41 10 i: Plattegrond der St. Servaaskerk van P. J. H. Cuypers ca. 1885 NDB te Amsterdam. 1) Absis met het altaar voor de Noodkist 2) Koortorens 3) Koortravee 4) Hoogaltaar 5) Voormalig portaal, ingericht tot Sacramentskapel 6) Toegang, waarboven de schildering van het Laatste Avondmaal 7) In 1885 nog bestaand portaal, bestemd tot kapel voor het H. Hart. 8) Oostelijke transeptwand met de nog verborgen doorgang, waarboven de schildering van de Verheerlijking van het H. Hart zou komen. 9) Kapel van het H. Aanschijn. 10) Kapel van de H. Eligius en de H. Marculphus. r "S -'Xf.Wv nauwkeurig terugvinden hoe het interieur van de St. Servaaskerk 'gesticht' werd door merendeels aanzienlijke Maastrichtse fami lies, wier nazaten dat vandaag de dag helaas al vergeten zijn. Deken Rutten fungeerde daarbij als promotor en zorgde er voor dat de plannen vorm kregen in een door hem uitge stippelde devotionele context. Het kon niet anders of de belangen van de Stuers, die er een archeologische visie ten aanzien van res taureren op na hield, moesten bij tijd en wijle wel in botsing komen met die van pastoor deken Rutten. Dit gebeurde onder meer tij dens het herstel en de herinrichting van de transeptarmen met de daarop aansluitende, dichtgezette portalen en de kapellen (zie plattegrond). Aangezien de kans groot lijkt dat men gedurende de komende restauraties voor hetzelfde dilemma komt te staan als toen, willen we dit geval nader toelichten. Deken Rutten had voor ogen om in de oost partij van de kerk een ingenieus devotioneel programma uit te werken rondom het Lijden en de Triomf van Jezus Christus. Centraal staat het priesterkoor met het hoofdaltaar, waar tijdens de H. Eucharistie Christus' lij den, sterven en verrijzenis op onbloedige wijze herhaald worden. Ter linkerzijde daar van, in het in 1811 gesloten portaal, bevindt zich de kapel waar het H. Sacrament be waard en vereerd wordt. In verband daarmee is de Communiebank pal voor de toegang geplaatst, waarboven de monumentale wand schildering van het Laatste Avondmaal het geheel visueel accentueert. Aan de rechter zijde zou de nog bestaande hal verbouwd worden tot kapel van het H. Hart van Jezus, een devotie die gebaseerd was op de getuige nis van Johannes, dat bij het doorboren van het Hart van de gekruisigde Christus water en bloed uit de wonde stroomden, symbolen van het H. Doopsel en de H. Eucharistie. Deze ruimte wordt nadrukkelijk aangekon digd door een wandschildering, gewijd aan de Verheerlijking van hetH. Hart. Daarnaast richtte men een kapel in voor het H. Aan schijn met de Zweetdoek van Veronica, wel ke gold als een voorteken voor de gelovigen, die immers door de triomf op de dood in het Hiernamaals ten eeuwigen dage Gods Aan schijn zouden mogen aanschouwen. Hoe groot het belang was dat deken Rutten aan de beleving van deze devotie hechtte, mag ook blijken uit de oprichting van de broederschap van het H. Aanschijn, terwijl de broederschap tot gedurige aanbidding van het Allerheiligst sacrament nieuw leven in geblazen kreeg. Dit zonder meer heel bijzondere negentien- de-eeuwse decoratie-concept is door toedoen van De Stuers nooit ten volle verwezenlijkt. Tijdens een onderzoek in de portaalhal trof Cuypers de oude doorgang naar het transept aan, voorzien van toegangen en al. Deze bouwkundige aanwijzing omtrent de authen tieke werking van het portaal werd door De Stuers van groter belang geacht dan de com- De monumentale schildering van het Laatste Avondmaal boven de toegang naar de Sacramentskapel. Foto: W. Haakma Wagenaar, Amsterdam.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 7