46 Van de objecten die ter kennis van de com missie worden gebracht worden door het se cretariaat foto's gemaakt. Soms wordt daar vóór door de commissie of enige leden ter plaatse gekeken. Overige gegevens worden ook door het secretariaat ingewonnen, zoals over kadastrale situatie, eigendom, hypo theek etc. Veel gegevens van geschiedkundi ge aard worden uit het gemeentearchief ge haald. De technische omschrijvingen maakt, zoals gezegd, de secretaris/deskundige van de provinciale monumentencommissie. Aan de hand van die gegevens komt de com missie tot een eindoordeel en stelt een defini tief advies op aan B. en W. Daarmee is de taak van de commissie in het proces voorlopig beëindigd. Van belang is nog wel dat de secretaris van de commissie op het moment dat het advies aan B. en W. wordt gezonden, een afschrift daarvan zendt aan de eigenaar met informatie over de ver dere procedure en een exemplaar van de ge meentelijke verordening. Daarbij wordt ook een gemeentelijk Infoblad gesloten, waarin doel en procedure van de gemeentelijke mo numentenlijst worden uiteengezet. Direct daarna wordt ook de pers ingelicht over de uitgebrachte adviezen. Dat de eige naar in dit stadium wordt ingelicht is belang rijk, omdat hij zijn eventueel bezwaar reeds dan - zij het niet op grond van een voorge schreven procedure - ter kennis van B. en W. kan brengen. Van die mogelijkheid wordt in toenemende mate gebruik gemaakt. Een voorzichtige schatting zegt dat als alle wijken in de gemeente zijn uitgekamd, de gemeentelijke lijst ongeveer 250 a 300 ob jecten zal bevatten. Voorlopig is er dus nog werk genoeg. Overigens zal de commissie ook ingescha keld moeten worden bij het beoordelen van verzoeken om sloping of wijziging van ge meentelijke monumenten. PLAATSING OP DE LIJST Zodra Ben Whet advies van de commissie ontvangen vragen zij daarop eerst commen taar van een aantal gemeentelijke diensten om te voorkomen dat een eventuele plaatsing op de lijst eerder genomen besluiten omtrent een bepaald object doorkruist. In Apeldoorn is de procedure als volgt: B. en W. besluiten tot voorlopige plaatsing en ge ven daarvan kennis aan eigenaren en hypo theekhouders. Dezen hebben dan de moge lijkheid om bezwaar te maken bij B. en W. Verklaren B. en W. de bezwaren ongegrond of komen er geen bezwaren dan beslissen zij definitief over de plaatsing. Daarna is er be roep mogelijk op de gemeenteraad en vervol gens nog eens op de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State op grond van de Wet Arob. Bij deze formele procedure moeten bepaalde termijnen in acht worden genomen. Op bezwaarschriften bij B. en W. wordt niet beslist dan nadat de monumentencommissie is gehoord. Heeft iemand een bezwaarschrift ingediend dan wordt dit meestal - indien het bezwaarschrift althans ongegrond wordt ver klaard - gevolgd door een beroepschrift bij de Raad. Bij het beoordelen van een bezwaarschrift heeft dé monumentencommissie de gewoon te in het leven geroepen om daarbij het resul taat vah een onverplicht horen van de be zwaarmaker te betrekken. Tegen de 85 besluiten tot plaatsing op de lijst werd in 17 gevallen bij de Raad een beroepschrift ingediend. In één geval werd het beroep door de gemeenteraad gegrond verklaard en het pand dus van de lijst afge voerd, in 16 gevallen werd het beroep onge grond verklaard. Die bezwaar- en beroep schriften vertonen inhoudelijk een merk waardige overeenstemming. BEZWAREN Door de plaatsing op de monumentenlijst, zelfs al door voorlopige plaatsing, worden de verbodsbepalingen van de verordening van toepassing. Deze zeggen o.a. dat het verbo den is een beschermd monument zonder ver gunning van B. en W. af te breken of in enig opzicht te wijzigen. Daardoor wordt de eigenaar beperkt in zijn vrije beschikkingsbevoegdheid over zijn ei gendom. Het bezwaar op zichzelf is terecht. Dat bete kent echter niet, dat het bezwaar zou moeten leiden tot niet-plaatsing. Vele in het alge meen belang getroffen overheidsmaatregelen hebben datzelfde gevolg, namelijk beperking van het eigendomsrecht. Het gaat er alleen om hoever die beperking gaat. BESTEMMINGSPLAN Een veelgehoord bezwaar is voorts, dat de gemeente door panden op de gemeentelijke lijst te plaatsen eigenlijk bezig is met iets dat via een bestemmingsplan geregeld zou moe ten wórden. Het gaat volgens die redenering meestal om objecten die niet een dergelijke kwaliteit hebben dat ze de Rijksmonumen tenlijst halen, maar veel meer om het bewa ren van de karakteristiek van een bepaalde wijk. In Apeldoorn werd dit gesteld ten aan zien van een aantal kapitale herenhuizen rondom het Oranjepark en deze hebben wel degelijk grote waarde. Nu is het op zichzelf waar dat er een nauwe relatie is tussen een bestemmingsplan en het aanwijzen van een pand als monument. Bij een bestemmingsplan kan van alles geregeld worden, zoals de bouwhoogte, de diepte, de plaats, het gebruik etc. Wat echter niet geregeld kan worden is de karakteristiek, juist het behoudens waardige, van het gebouw zelf. Een bestemmingsplan kan immers niet voorkomen dat een gebouw gesloopt wordt en kent ook geen bouwplicht. Er is dus veel meer sprake van een elkaar aanvullen en ondersteunen van bestem mingsplan en monumentenlijst. De onder steuning is zelfs noodzakelijk. Als het moge lijk is om op grond van een bestemmingsplan een monument te slopen en daarvoor in de plaats een blok woningen te bouwen is het erg moeilijk de sloopvergunning op grond van de Monumentenwet te weigeren. Economische, volkshuisvestelijke en andere aspecten krijgen dan dikwijls meer aandacht dan culturele. Daarom is het nodig dat be stemmingsplan en monumentenlijst op el kaar aansluiten. Het bestemmingsplan is bij uitstek het juridisch kader waarbinnen al die belangen tegen elkaar kunnen en moeten worden afgewogen. De monumentencom missie in Apeldoorn draagt daarom steeds gegevens aan voor het ontwerpen van be stemmingsplannen. Kerklaan 49. Villa, die vanwege zijn bouwstijl, gevelindeling en -ornamenten een bepaalde 19de- eeuwse karakteristiek vertoont.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 12