Welstandstoezicht
in Den Haag
82
BIJZONDERE AANDACHT VOOR MONUMENTEN
De Haagse gemeenteraad is akkoord gegaan
met een nota van Ben Wwaarin de hoofd
lijnen van een nieuw welstandsbeleid zijn
neergelegd; stadsgezicht en monumenten
zorg, zullen naar het zich laat aanzien, daar
door meer aandacht krijgen dan in het verle
den. Hiermee willen we niet zeggen, dat er
de laatste tijd niet meer begrip is gekomen
voor de 'zorg voor karakteristieke panden' -
het tegendeel is het geval - maar de wijze
waarop het welstandstoezicht nu al talrijke
jaren wordt uitgeoefend, heeft niet kunnen
voorkomen, dat het Haagse stadsgezicht in
menig opzicht is geschonden. En wanneer
we het hier over stadsgezicht hebben, dan
bedoelen we daarmee niet alleen de oude
historische kern, maar evenzeer de aangren
zende gebieden en die delen van de stad die
door niet tijdig ingrijpen waren verkrot en
daarom maar zijn gesloopt. In dit verband
was interessant een opmerking in het begin
van genoemde nota: 'Een ongecontroleerde
uitbreiding en vervanging van gebouwen zou
tot een ernstige ontsiering van het stadsbeeld
kunnen leidenDe cursivering is van ons en
met een bedoeling. Immers er kan moeilijk
worderi volgehouden, dat er in het jongste
verleden - eigenlijk sinds het einde van de
Tweede Wereldoorlog - door uitbreiding èn
vervanging van gebouwen in de stadskern,
geen sprake zou zijn van ontsiering. Er zijn
helaas hiervan voorbeêlden te over: de nieu
we ministerie-gebouwen in het zgn. Forum-
gebied en het Prins Bernhardviaduct, de ei
gentijdse raadzaal naast het 15e eeuwse stad
huis aan de Groenmarkt, om naar enkele te
noemen. In de nota werd opgemerkt, dat de
gemeente er op moet toezien, dat (bouw-
)plannen voldoen aan stedebouwkundige
plannen en voorschriften. Dit is eigenlijk
vanzelfsprekend, maar aan dat toezicht heeft
het toch wel ernstig ontbroken als we alleen
maar kijken naar de bebouwing noord-ooste
lijk van het nieuwe Centraal Station. Afge
zien van een esthetisch oordeel over die
nieuwbouw (Rijksarchief, Koninklijke Bibli
otheek; Paleis van Justitie en het in aanbouw
Uit de 'lego'-doos van het Rijk: de twee
ontsierende ministeriegebouwen in het oude
stadscentrum van Den Haag.
Foto: Haagsche Crt (Piet de Nijs).
zijnde ministerie van Buitenlandse zaken) is
vrijwel iedereen het er over eens, dat hier
sprake is van een stedebouwkundige mis
kleun van je welste. Door de opeenhoping
van vijf belangrijke gebouwen (ook het Ba-
bylon-complex dient te worden genoemd) is
de stadsplanologie geweld aangedaan, is het
zicht op die bouwwerken in sterke mate in
het gedrang gekomen.
In een gesprek, dat een medewerker van
NRC/Handelsblad (11 juli '81) had met
Sjoerd Schamhart noemt deze architect (van
o.a. het door vakman èn leek bewonderde
flatcomplex Couperusduin èn van het nieuwe
Rijksarchief) het Forumgebied 'de meest
dramatische ontwikkeling van de stad'. Mare
Chavannes, die het gesprek met Schamhart
voerde, schrijft aan het slot van wat eigenlijk
een vernietigend oordeel is over de naoor
logse planologie van Den Haag: 'Eén keer
liet de gemeente 's-Gravenhage een plan
voor de gehele stad ontwerpen (Dudok), om
helsde dat, en voerde er vervolgens een paar
flarden van uit. Later huurde men vreemden
om onderdelen opnieuw te tekenen; daar
werd lang over gepraat maar nog minder van
uitgevoerd.
LEGODOOS...
En intussen pakte Jan en Alleman zijn Lego
doos uit in de stad. Beleid is een te groot
woord voor wat er is gebeurd'. In het verle
den hebben we in 'Heemschut' soortgelijke
kritiek uitgeoefend op het stedebouwkundig
beleid van het Haagse gemeentebestuur.
Schamhart: 'Als je met iets komt dat even
ligt naast wat het kan opnemen, valt het weg.
Als ik zeg: het zou leuk zijn een concertzaal
aan het Plein te maken (met het nu nog
fungerende Ministerie van Buitenlandse za
ken: het oude 'logement van de stad Amster
dam (18e eeuw)' als uitgangspunt) dan wordt
de verwarring opeens zo groot dat men op
houdt met beslissen. De achtergrond van dit
alles is dat we weinig intelligent zijn en geen
contact kunnen krijgen'.
In de in de aanhef genoemde nota van B. en
W. werd intussen wel iets meer aandacht aan
dat contact geschonken: 'ook burgers moe
ten aan het welstandswerk kunnen deelne
men zodat zij zelf een bijdrage kunnen leve
ren aan het totstandkomen van een omgeving
die hen qua maat, schaal en herkenbaarheid
aanspreekt', aldus B en W. Het college stelt
deze bereidheid nu open door de vergaderin
gen van de Welstandscommissie (nieuwe
vorm) openbaar te doen zijn, door inspraak
te geven, door een duidelijk nieuwe opzet
van de commissie.
Wat deze nieuwe opzet betreft, B. en W.
wilden niet alleen de BNA zoals tot nu toe,
maar ook andere instellingen werkzaam op
bouwkundig-esthetisch gebied en op het ter
rein van monumentenzorg, verzoeken een
voordracht te doen waaruit een reeële keuze
van nieuwe leden zou kunnen plaatsvinden.
De benoeming van de leden wilden B. en W.
aan zich trekken en niet meer overlaten aan
de gemeenteraad, zulks 'om praktische re
denen'.
Met het oog op de beschermde monumenten