42
deken Wouters het portaal tot Noodkistkapel
verbouwd worden. De glas-in-lood-ramen
herinneren nog daaraan.
PARALLEL
De overeenkomst met wat wellicht staat te
gebeuren is frappant. Opnieuw is het voor
stel gedaan om de beide hallen aan het Vrijt
hof van toegangen te voorzien. Daarmee ko
men de kapellen te vervallen, wat zonder
meer verdere onttakeling van het programma
van deken Rutten betekent. Niet om diens
ideële motieven, noch om het behoud van de
neo-gótische uitmonstering, doch om prakti
sche redenen heeft men zich thans tegen dit
plan verzet. Argumenten als tocht en de on
handige circulatie van de kerkgangers
worden daarbij aangevoerd. Tegenover el
kaar staan nu twee - onderling tegenstrijdige
- historische standpunten (Rutten versus De
Stuers) enerzijds, min of meer vertegen
woordigd door de overheid, en de wensen
van de gebruiker anderzijds. Deze zijn be
halve praktisch vooral emotioneel van kleur:
vooral zij die nog opgegroeid zijn in de sfeer
van hét Rijke Roomsche Leven, uitvloeisel
van dé katholieke emancipatie waarvan Cuy-
pers' werk een exponent vormt, verzetten
zich sterk tegen het behoud van deze 'bid-
prentjesstijl'. Gemakshalve wordt vergeten
dat toekomstige generaties, opgegroeid zon
der deze erfenis, vanuit heel andere gezichts
punten een oordeel over diezelfde Cuypers
zullen) vellen. Het gesloten houden van de
portalen betekent voor het moment nog niet
automatisch de redding van deken Riittens,
qua devotie, 'achterhaalde' programma. Ook
op dit punt is de besluitvorming gestagneerd.
Daarmee is de cirkelgang rond.
ONTDEKKING IN DAGKAPEL
Hoe gevaarlijk het is om beslissingen over
Cuypers' uitmonstering uit te stellen, die zo-
pletering van deken Ruttens programma.
Daarbij kwam dat Cuypers vanaf het Vrijthof
gezien het - in oorsprong elfde eeuwse -
schema van de absis, geflankeerd door twee
grote portalen - één ingericht als Sacra
mentskapel en de ander bestemd voor de
verering van het H. Hart - direct herkende
als verwant met de oostpartij van de Dom
van Mainz, die hij in de jaren 1870 tot 1877
gerestaureerd had. Op aandringen van De
Stuers werd de hal in haar oude staat terug
gebracht. Het Rijk had als voornaamste geld
schieter 'zijn' zin gekregen.
Pas in 1929 zou op initiatief van pastoor-
Ontwerp van Jos Cuypers voor de Kapittelzaal,
daarna de voormalige schatkamer die thans wordt
verbouwd tot dagkapel en sacristie. Collectie
NDB, Amsterdam.
!i ffio[tr;i![É dates M foiÉgg të iffijjdaA'-.
Tekening toegeschreven aan Victor de Stuers
(Monogram VdS 2 avril 64).
Het zuidportaal aan het Vrijthof, in 1886 bestemd
om verbouwd te worden tot kapel van het H. Hart.
Behalve het open portaal is, uiterst links, de
barokke middentoren nog zichtbaar die in 1888
werd afgebroken.
als we zagen in meer opzichten illustratief
mag heten voor negentiende-eeuwse restau-
ratie-idealen, toont de verbouwing van de
dagkapel. Onder de in de jaren '30 aange
brachte witte verflaag van de wanden kwam
in niet al te beste staat de negentiende-eeuw
se decoratie tevoorschijn: een blauwgroene
lambrisering van sjablonen, 'overdekt' met
de typische Cuypers-gordijntjes - geschil
derd uiteraard - en nagebootst metselwerk
van rode voegen op een licht fond daarbo
ven. De voorbeelden van deze sierkunst
vindt men terug in het Beredeneerde Woor
denboek der Franse Architectuur van de XI-
de tot de XVIde eeuw (1854-1868), waar in
deel VII Cuypers' grote vriend E. E. Viollet-
le-Duc uitvoerig ingaat op de middeleeuwse
schilderkunst. Verre van deze te vervalsen of
zo goed na te maken, dat het resultaat geen
eigentijds karakter draagt, bedoelde Cuypers
en de zijnen met hun werk een middeleeuws
geïnspireerd geheel te scheppen, overeen
komstig de bestemming van de schatkamer.
De wanddecoratie dreigt vrijwel zeker te ver
dwijnen om de simpele reden, dat men haar
niet 'móói' vindt. De gewelfschilderingen
daarentegen, bestaande uit bijzonder fraaie
ranken met eiken bladeren en bloeiende pas
siebloemen, welke thematisch gezien uitste
kend aansluiten bij de kapiteeltjes met enge
len, die de passiesymbolen - de lijdenswerk
tuigen - dragen, zijn kennelijk aanvaardbaar
genoeg om voorzichtig blootgelegd te wor
den. Zij danken hun voortbestaan aan hun
toevallige ontdekking door de stucadoor, die
verifieerde of de bestaande verflaag wel vol
doende hechting bood voor verse pleister!
Gesteld voor een fait accompli is men tot
conservatie overgegaan. Afgezien van de
unieke gelegenheid, die zich hier voordoet
om het publiek kennis te laten maken met
een schoon en compleet Cuypersinterieur, is
het te betreuren dat bij gebrek aan duidelijke
uitspraken min of meer willekeurige ad hoc-
beslissingen het verloop van de werkzaam
heden bepalen. In dat geval kan het ergste
gevreesd worden voor de westbouw, die bol
staat van de voorwerpen en niet te vergeten
de decoratie, waar men van af wil. Nog altijd
is Maastricht zijn door vroegere kunsthistori
ci en kritikasters opgelegde frustraties over
Cuypers' zwaar verminkte middentoren niet
kwijt. Kortom, bezinning is hard nodig.
Wie op de hoogte wenst te blijven van het
wel en wee van de restauratie der St. Ser-
vaaskerk kan zich abonneren op het Twee
maandelijks Bulletin De Sint Servaas ad
25,- per jaar. Redaktieadres: postbus 607,
6200 AP Maastricht.