Ex restauratie-pionier
van Heusden
zorgelijk gestemd
168
HEEMSCHUTS' BESTUURSLID G. SCHOLTEN: DECENTRALISATIE
LEVENSGROOT GEVAAR VOOR MONUMENTENZORG.
'Wanneer tweede kamerleden een doorsnee
vertegenwoordigen van ons volk - en je mag
veronderstellen dat dit zo is - dan gaan we
herhaaldelijk met onze monumentenzorg de
mist in. In de regel is politieke winst belang
rijker dan een succesvol pleidooi voor be
houd van ons gemeenschappelijk erfgoed.
Ook op lagere niveaus - de gemeenteraden -
doet dit gedragspatroon zich voor, maar niet
minder schadelijk. Een politiek succes met
een voor het publiek aanspreekbaire vormge
ving is veel aantrekkelijker dan gemeen
schappelijk offers brengen voor het behoud
van monumenten. In de te verwachten wer
kingsfeer van de decentralisatie, meer arms
lag voor gemeentebesturen - op zich zelf
aanvaardbaar - dient de monumentenzorg
wel te worden onttrokken aan te grote poli
tieke invloed.
Ontkoppeling van de bekende 30-30-10 re
geling (waarbij aan de subsidiabele kosten
van een restauratie door rijk en gemeente
ieder met 30% en door de provincie met 10%
wordt bijgedragen) bergt het gevaar in zich,
dat monumentenzorg nog meer dan thans in
een achterhoedepositie raakt. Want de ge
meenten kregen immers hun deel via de ver
fijningsuitkering weer terug, dus het kostte
toch geen geld.'
Heusden, een niet weg te denken hoofdstuk uit het
leven van de huidige burgemeester van Schijndel
foto: Sabel en Daniels, Amsterdam
Burgemeester G. SCHOLTEN (48), lid van
het algemeen bestuur van Heemschut, weet
waarover hij spreekt, al heeft zijn huidige
Brabantse gemeente geen in het oog sprin
gende restauratieproblemen. Schijndel heeft
intensieve oorlogshandelingen in 1944 be
leefd en 'tintelt' van nieuwbouw. Zijn
Heemschutervaring heeft hij opgedaan in
Heusden, dat hij, als burgemeester, mede
heeft mogen maken tot één van de bekende
voorbeelden van historische presentatie. Ge-
rard Scholten (geboren Twentenaar, vóór
Heusden wethouder in Borne) heeft tien jaar
zeer zinvol in het Maasstadje mogen ar
beiden.
'In het begin was er de keuze: de bulldozer
of het pincet. Iedereen weet nu dat het
't laatste is geworden', aldus Scholten die -
hoe zou het anders kunnen - uitgesproken
meningen verkondigt over de vaderlandse
restauratieproblematiek
CULTUURBARBAREN
Scholten: 'Monumentenzorg is een zwakke
stee in de decentralisatie, die overigens vele
gezonde principes bevat. Maar de strijd om
het behoud van ons gemeenschappelijk erf
goed is beslist niet gebaat bij decentralisatie,
waarbij de genoemde redelijk goed functio
nerende 'koppeling' wegvalt. Inderdaad,
meer vrijheid voor gemeentebesturen. Nu
zeg ik het fors, maar ik meen het wel: het
gros van de plaatselijke bestuurders bestaat
G. M. Scholten
uit cultuurbarbaren, denkt u maar eens aan
de 'kaalslagperiode'. De kans zal er straks
zijn, dat gelden uit de algemene middelen,
waarvan een deel ?eker ook voor monumen
tenzorg dient te worden bestemd, daarvoor
niet worden uitgegeven.
Politiek gezien is het altijd veel interessanter
een sporthal, een zwembad, een clubhuis en
ga zo maar door, te bouwen, dan het erfgoed
- altijd nog gezamenlijk bezit van ons volk,
al realiseert men zich dat niet of nauwelijks -
pogen in stand te houden.
De systematiek zal ingewikkeld blijven. Het
doolhof van regelingen is maar voor weini
gen begaanbaar. Hoe kan, nu de spilfunctie
van de provincie verzwakt en de gemeenten
meer vrijheid krijgen, een toenemende ver
onachtzaamheid ten aanzien van de monu
mentenzorg worden voorkomen, dan wel te
gengegaan?
De koppeling leidde tot doeluitkeringen. De
centralisatie biedt grotere vrijheid voor be
stedingspatronen. Er zou in een komende
decentralisatieregeling een waterdichte clau
sule voor de monumentenzorg moeten wor
den ingebouwd. Duidelijk gezegd: geld, dat
voor monumentenzorg bestemd zou zijn,
moet niet voor andere doeleinden - hoe nut
tig ook - kunnen worden gebruikt. Doeluit
keringen zeker handhaven. Zijdelings wil ik
opmerken, dat de Vereniging van Neder
landse Gemeenten (VNG) terecht heeft geij
verd voor decentralisatie. Zij heeft echter
wel de plicht zich kritisch op te stellen, met
name voor het financiële lokale beleid met
betrekking tot onze monumentenzorg. De in
vloedrijke Vereniging zou - bij voorbeeld -
een goede beurt maken door een uitzonde
ringsclausule voor te stellen, die - in welke
vorm dan ook - analoog is aan de doeluitke
ringen. Dat is dan tevens een regeling met
een controle-effect. Nog beter zou zijn als de
VNG zich er voor in zou zetten dat de decen
tralisatie voor het monumentenbeleid niet
doorgaat.
Willen we niet over tien jaar met een ruïneu
ze situatie worden geconfronteerd, dan die
nen we indien dit wel doorgaat, de decentra
lisatie met garanties voor de voortgang van
monumentenzorg te omkleden.'
RUIMTE VOOR 'ZEIST'
Uit het gesprek met deze deskundige in het
riante gemeentehuis van Schijndel, waar de
monumentenzorg zich beperkt tot enkele