Heemschut in akfie Bergambacht 140 In het hollandse cultuurlandschap vormen de boerderijen een belangrijk element van de 'aankleding'. In de eerste plaats zijn ze ech ter het werktuig èn investering van het boe renbedrijf. Tegenwoordig worden ze ook wel als woonhuis zonder bedrijf gebruikt. De functionele eisen die de bedrijfsontwikkeling en het wonen stellen kunnen ertoe leiden dat het authentieke uiterlijk van een boerderij aangetast wordt of dat (gedeeltelijke) afbraak en vervanging door nieuwbouw plaats vindt. Niet alleen het nastreven van een meer effi ciënte bedrijfsvoering, maar ook de behoefte aan een woning die voldoet aan een of ande re laatste mode kan ingrijpende verande ringen ten gevolge hebben. Het karakter van boerderij en landschap en het behoud van 'welstand' worden dan vaak niet voldoende als factor van belang beschouwd. Veelal kan aan deze nieuwe eisen en wensen ook wel voldaan worden (althans grotendeels) mèt behoud van de authentieke verschijnings vorm. Dat vereist echter wel een bredere oriëntatie ten aanzien van mogelijke oplossingen en vaak is de makkelijke, snellere beslissing tot nieuwbouw dan al genomen. Toch is er vaak alle aanleiding voor wel de tijd en de moeite te nemen voor een weloverwogen beslissing waarin ook het 'behoudsaspect' wordt mee gewogen. De eenvoudige schoonheid van boerderijen wordt immers steeds meer ge waardeerd en daarmee ook de waarde (ge voelsmatig èn financieel) van een onaange taste boerderij. Tot nog toe bestaat er helaas geen organisatie, zoals die er bijvoorbeeld wel voor molens, kastelen en kerken is, die zich effectief alleen voor deze categorie mo numenten inzet. Het bescheiden boerderijtje Hogedijk 82, Bergambacht, kreeg een dakkapel die meer op een villa thuis hoort, foto: Elie de Wijs Een werkgroep Boerderijen-behoud van de Nationale Contactcommissie Monumenten bescherming (NCM) die in 1978 opgericht werd inventariseerde en analyseerde de pro blemen die zich voordoen als men boerderij en en hun naaste omgeving zo gaaf mogelijk wil behouden met de huidige gebruikseisen. Gezien de complexiteit van deze problema tiek werden, ondanks het aangeven van een aantal bruikbare aanbevelingen, te weinig re aliseerbare oplossingen op korte termijn aan gedragen. De perspectieven voor het behoud van het karakter en de schoonheid van deze categorie bedrijfsgebouwen annex woningen zijn dus ondanks het goede werk van ge noemde werkgroep niet al te rooskleurig. Heemschut beijvert zich regelmatig voor het behoud van boerderijen, maar meer dan inci denteel heeft ook onze organisatie geen op lossingen geboden. Wel blijven wij de me ning toegedaan dat een betere bescherming geboden is en liefst op zo kort mogelijke termijn. Onontkoombaar was deze conclusie na een onlangs verrichte inventarisatie van gave nog niet door modernisering aangetaste boerde rijen in Bergambacht. Tijdens een eerste rondgang door het buitengebied van deze gemeente eind april dit jaar, werden de gave boerderijexemplaren gefotografeerd. Bij een tweede rondgang begin juni, die eigenlijk alleen tot doel had verdere gegevens vast te leggen, bleken helaas drie boerderijen intus sen zo aangepakt, dat ze verder wat betreft hun gaafheid gediskwalificeerd moesten worden. Het betrof hier de volgende ge vallen: - Afbraak van de grote zwartgeteerde hou ten schuur van Tussenlanen 43. - Afbraak van het woonhuis van Tussenla nen 50. De schuren zijn wel blijven staan. - Het aanbrengen van een veel te grote, fout geproportioneerde, dakkapel Hogedijk 82. Aanleiding tot dergelijke slopingen is de ge ringe financiële armslag van de gemiddelde agrariër, die hem dwingt tot de goedkoopste oplossingen en de goedkoopste oplossing acht hij sloop, gevolgd door zo goedkoop mogelijke (bijna altijd ontsierende) nieuw bouw. Een bredere voorlichting t.a.v. de mogelijkheden tot bouwen en verbouwen hetgeen niet (veel) behoeft te zijn, zou al wonderen kunnen doen. Nu zijn de moge lijkheden voor het verkrijgen van dergelijke adviezen beperkt, vooral voor niet be schermde boerderijen. Eén van de aanbevelingen van genoemd NCM - rapport 'Boerderijenbehoud' is dan ook, dat een boerderij-bouwbureau zou moe ten worden opgericht van waaruit dergelijke voorlichting en adviezen zouden kunnen worden gegeven. Gecombineerd met een subsidieregeling zouden heel wat aantastin gen en afbraak voorkomen kunnen worden waartoe de beslissingen nu vaak al te snel genomen worden. Aanpassingen ten behoe ve van de bedrijfsvoering kunnen vanzelf sprekend eerder geaccepteerd worden dan andere aanpassingen. Ten aanzien van het wonen in een boerderij stelde de NCM in haar rapport dat van bewo ners verwacht mag worden dat zij hun woon wensen wat aanpassen aan de beperkingen die het gebouw stelt. Heel vaak blijkt dat in de praktijk niet het geval. De boerderijen, en met name de categorie kleine boerderijen en daggelderswoningen, worden bij een ver bouwing tot alleen woning voor een nieuwe categorie bewoners veelal stevig aangepakt. Als we voorts bedenken, dat zo'n woonge- bruik toch al een andere sfeer aan de boerde rij en het erf geeft hetgeen in allerlei kleine details tot uiting komt, dan ligt de conclusie voor de hand dat de omvorming tot woning eigenlijk ongewenst is, zeker op grote schaal. Te vaak ontbreekt in zo'n geval het noodzakelijke gevoel voor het karakter van een boerderij en de nodige bescheidenheid bij het aanpassen daarvan aan de nieuwe woonwensen. Het voorbeeld van Hogedijk 82 met de nieuw aangebrachte grote dakka pel toont hoe één detail, dat op zich fout van verhoudingen en karakter is, de gaafheid van dit harmonieuze pand bedierf. Het gebied rond Bergambacht telt nog vele gave boerderijen, in het buitengebied van deze plaats inventariseerden wij er alleen al 92, afgezien van de al beschermde boerderij en. Een tempo van drie aantastingen in ruim één maand betekent statistisch gesproken dat over drie jaar geen enkele boerderij die wij nog gaaf aantroffen nog die waardering zou krijgen. Zo'n vaart zal het niet lopen, maar ruimere, effectievere beschermingsmogelijk heden voor deze categorie monumenten zijn hoogst noodzakelijk. E. de W.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 22