Boeken 131 de eigenaar misschien door het predikaat 'monument' gestimuleerd kunnen worden tot meer positieve plannen omtrent zijn eigen dom waarvan de bouwkundige toestand ge staag achteruit bleef gaan. Toen de eigenaar in 1976 de Gemeente toe stemming vroeg om het huisje te slopen om plaats te maken voor een nieuw pand voor zijn zoon, zag de gemeente haar kans schoon. Zij bood de eigenaar een ander bouwterrein aan in ruil voor het huisje en kwam zodoende in het bezit van het inmiddels deerlijk verval len pand. Een nieuwe aanvraag, nu van ge meentezijde, om het pand op de monumen tenlijst geplaatst te krijgen mislukte even eens, waardoor de Gemeente nu alleen voor de restauratiekosten moest opdraaien, een restauratie die toen reeds vrijwel herbouw zou betekenen. Verschillende pogingen van de Gemeente o.a. via een L.T.S.-projekt liepen helaas ook op niets uit, zodat de Gemeente ten einde raad de vorige eigenaar het pand weer aan bood, die toen dus weer in het bezit kwam van zijn familie-eigendom. Een betreurenswaardige gang van zaken waardoor het pand in feite tot de ondergang was gedoemd. Het verkeert anno 1982 dan ook in bijzonder slechte toestand omdat de klimop die zich in de loop van zo'n 40 jaar in alle voegen had genesteld en uiteindelijk door zijn omvang het pand volledig stutte is doodgegaan; het pand dreigt nu iedere sa menhang te verliezen. BESTEMMING Vanzelfsprekend rijst bij restauratie van dit soort kleine arbeiderswoningen altijd eerst de vraag welke bestemming het pand na de restauratie moet krijgen. Een aantal restaura ties van zulke panden in de Friese woud streek, b.v. Rijkswei 2 te Kootstertille, Koopmanswei te Zwaagwesteinde en het pand aan de Foarwei te Kollumerpomp kwa men alle tot stand nadat een (alleenstaande) particulier het weer voor een symbolisch be drag had aangekocht, het zonder subsidie restaureerde en het vervolgens zelf ging bewonen. In het Doezumer geval kon zo'n oplossing niet gevonden worden, doordat de eigenaar nooit inging op de verschillende pogingen die er door gegadigden zijn ondernomen om het pandje te kopen. Helaas ziet het er thans wel naar uit dat gemeentelijke en particuliere initiatieven er niet toe hebben kunnen leiden dat het wevershuisje voor sloop behoed zal worden. Jammer! Jaap van der Veen De Romaanse Kerkbouwkunst in de Ne derlanden Er verschijnen de laatste tijd wel veel nieuwe' publicaties op architectuurhistorisch gebied op de boekenmarkt, maar soms is het toch nog moeilijk de hand te leggen op informa tie, die zo objectief gericht is dat zij niet snel achterhaald is. Het doet daarom genoegen dat een herdruk van dit boek door prof. dr. E. H. ter Kuile en medeauteurs prof. dr. C. Peeters en drs. J. J. F. W. van Agt gepubli ceerd is. Objectief en overzichtelijk bijeengebracht materiaal - gegevens over bestaande Ro maanse kerken en over enkele die afgebro ken zijn, - is hier te vinden. De indeling van de hoofdstukken van het boek is chronolo gisch, met de romaanse bisdommen-indeling als leidraad. Zo worden de Nederlanden in een Duitse (Luik en Utrecht) en een Franse (Kamerijk, Doornik en Terwaan) groep Ro maanse kerken opgesplitst, waarbij de eerste het talrijkst vertegenwoordigd is en daardoor ook de meeste aandacht krijgt. De bouwmaterie en hetgeen aan gegevens daaruit af te leiden is vormt de kern van de aanpak. Deze veronderstelt wel een algeme ne kennis van de kenmerken van het Ro maans, want een theoretische inleiding op het onderwerp als geheel ontbreekt. Wat be treft vragen uit de praktijk, zo blijkt ook in deze publicatie weer, zal het in de toekomst steeds moeilijker zijn een antwoord uit de bouwmaterie te distilleren, omdat het grote aantal reeds gerestaureerde kerken met zich meebrengt, dat steeds