fn^m 1 j li- -
j!_
i
i -
-58hs
45
jïjfe.:'xVi*v
V$*%
\^-
'4
'S t
Ur
i
-vsr-r
-Ml
a.v,-- vl 'ïj«-!
numenten en de advisering over monumen
tenzorg in zijn algemeenheid.
Eerst iets over de samenstelling van de com
missie. In de eerste plaats is de gemeente
zelf hierin vertegenwoordigd. Oorspronke
lijk was gedacht aan de gemeente-architect.
Bij gebreke daarvan tot nu toe hebben B. en
W. het hoofd van de afdeling bouwkunde en
volkshuisvesting van de dienst der gemeen
tewerken benoemd. Voorts is er een verte
genwoordiger van de provinciale monumen
tencommissie in de persoon van de heer
Mooibroek, secretaris/deskundige van de
provinciale commissie. (Zie ook het artikel
over de Gelderse monumentenzorg van de
hand van de heer Mooibroek in Heemschut
jrg. 1981, blz. 144 e.v.). Hij is de man die
onder meer de technische omschrijvingen
van de objecten maakt. Als derde heeft zit
ting in de commissie een vertegenwoordiger
van de plaatselijke architecten, daartoe voor
gedragen door de kring B.N.A. Van de com
missie maken verder deel uit de conservator
van het Historisch Museum en een vertegen
woordiger van de plaatselijke bevolking,
wiens belangstelling op dit terrein bekend
Loolaan 24. Statig landhuis uit 1842, dat wegens
zijn schoonheid en bouwstijl medebepalend is
voor de karakteristiek van de Loolaan.
Ook de berging/bakhuis, hekken en de
tuinindeling zijn nog oorspronkelijk.
grote betekenis voor de bevolking'. Die toe
voeging bleek in de Apeldoornse praktijk erg
belangrijk. Eerlijkheidshalve moet hieraan
worden toegevoegd dat we, op het moment
dat we de verordening ontwierpen, geen idee
hadden in welke gevallen we dat criterium
van stal zouden moeten halen.
Als voorbeeld .kan de geschiedenis van het
Echoputhuisje genoemd worden.
De Echoput, in 1810 op last van Lodewijk
Napoleon gegraven, werd in de afgelopen
decennia veelvuldig bezocht door op school
reisje zijnde kinderen. Eén voor één mochten
die kinderen, maar ook volwassenen, in die
put roepen 'Wezel'. Na zich door de echo te
hebben laten uitmaken voor ezel, nuttigde
men in het plaatselijk restaurant een glaasje
limonade.
Boven en om de put staat een in 1905 ge
bouwd huisje zonder bijzondere schoonheid,
maar dat wel een grote gevoelswaarde blijkt
te hebben.
De exploitant van het nabijgelegen restaurant
wilde om hier niet ter zake doende redenen
het huisje slopen. Gelukkig vóór de realise
ring van zijn plannen werd zijn voornemen
bekend en veroorzaakte een stroom van pro
test uit de plaatselijke bevolking. Betoogd
werd dat de echoput de echoput niet meer
zou zijn als het huisje weg was. Ook zou de
echo verloren gaan bij een put zonder huisje,
mede als gevolg van het voorbijrazende ver
keer. Gevolg: het huisje is als van grote
betekenis voor de bevolking op de gemeente
lijke monumentenlijst geplaatst. Triester ge
volg is dat de exploitant het huisje afgesloten
heeft en dat de put alleen tot leven te brengen
is op afspraak.
Genoemd criterium kan natuurlijk ook ge
bruikt worden voor het plaatsen van gedenk
tekenen op de lijst, hetgeen dan veelal in
'combinatie met het genoemde criterium, de
geschiedkundige herinneringen, kan ge
schieden.
Het is natuurlijk prachtig om een aantal ken
merken te kunnen hanteren die bij de beoor
deling van de vraag of iets beschermd moet
worden bepalend zijn. Het is echter in de
praktijk erg moeilijk om aan die criteria in
houd te geven. De Bond Heemschut heeft in
zijn nota 'Enige problemen bij de bebouwing
in een historische omgeving' normen ont
wikkeld die kunnen worden gehanteerd om
te bepalen of een object waardevol is. (Deze
nota is integraal opgenomen in 'Heemschut'
jrg. 1979, blz. 96 e.v. en komt uitgebreid ter
sprake in het artikel 'De gemeentelijke Mo
numentenverordening' in het afgelopen fe
bruarinummer van Heemschut).
De monümentencommissie Apeldoorn ging
niet van start met een duidelijk uitgewerkt
normenstelsel in de hand. Die zijn in de
praktijk gegroeid. Achteraf blijkt dat - hoe
wel meestal niet expliciet genoemd - de nor
men van de Bond Heemschut in Apeldoorn
voor een belangrijk deel werden toegepast.
MONUMENTENCOMMISSIE
Zoals opgemerkt, regelt de Apeldoornse ver
ordening ook de instelling van de monumen
tencommissie en de samenstelling daarvan.
De commissie heeft tot taak de gemeenteraad
en B. en W. op vérzoek of eigener beweging
voor te lichten en te adviseren over de uit
voering van de verordening en over al datge
ne wat in het belang is van de gemeentelijke
monumentenzorg. Onder dat laatste valt bij
voorbeeld ook de advisering over subsidie
aanvragen voor de restauratie van Rijksmo-
ADVISERINGSPRAKTIJK
De commissie is haar activiteiten begonnen
in augustus 1977. In de eerste 3 jaar is de
commissie erin geslaagd 85 objecten, meren
deels woonhuizen, op de gemeentelijke mo
numentenlijst te krijgen. Overigens werden
tegen verschillende plaatsingen beroep
schriften bij de raad ingediend.
In het begin werden er uit de burgerij en
vanuit allerlei gemeentelijke diensten zo veel
objecten aangedragen dat de advisering niet
bepaald gestructureerd verliep. Er was eer
der sprake van een ad hockerig gedoe. Zo
langzaam aan werd echter een beetje zicht op
de grote lijnen verkregen en wordt de ge
meente wijk voor wijk bekeken.
Dat er in eerste instantie weinig structuur in
zat is de commissie wel eens opgebroken.
Een advies over een enkel pand waarvan de
commissie had vernomen dat het gesloopt
zou worden, werd bijv. door B. en W. niet
overgenomen, omdat daarbij niet was geke
ken naar omringende vergelijkbare panden.
Of de commissie al betoogde dat het betref
fende pand wel gesloopt zou worden, het
mocht niet baten. Het pand is dus gesloopt.
Van het college wel begrijpelijk. Dat is per
slot van rekening politiek verantwoordelijk
voor het monumentenbeleid. Er is ook een
plaatsing op de lijst in beroep ongedaan ge
maakt door de gemeenteraad op grond van
gebreken in de motivering. Het betrof een
winkelpand in een winkelstraat, waar ook
andere nog aardige panden aanwezig zijn,
maar waarvan meestal de onderpui gemoder
niseerd is en het karakteristieke alleen in de
bovengevel is overgebleven. Na uitgebreide
beschouwingen is de commissie tot de con
clusie gekomen dat het weinig zinvol is die
restanten op de lijst te plaatsen, hoewel daar
toe formeel wel de mogelijkheid aanwezig
is, gezien de Kroonjurisprudentie op grond
van de Monumentenwet.