van Nederland gaat verhuizen 72 Het kleinste kerkje van Nederland gaat ver huizen. Het kerkje, 'De Rietstap' genaamd, staat in het Oostgelderse Dinxperlo aan - hoe kan het anders - de Rietstapperweg, op on geveer 100 meter van de Nederlands-Duitse grens. Het dreigt ingeklemd te worden tus sen moderne industriehallen. Het kerkje staat op de monumentenlijst. Niet alleen vanwege zijn leeftijd, maar ook omdat het zo klein is. Het meet niet meer dan 6 bij 4 en met 7 bezoekers binnen is het al dringen geblazen. Nederlands kleinste kerkje verhuist echter niet de vele kilometers die bestuurlijk Dinx perlo aanvankelijk voor 'De Rietstap' had uitgedokterd, maar slechts 50 meter. Dankzij een politiek afgedwongen beslissing blijft het kerkje in zijn historische omgeving en - ook belangrijk - in het zicht van het statige gebouw, waarmee zoveel 'wel en wee' is gedeeld: het koetshuis, dat te boek staat als 'laatste restant van havezathe'. De Rietstap' en in de volksmond dan ook steevast als 'havezathe' wordt aangeduid. Dat koetshuis wordt niet afgebroken, zoals aanvankelijk de bedoeling was. Na de al geminimaliseerde verhuizing een tweede winstpunt voor de plaatselijke stichting 'Be waar 't Olde', die zich ondermeer liet advi seren door de Gelderse Monumenten Com- Het kerkje of kapelletje De Rietstap is in 1911 gebouwd als rooms-katholiek bede huis. De bouwgeschiedenis is even curieus missie. TESTAMENT l "I 'W* ïf\ .'.V'fcï/T -S als het kerkje zelf. Ze begint in 1909 bij ene Te Rietstap, een nazaat van de 17de-eeuwse pachters van de graven van Culemborg. De ze Te Rietstap vermaakt in zijn sterfjaar bij testament gronden en gebouwen rond de ver dwenen havezathe De Rietstap aan de 'Zus ters van Liefde' in Tilburg, omdat die zo goed voor zijn eigen zuster hebben gezorgd. Voorwaarde is wel dat op de betreffende grond een klooster wordt gebouwd met ka pel. In dat kerkje moet dan een eigentijds schilderij worden geplaatst, voorstellend 'de kruisafname van Christus'. De Tilburgse Zusters verwerpen de erfenis, omdat ze geen geld hebben om aan de bouw- voorwaarden te voldoen. Dat geld heeft wel de volgende kandidaat: mr. Theodore Marie Theophile te Rietstap, een neef van de over ledene. Hij is notaris in Den Haag en oud consul van Monaco. Theophile weet onder de bouwplicht van het klooster uit te komen en kan zich aldus be perken tot 'het oprichten ener kapel'. Op 17 november 1911 verlenen B. en W. van Dinx perlo de bouwvergunning. In 1922 komt het hele complex in de openbare verkoop. De kapel en de in 1898 gebouwde koetshuis boerderij komen dan in handen van pachters familie Koenders, die voorkeursrecht van koop heeft. Deze familie verwerft ook het schilderij van de kruisafname. KIPPENHOK Kapel De Rietstap heeft nooit als kerk dienst gedaan. Afgezien van de beperkte ruimte ligt ze daarvoor ook te ver van de bewoonde wereld. De spaarzame keren dat in de kerk is gebeden hebben slechts betrekking op de boerenknechten, die hier vroeger bij slecht weer hun 'twaalfuurtje' oppeuzelden. Omdat destijds ook de pachtersfamilie niet goed raad weet met de grillige testamentsbepaling heeft het gebouwtje talrijke functies gehad, zelfs die van kippenhok. De gemeente Dinxperlo ziet in 1979, als de economie nog redelijk is, langgekoesterde industriële plannen in vervulling gaan als het hele Rietstap-complex te koop wordt aange boden, omdat de familie Koenders in Gro ningen een betere boerenboterham verwacht. Die ontwikkeling brengt gelijktijdig de toe komst van Nederlands kleinste, maar inmid dels zwaar vervallen, kerkje in gevaar. De bedrijfshallen rukken op en op het laatst zijn de koetshuis-boerderij en het in weelde- ring groen verscholen kerkje nog het enige rustpunt temidden van alle bedrijvigheid. Dat is rond 1979 en het kerkje staat dan, in tegenstelling tot het aangrenzende koetshuis, al 3 jaar lang op de monumentenlijst, als 'curiositeit'. Het is in die tijd dat, mede om de bedreigde toekomst van De Rietstap, in het grensdorp Dinxperlo de stichting 'Be waar 't Olde' wordt opgericht. Kerkje De Rietstap te Dinxperlo

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 22