(I I» Kantoorge- I wooneenheden, bouwen I 66 k. Stedebouwkundig: de straten zijn te smal, waar moeten de auto's blijven? Kaalslag en herverkaveling is het enige antwoord. Ook hier geldt: de tijden veranderen en blij ven dat doen. Het levensbeeld van 1983 is ook geen wet van Meden en Perzen voor 1990. Er gebeurt zelfs heel wat op het gebied van 'wonen'. Veel, dat weer tendeert naar een meer aardse, 'kleinschalige' leefstijl, waarbij autogebruik vermindert en de locale activiteiten in werkplaatsen, gemeenschap pelijke tuinen, de 'buurt', een belangrijker plaats innemen. Eerdergenoemde voorbeel den van 19de eeuwse arbeiderswijken die, na aanvankelijke verpaupering, weer geheel op gebloeid zijn bewijzen dit. Natuurlijk, soms kan het fijn zijn om ruimte te scheppen voor een kinderspeelplaats, wat bomen, of ge woon ruimte, lucht, in een dicht opeenge pakte buurt en daarvoor iets te slopen. Soms kan het beter zijn de met achter-aanbouwen dichtgeslibde binnenterreinen (gedeeltelijk) op te schonen. Maar hele buurten kaal slaan, nou nee.niet nodig. THEORIE IN DE PRAKTIJK Na het lezen van hierbovenstaand pleidooi vóór behoud, of liever gezegd ontzenuwen van de geijkte argumenten vóór sloop, zal men - zelfs de verstokte 'sloper' - hopelijk zeggen: accoord, behouden! Maar direct daarna terecht vragen Hoe? Wat doen met die gebouwen? Hierover is in het algemeen weinig te zeggen, behalve dat er altijd wel een oplossing te vinden is; elk gebouw heeft zijn eigen mogelijkheden, biedt in zijn (ste- debouwkundige/sociale) context ruimte voor slechts bepaalde bestemmingen, stelt ons voor specifieke bouwtechnische problemen. Maar er is een oplossing te vinden, als men maar wil. Stel dat een gebouw met sloop bedreigd wordt, en dit voornamelijk vanwege plan- of bouwtechnische redenen, dan zijn ruwweg de mogelijkheden: - Bij gelijkblijvende bestemming. Revalida tie, een strategische en eenvoudige vorm van restaureren/opknappen van het huis/gebouw De Steeg (gemeente Rhenen), villa 'Kastenjeoord'. Deze zal, samen met de naastgelegen villa 'Avondrood', naar alle waarschijnlijkheid verbouwd worden tot in totaal 20 zelfstandige tweepersoons wooneenheden (huren van 230,- kale huur. ter opheffing van deze gebreken. Alleen waar puur noodzakelijk, worden de manke menten verholpen, zonder onnodige ver fraaiingen of stijlveranderingen (modernise ring). Wél technisch veiligstellen van het casco voor de komende 50 jaar; thermische en acoestische isolatie meestal inbegrepen. Kosten; tussen 50,- en 350,-/m3, all-in, afhankelijk van het soort gebouw en de ge breken. Behandeling van een monument is bij revalidatie niet principieel anders dan een gewoon gebouw. De praktijk leert dat er meestal wel fondsen te vinden zijn om deze revalidatie onder 'sloopdreiging' te bekosti gen (particulieren, rijksgelden uit hoofde van woningverbetering, monumentenzorg, werk- gelegenheidsfondsen). Revalidatie is sowie so goedkoper dan sloop-nieuwbouw, aange zien de goedkoopste vorm van nieuwbouw al rond de 400,-/m3 all-in kost. Daarbovenop komen nog sloopkosten, grondkosten, rente verliezen over braakliggen, tijdelijke huis vesting van bewoners, extra infra-structurele kosten in verband met gewijzigde situatie, vertragingên ten gevolge van actiegroepen enzovoort. Bovendien worden bij nieuw bouw de plankosten hoger, omdat vaak