in het begin van deze eeuw zelfs voor enkele speciale treinen naar Rotterdam, via de baan van de stoomtram, die van Scheve- ningen naar het Hollandse Spoorstation reed. Maar we dwalen enigszins af. Duinoord èn Statenkwartier hebben hun ont staan aan het particulier initiatief te danken. Het was de bankier D. F. Scheurleer die daarvoor een bouwgrondmaatschappij op richtte en voor Duinoord een plan ontwierp. Dat kon intussen in de ogen van de pas benoemde directeur van Gemeentewerken ir. J. A. Lindo geen genade vinden. Hij en Scheurleer hebben toen in goed overleg een aantal belangrijke wijzigingen in het straten- stramien aangebracht. Voor een groot deel verdween het rechtlijnige. Het is aan Lindo te danken, dat, zowel in Duinoord als in het Statenkwartier, met name de hoofdwegen een gebogen lijn kregen met daarop aanslui tend grotendeels lanen en straten, die recht toe, recht uit, op de tekenplank werden ge zet. Het herziene plan-Scheurleer verwierf in 1891 de goedkeuring van de gemeenteraad. De bouwgrondmaatschappij schreef toen een prijsvraag uit onder vooraanstaande architec ten. N. Molenaar werd de winnaar en van hem zijn nog panden te zien op de hoek Banstraat-Sweelinckplein. Zoals gezegd, na Duinoord (I en II) kwamen de plannen voor het Statenkwartier, dat overigens eerst 'Nieuw-Scheveningen' heette. Die naam was niet willekeurig gekozen, want het plan voorzag aanvankelijk in een bebouwing tot aan de kust. De voor de vissersbevolking zo rampzalige storm van 1894 was oorzaak, dat het plan voor 'Nieuw-Scheveningen' werd ingekort, want het kustgedeelte moest plaats maken voor de eerste (en later de tweede) vissershaven (1904). Tot op de dag van he den zijn in het Statenkwartier echter nog facetten van de oude opzet van de wijk te zien, zoals het einde van de Statenlaan, de Johan van Oldenbarneveltlaan en de Prins Mauritslaan. Alle drie lopen stuk op de grensstraten van het vissershavenkwartier.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 18