Binnen een ja
70 arbeidsplaats
Binnen een jaar
len
voor
natuurbescherming
in Limburg
133
Directeur J. G. Sino:
Vrijwilligerswerk is een wezenlijk onderdeel van
de aanpak die de stichting I.K.L. voorstaat
Wie knippert vandaag de dag niet even met
z'n ogen als hij hoort zeggen: 'In het ko
mend najaar zullen we 70 mensen in dienst
hebben. Nu zijn we nog maar met een hand
jevol, een kleine pioniersgroep'.
Het is eind maart en de heer J. G. Sinb (51)
is sinds 1 februari van dit jaar directeur van
de piepjonge Stichting Instandhouding Klei
ne Landschapselementen in Limburg, I.K.L.
Het kantoor is gevestigd in Roermond, in het
voorportaal en in het voorgebouw van een
voormalig koetshuis aan de Swalmerstraat.
De directeur, die voor de zakelijke bedrijfs
voering is aangetrokken en in dit verband
een ervaringsveld achter zich heeft op onder
scheidene terreinen van het Nederlandse be
drijfsleven, zetelt er met een secretaresse.
Hij heeft ter inleiding van ons gesprek bo
vengenoemde opmerkelijke mededeling
gedaan.
GROEN EN WERK!
Sino: 'Onze Stichting heeft als doelstelling
projekten voor landschapsonderhoud voor te
bereiden en uit te voeren. Waarom gaat het?
Kleine landschapselementen waartoe onder
meer behoren houtwallen, hagen, graften
(taluds), knotbomen en holle wegen verke
ren doorgaans als gevolg van het verloren
gaan van de oorspronkelijke agrarische func
ties in een deplorabele staat. Met het behoud
ervan is een groot maatschappelijk belang
gemoeid: natuurbehoud en in vele gevallen
óók recreatie. Men mag vaststellen dat voor
al die kleine elementen in sterke mate de
schaal en de eigen aard van de streek bepa
len. Ook in biologisch opzicht zijn houtwal
len en andere accenten van het landschap van
betekenis. Men moet voorts bedenken dat
veel planten en dieren voor hun milieu op die
elementen zijn aangewezen. Voor de indivi
duele boer, de landeigenaar in het algemeen,
hebben landschapselementen meestal minder
waarde, dikwijls veroorzaken ze zelfs over
last omdat er sprake is van achterstallig on
derhoud. Om dit cultuurveld systematisch en
deskundig aan te pakken, is het I.K.L. in het
leven geroepen'.
Uit ons gesprek vernemen we dat het - ook
sociaal gezien - een zeer aantrekkelijke kant
heeft. In het geding is blijvende arbeidsplaat
sen te scheppen, die zijn toegewezen in het
kader van het Arbeidsplaatsenplan Perspek-
Landschapsbescherming in Limburg
tievennota Limburg. Het aantrekken van per
soneel dient in het herstructureringsgebied te
geschieden. Het gaat om werklozen die aan
vullende W.W.V. ontvangen. Ook in andere
provincies komt dit plan voor het zinvol
scheppen van arbeidsplaatsen tot ontwikke
ling, zij het dat de organisatievormen niet
overal gelijk zijn.
STEUN VAN OVERHEID
Daadwerkelijke stimulerende injecties van
overheidszijde zijn onontbeerlijk om Lim
burg een dergelijke organisatie te geven. Na
dat er twee jaar een overlegorgaan in Lim
burg voorbereidend bezig is geweest, kon de
stichting op grond van belangrijke subsidies
haar werkzaamheden beginnen.
Sino: 'Het ministerie van C.R.M. en het
provinciaal bestuur verlenen een jaarlijkse
bijdrage van ƒ200.000,- in de apparaatskos
ten. Voorts stelde de provincie een bedrag
van ƒ270.000,- beschikbaar voor investe
ringen in materiaal en de inrichting van het
kantoor. We zijn inmiddels uit de startblok
ken gegaan, maar alleen ingewijden kunnen
beseffen, dat daaraan heel wat is voorafge
gaan. Zonder anderen tekort te doen mag nu
reeds hulde worden gebracht aan een drie
manschap, dat met recht als de 'bakerheren'
van het I.K.L. heeft gefungeerd: H. Steyns
(Limburgs Landschap), H. K. Vijverberg
(Milieu-federatie Limburg) en L. de Bot,
landschapsconsulent bij Staatsbosbeheer'.
HOE WORDT DE BEZETTING?
'We komen op tien tot twaalf man staf.
Daartoe behoren de inventarisatoren, de des
kundigen die een studie maken van het land
schapselement, dat onze aandacht zou kun
nen verdienen, die overleggen met de grond
eigenaar en met de gemeente. Inventarisato
ren zijn wat we noemen 'hogere bosbou
wers'. Dan uiteraard administratieve krach
ten, twee tekenaars en een voorlichter. Er zal
natuurlijk goede bekendheid moeten worden
gegeven aan ons werk. Voor onze buiten
dienst hebben we nodig begeleiders en een
grote kern van ongeveer 60 vakkundige bos-
arbeiders. En ik zeg nu dit de deskundigen
na: 'Deze bezetting zal al spoedig onvol
doende blijken!'
Voor ieder projekt zal er een projektgroep in
het leven worden geroepen, waarin de boe
ren vertegenwoordigd zijn, deskundigen van
de gemeente, van Staatsbosbeheer, maar ook
vrijwilligersorganisaties op gebied van land
schapsbeheer en natuurbescherming en dan