ver schillende ontwerpen gemaakt moeten worden. - Bij gewijzigde bestemming zijn de kosten meestal hoger dan bij gelijkblijvende, omdat er meer verbouwd en aangepast moet wor den. Overigens kan bij gelijkblijvende be stemming óók een grote dosis verandering noodzakelijk zijn in verband met gewijzigde behoeftes, die overigens na korte tijd wéér, en wel cyclisch, kunnen veranderen. Pas het gebouw dus niet te voortvarend aan! Bij min of meer aanzienlijk verbouwen zullen de kosten daarvoor bij revalidatie tussen de 150,r en 400,-/m3 liggen. Men kan denken aan de volgende wisse lingen: Kerk—>woningen Gevangenis—jongerencentrum Grote woon huizen .Winkelpanden I kleme (woningwet-) Kleine fabrieks- woningen m of groepswoningen gebouwen r Schoolgebou wen1, seminaries Kazernes, kloos ters Kantongerechtsgebouw—kantoorcomplex Kasteel—>restaurant Schoolgebouw—^expositieruimte Stationsgebouw—»tandartspraktijk enzovoort VOORBEELDEN Van al dit soort wisselingen bestaan recente voorbeelden. Een bijzonder rekbare en veel toepasbare oplossing voor veel oude gebou wen is de eerdergenoemde aanpassing tot zogenaamde Van Dam-eenheden, via een Rijksregeling gesubsidieerde woon-eenhe- den voor 1- en 2-persoons-huishoudens, zo wel in de nieuw- als in de verbouwsfeer naaci (SI IS n sss Sas SM I3BM" m rel Nll lil n in ïlNJ? V_l IIII I ïit ii ii mm lïiTir in ll lil lil Druten, het voormalige hoofdgebouw van de inrichting 'Boldershof' (rechtervleugel, achtergevel). Dit zal hoogstwaarschijnlijk verbouwd worden tot 64 wooneenheden van verschillende grootte en een regionaal museum in het middelgedeelte (kapel) en het souterrain. (woningwet- en premiesfeer). Het voordeel bij deze wooneenheden is dat de Model Bouwverordening op een aantal punten niet strikt gehanteerd hoeft te worden, en uitge gaan kan worden van 'ruimteprogramma's' in het zogenaamde 'Witte Boekje', speciaal voor deze Van Dam-eenheden opgezet. Zo is bijvoorbeeld de aanwezigheid van een privé- buitenruimte (tuin of balkon) bij een woon- eenheid verplicht, hetgeen bij de ombouw van grotere oude gebouwencomplexen een uitkomst is, waar het aanbrengen van bal kons tot onoverkomelijke problemen zou leiden. Een aparte categorie vormt de zogenaamde groepswoning, waar gemeenschappelijk ge bruik gemaakt wordt van keuken, natte ruim tes, zitkamer, en dergelijke. Voor die 'doel groep' behoeven grote oude woonhuizen (patriciërshuizen, pastorieën) vaak nauwe lijks verbouwd te worden, een zeer goede bestemming voor dit soort panden dus. De maximaal mogelijke stichtingskosten voor Van Dam-eenheden bedragen tussen de 350,- en 500,-/m3, afhankelijk van de soort (van groepswoning tot geheel onafhan kelijke 1-, 2- of 3-persoonseenheden), waar bij dit in een huur resulteert van 4 a 4'/)% van het geïnvesteerde kapitaal (meestal tussen de 45.000,- en 90.000,- per eenheid). Neemt men voor de verwerving een bedrag aan van zo'n 50,- tot 75,- per m3, hetgeen bij grotere oude gebouwen normaal is, dan volgt meteen het bedrag dat voor verbouwen/reva lideren ter beschikking staat: tussen de 275,- en 450,- per m3, dit uiteraard all- in, dat wil zeggen inclusief aansluitkosten, honoraria enzovoort. Dit blijkt meestal haal baar. Voorwaarde voor de realisering is dat een zogenaamde toegelaten instelling (woning-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 16