meer authentiek mate riaal en oude bouwsporen verloren gaan. De gepubliceerde foto's illustreren de verschil len die in restauratie visies mogelijk zijn. Kortom, voor een ieder die zich in de Ro maanse kerkenbouw in de Nederlanden wil verdiepen is deze uitgave een zeer nuttige aanschaf. De Walburg Pers Zutphen; ISBN 906011.067.6; 45,- E.d.W. Stenen poldermolens De stroom van regionale molenliteratuur zwlt gestadig. Over stenen poldermolens in Rijnland schreef een bij uitstek deskundige A. Bicker Caarten, ere-voorzitter van de Rijnlandse Molenstichting. Kort na 1700 werden voor het eerst stenen poldermolens met een buitenkruiwerk gebouwd. De stenen poldermolen vindt men in hoofdzaak in Zuid-Holland, al is er elders nog wel een enkele te vinden, zoals de uit 1771 daterende poldermolen De Eendracht te Alkmaar. Maar in Rijnland waren de steenbakkerijen nabij en in de eerste helft van de 18de eeuw werden er in Zuid-Holland tenminste 32 ge bouwd. In Rijnland zijn er nu nog vrij veel aanwezig waarvan er vijf een volledige be- malingstaak vervullen. Het 110 bladzijden grote boekje bevat be schrijvingen en illustraties van de bestaande molens. Het is helaas wel een prijzig boekje geworden Europese Bibliotheek, Zaltbommel; ISBN 90 288 1352 7; 42,50. J.Th.B. In de serie Geest en Steen wordt door een kollektief van boekmakers (Hans Luyten, Renée Rietveld en Tini Visser) een aantal boekjes gemaakt in samenwerking met kerk besturen en beheerscommissies om daarme de de belangen van de onderhavige kerken (onderhoud en restauratie) te bevorderen. Met behulp van een brochure 'Geest en Steen' toe te zenden aan bovengenoemde instanties wil het kollektief zijn ideeën dui delijk maken o.a. het boeken-uitgeven zien als een ambacht - het boek als middel om kennis, gedachte en schoonheid over te bren gen. Van de tot dusver uitgegeven boekjes noemen wij: - Nieuwe Kerk Amsterdam, van Hieke de Jong en Huub Maureau, Drie kapellen in de baronie van Breda (Heusdenhout, Strijbeek, Calder), van Brekelmans, van Herpen en Luyten; Taizé, laudate omnes gentes (in Bourgondië) van Jan Postel; Grote Kerk Alkmaar van Hans Koolwijk. St. Urbanus- kerk, Nes aan de Amstel, van Tini Visser en Hans Luyten. Boekmakerij/Uitgeverij Luyten, Majella 15, 1186 CE AMSTELVEEN tel. 020-454411 P.A.H.-B. De Jacobskerk, een uitgave van de Vereni ging 'Het Museum' die zich bezig houdt met het verleden van Winterswijk e.o. (Secretari aat: Bargerbosch 38, Winterswijk, tel. 05430-15010). Over acht eeuwen kerkelijke geschiedenis, bouwgeschiedenis, overeenkomsten met an dere kerken, gebruiken, voorwerpen enz. van de Jacobskerk hebben een tiental auteurs bijdragen geleverd. Het boekje is rijkelijk geïllustreerd en geeft een overvloed van informatie over Winters- wijks mooiste erfstuk. Bij de restauratie in 1968-72 kwamen nl. vele gegevens te voor schijn zoals de unieke schilderingen. ISBN 90 70560 04 6. P.A.H.-B. Stokhuyzens evergreen Molens, het boekje, dat de toenmalige voor zitter van de vereniging De Hollandsche Mo len, ir. F. Stokhuyzen, schreef over molens in het algemeen, de typologie van de wind molen, de techniek van het windwerktuig, beleefde vier drukken maar was al tal van jaren niet meer verkrijgbaar. Van boekje is het nu een boek (5e geheel herziene druk) geworden, terwille van de didactische waar de zijn opzet en inhoud gewijzigd, er kwa men nieuwe illustraties bij.Voor wie zich in de molen wil verdiepen een onmisbaar vademecum. Ook de waterradmolen is niet vergeten. Bijzonder informatief zijn de teke ningen van J. C. Lunenburg en G. Pouw. De laatste legde zich toe op de constructie-teke ningen. Fibula-Van Dishoeck, Naarden; ISBN 90 228 4244 4; 22,50 J.Th.B.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 13