Wijk by Duurstede Lopik Cuijk en St. Agatha Heiloo Maastricht Geertruidehberg Eersel 141 De provinciale commissie Utrecht van de Bond Heemschut bracht een werkbezoek aan Wijk bij Duurstede, waarop een brief onzer zijds aan deze gemeente volgde. De commissie constateerde dat het stadsbe stuur veel aandacht besteedt aan het behoud van de historische schoonheid van de stad, waarvan verschillende voorbeelden werden genoemd. Zo verkeren het stadhuis en de kerk en de omgeving van deze gebouwen, waartoe het passende straatmeubilair zeer bijdraagt, in uitstekende staat. Heemschut vraagt nu ook meer zorg voor een aantal andere zaken, zoals ten aanzien van: - de rommelige omgeving van de zo bijzon dere Mazijk, waar opmetseling of herstel van de beschadigde of verdwenen tuinmuren ze ker verbetering zou betekenen. Op de braak liggende binnenterreinen zou een hoogstam- boomgaard aangelegd kunnen worden, waar door de tuin van het Museum aan de Volder straat op aantrekkelijke wijze kan worden uitgebreid. - de toestand van het monumentale pand Amstelwijk. - de huizen Dijkstraat 25/27 en Dijkstraat 2/4, panden die dermate interessant zijn dat door middel van een passende bestemming onderhoud gewenst is. - de stijlgevoeligheid ten aanzien van raam- vormen en kleurstelling van de opzichzelf aantrekkelijke, goed aangepaste nieuwbouw. Omdat de gemeente via de rehabilitatierege ling nog een tegoed zou hebben, hoopt Heemschut dat dat zal worden aangewend voor veel nuttige en noodzakelijke restaura ties. Het zou een goede zaak zijn een begelei dingscommissie voor de Binnenstad te vor men, stelden wij tenslotte in onze brief, waartoe wij gaarne onze kennis en kunde ter beschikking' stellen. nieuwbouw zou worden vervangen, maar met handhaving van het huidige aspect be houden zou blijven. Deze boerderij heeft thans overwegend een 19de-eeuwse gedaante en zal waarschijnlijk van veel vroegere oorsprong zijn. Er zijn geen moderniseringen aangebracht in het in een redelijke staat van onderhoud verkerende gebouw. Verscheidene onderdelen, zoals de nog slechts zelden voorkomende ribgoten en de houten afvoerpijp bevestigen dit. Vanwege de sterk bouwvallige staat van de voormalige Latijnse school van het Kruishe renklooster te St. Agatha heeft de Minister van C.R.M. een sloopvergunning verleend voor dit monument, dat deel uit maakt van een in 1378 gesticht klooster en als volgt wordt omschreven: 'Een als bakhuis gebruikte voormalige La tijnse school, gebouw onder schilddak met muren van baksteen en natuursteenbanden; natuurstenen vensterkozijnen'. De minister betreurt in zijn besluit dat door verwaarlozing nauwelijks nog iets rest van de architectuurhistorische waarde, die uniek Het deerlijk vervallen bakhuis van het klooster St. Agatha te Cuijk. foto: Provinciale Commissie N. Brabant. B. en W. deelden ons op onze desbetreffen de brief mee, dat zij onze mening dat de Lopikerweg-West zowel landschappelijk als cultuurhistorisch zeer fraai is, delen. Deze weg zal bij de reconstructie dan ook niet verbreed worden. Wel zullen nutsleidingen daarbij naar de berm worden verlegd, zonder dat deze daardoor echter ernstig zal worden aangetast. Bij de verdere plannen zal zeker met onze brief rekening worden gehouden. Wij ontvingen van het gemeentebestuur be richt dat dit besloten heeft de boerderij Wes- terweg 218 te koop aan te bieden met ver plichting tot restauratie onder nader door de Gemeente te stellen voorwaarden. Heemschut had B. en W. verzocht te willen bevorderen, dat deze - leegstaande en inmid dels geblindeerde - boerderij niet door is in de verre omgeving. De passieve bescherming die het pand in het kader van de Monumentenwet heeft genoten heeft derhalve geen enkel effect gehad. Het besluit is genomen op een moment, dat op provinciaal en lokaal niveau nog initiatie ven werden genomen om het gebouw te red den. De Minister heeft slechts gevraagd om de afkomende materialen te bewaren, terwijl geen nauwkeurige opmeting van het gebouw is geëist. De provinciale commissie Noord-Brabant van Heemschut zal pogen het gebouw alsnog voor sloop te behoeden. Na een jarenlange procedure kreeg de ge meente onlangs bericht dat C.R.M. subsidie geeft voor de restauratie van de kapel van Slavante, waarvoor thans de laatste admini stratieve handelingen worden verricht. Verschillende malen is in onze kring de slechte toestand waarin deze kapel verkeert ter sprake gekomen. Onze commissie in de provincie Limburg Heemschut schreef de gemeente Maastricht dat verder verval van de kapel van Slavante voorkomen dient te worden, foto: Gemeente-archief Maastricht. constateerde nog kort geleden dat het muur werk en het dak van dit monumentje in zeer slechte staat verkeren en vroeg het gemeen tebestuur om op korte termijn in ieder geval maatregelen te nemen om verder verval te gen te gaan. Binnenkort kan dus echter ook met het grondige herstel worden aange vangen. In antwoord op onze actie terzake de verval len toestand van de toren van de St. Gertru- diskerk, deelt het gemeentebestuur de Bond mede voor het maken van bestek, bestekte keningen en de begroting van de restauratie daarvan 50.000,- te hebben gevoteerd. Als deze plannen gereed zijn, zal subsidie worden aangevraagd bij het Rijk. Hopelijk worden deze gemeentelijke activi teiten binnen afzienbare tijd door het Rijk gehonoreerd. B. en W. van Eersel vroegen wij het kloos tercomplex St. Jacobus niet te amoveren ten behoeve van een nieuw te bouwen gemeente huis, maar in samenhang daarmee hieraan een nieuwe bestemming te willen geven. Dit klooster, dat in 1901-1902 gebouwd is in een vereenvoudigde neogothiek door de architect Heikants uit Erp, weerspiegelt een belang rijke fase in de geschiedenis van de culturele emancipatie van het Kempische platteland in het algemeen en van Eersel in het bijzonder. Verbouwingen en uitbreidingen hebben het oorspronkelijke gebouw vrijwel onverlet ge laten, zodat het geheel een grote gaafheid vertoont. Kloosters als dit zijn de laatste ja ren steeds zeldzamer geworden, maar er zijn ook goede voorbeelden van herbestemming zoals te Bladel (streek-muziekschool) en Heeze (cultureel centrum).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 23