De praktijk van de gemeentelijke monumenten veror dening in Apeldoorn 44 DOOR MR. W. SILFHOUT* In steeds meer gemeenten wordt momenteel overwogen of het zinvol is om objecten die (nog) niet voor plaatsing op de rijksmonumentenlijst in aanmerking komen, op een gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Ook de publicatie van een nieuwe model-monumentenverorde- ning door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) waarmee de gemeenten gesteund worden in hun streven deze eigen verantwoordelijkheid vorm te geven, wijst daarop. Het behoeft geen betoog dat de ervaringen die met een gemeentelijke monumentenlijst in bepaalde gemeenten zijn opgedaan tot le ring kunnen strekken van gemeentebestuur ders en -ambtenaren, die moeten adviseren over het al of niet instellen van een monu mentenlijst in hun gemeente en de daarop geënte activiteiten. De gemeente Apeldoorn heeft slechts een goede 30 rijksmonumenten. Maar binnen die gemeente is daarnaast zeker een aantal objecten aanwezig die het waard zijn behouden te worden. Daaronder vallen bijvoorbeeld de kapitale villa's uit het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw en molenrestanten, o.a. van de papierindus trie etc. De in Apeldoorn opgedane ervarin gen met het opzetten van een gemeentelijke monumentenlijst gedurende enige jaren, zijn interessant genoeg om aan het papier toe te vertrouwen. Als secretaris van de gemeente lijke monumentencommissie in Apeldoorn en als beleidsambtenaar, belast met de advi sering over dit soort zaken aan het college van B. en W., heeft schrijver dezes het ge meentelijke reilen en zeilen op dit punt van nabij meegemaakt. Genoemde praktijkervaringen zullen worden geschetst aan de hand van een aantal hierna te behandelen onderwerpen. Mr. W. Silfhout wijdde in het vorige nummer van Heemschut een artikel aan de gemeentelijke monu mentenzorg in het algemeen, waarbij de nadruk lag op het juridisch instrumentarium. Ruime aandacht werd in dit artikel besteed aan de nieuwe modelveror dening (1982) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met als titel 'Monumenten en gebouwde omgeving'. In de drie jaren dat de schrijver van dit artikel secre taris was van de Apeldoornse monumentencommis sie, die werd ingesteld na het van kracht worden van de gemeentelijke monumentenverordening, deed hij de praktische ervaring op waarvan dit artikel een neerslag is. Ook met deze weergave van de aanpak van die mo numentencommissie en de hantering van beschrij vingscriteria, zullen diegenen die zelf met deze prak tijk te maken hebben zeker hun voordeel kunnen doen. de gemeentelijke verordening de criteria de monumentencommissie - de samenstelling - adviseringspraktijk de plaatsing op de lijst; procedure bezwaar en beroep, waarbij ook de rechtsgevolgen en financiële gevolgen aan de orde komen. GEMEENTELIJKE MONUMENTENVER ORDENING De basis van een gemeentelijke monumen tenverordening is te vinden in art. 32 van de Monumentenwet, waarin de bevoegdheid wordt geregeld om aanvullende provinciale of gemeentelijke verordeningen te maken. De Apeldoornse verordening die in 1977 van kracht werd, was nog gebaseerd op de in 1964 verschenen modelverordening van de VNG. Dat model is in alle gemeentelijke monu mentenverordeningen terug te vinden, zij het dat aan de plaatselijke omstandigheden aan gepaste wijzigingen zijn aangebracht. Zo ook in de Apeldoornse verordening. Daarin is in afwijking van genoemd model o.a. de begripsomschrijving van monument uitge breid en is tevens de samenstelling van de gemeentelijke monumentencommissie gere geld. Dat laatste kan ook geregeld worden via een afzonderlijke verordening. CRITERIA De Monumentenwet noemt een aantal crite ria wil een object als monument kunnen wor den aangemerkt. Zoals bekend verstaat deze wet onder 'monumenten': a. alle vóór tenminste vijftig jaar vervaar digde zaken, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun beteke nis voor de wetenschap of hun volkskun dige waarde; b. terreinen, welke van algemeen belang zijn wegens de aan die zaken en terreinen verbonden geschiedkundige herinne ringen. In de Apeldoornse monumentenverordening zijn die criteria overgenomen, met dien ver stande dat op twee punten het begrip monu ment voor de toepassing van de verordening belangrijk is uitgebreid. In de eerste plaats is daarin de beperking tot vóór tenminste 50 jaar geleden vervaardigde zaken niet opgenomen, zodat ook objecten die vandaag gesticht worden op de gemeen telijke lijst kunnen worden geplaatst. Voorts is aan dit criterium toegevoegd: 'van Wilhelminapark 8. Witgepleisterde, Jugendstil-achtige villa. De tuin wordt afgesloten door een fraai smeedijzeren hekwerk. fgPjjti

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 10