117 Sinds de inwerkingstelling van de wet wer den meer dan 5.000 beroepen ingesteld bij de Kroon. In een vrij groot aantal gevallen werd na overleg bereikt, dat het beroep werd ingetrokken. De in de hierna volgende tabel vermelde cijfers, ontleend aan de jaarverslagen 1974 tot en met 1980 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, geven een inzicht in de aantallen toegestane sloopaanvragen, gewei gerde sloopaanvragen, geweigerde verbouw- ingsaanvragen, behandelde afvoeringsver- zoeken'4) en binnengekomen subsidiever zoeken sloop sloop vergunning verleend geweigerd geweigerd 1974 58 38 60 1975 48 27 106 1976 35 53 108 1977 30 15 73 1978 26 22 76 1979 19 14 24 1980 36 26 44 totaal 252 195 491 zonder behandelde ingekomen vergunning verzoeken tot subsidie gesloopt afvoering verzoeken 1974 3 20 1656 1975 3 13 1947 1976 3 13 2294 1977 1 12 2376 1978 1 24 1969 1979 1 23 3284 1980 4 26 2649 16 131 16175 162 gebieden werden aangewezen tot be schermd stads- of dorpsgezicht. Bij 17 ge bieden is de aanwijzingsprocedure in gang gezet. Op grond van een recente inventarisa tie van de Rijksdienst voor de Monumenten zorg zullen in totaal 332 situaties deze status kunnen verwerven. De spreiding van 'ge zichten' over de verschillende provincies blijkt uit het volgende overzicht: Overzicht van het aanwijzingsprogramma bescherm de stads- en dorpsgezichten Provincie aange- in pro- nog aan tot. wezen cedurc te wijzen Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland .1 Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 4 14 16 3 16 26. f8 22 9 14 20 22 36 9 15 8 4 16 12 7 9 15 27 54 25 19 26 32 38 35 17 23 36 Totaal 162 17 153 332 WAT GEBEURDE ER VERDER? Het uitvoeren van de Monumentenwet, wat neerkomt op het plaatsen van monumenten onder de bescherming van de wet en het toepassen van het vergunningenstelsel (de artikelen 14 en 15 van de Monumentenwet), was en is niet de enige activiteit, waarmee de rijksoverheid inhoud geeft aan het rijksmo- numentenbeleid. Er zijn nog verschillende andere manieren en methoden om het be houd van monumenten te bevorderen. Het belangrijkste middel is natuurlijk geld, geld niet alleen om restauraties uit te voeren, maar ook om onderzoek te doen, oudheid kundige verenigingen te ondersteunen, pu blicaties te bevorderen en meer van dergelij ke activiteiten. Hieronder worden bedragen vermeld, die sinds 1959 op de rijksbegroting voorkwamen voor het restaureren van monumenten en voor het ondersteunen van het particulier ini tiatief: 1) Subsidies en overige uitgaven ten behoeve van de Monumentenzorg 2) Subsidies aan verenigingen en stichtingen werkzaam op het gebied van de monumentenzorg 1960 1. 11.250.000 2. 68.000 1975 72.950.999 1.029.600 1965 20.150.000 120.000 1980 109.117.000 1.257.000 1970 39.330.000 254.000 1981 106.052.000 1.442.000 Bron: Staatsbladen 1959-1980 met de wetten, hou dende vaststelling van Hoofdstuk VI (Depar tement van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen), later XVI (Departement van Cul tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) der rijksbegroting voor de dienstjaren 1959-1980. Hieruit blijkt, dat het CRM-budget voor res tauraties in de loop der jaren niet onaanzien lijk is toegenomen. In dit overzicht komt niet tot uitdrukking, dat daarenboven uit de rijks kas nog vele miljoenen beschikbaar kwamen op grond van de Verfijningsregeling monu menten en in het kader van zgn. gericht aan vullende beleid, dat door het Ministerie van Sociale Zaken werd gevoerd. Voorts kwa men middelen beschikbaar ten behoeve van Lange Gracht Maarssen (Utr.). Het 'Gezicht- Maarssen' komt al sinds 1966 in het aanwijzingsprogramma voor, maar is nog steeds niet in het Register ingeschreven en dus nog niet beschermd, foto: Rijksdienst Monumentenzorg Zeist de uitvoering van het Integraal Structuurplan Noorden des Lands en de Perspectievennota Limburg. Dan werden de aan het rijk toebehorende monumenten nog gerestaureerd en onder houden ten laste van het budget van de Rijks gebouwendienst, welke dienst ressorteert on der het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook droeg de laatste jaren dat Ministerie krachtig bij aan het her stel van 'woningen met waarde als monu ment' op basis van de Beschikking Geldelij ke Steun Verbetering Particuliere Woningen. In de fiscale sfeer werd voorts nog van rijks zijde bijgedragen aan het monumenten- behoud (artikel 42a van de Wet op de Inkom stenbelasting). In het staatje zijn tenslotte ook niet verwerkt de bedragen, die van rijks wege voor het doen van opgravingen be schikbaar kwamen. Gemiddeld gaat het daarbij de laatste jaren om een bedrag van 1.5 a 2 miljoen per jaar. Voor het restaureren van archeologische mo numenten werden geen middelen van enige betekenis beschikbaar gesteld. De post 'subsidies aan verenigingen en stich tingen, werkzaam op het gebied van de mo numentenzorg' is van groot belang voor de vele organisaties, die zich voor het monu- mentenbehoud inzetten. Maar niet alleen de meeste grote landelijkse organisaties, als mede de Nationale Contactcommissie Monu mentenbescherming (NCM) en vele kleinere verenigingen en stichtingen ontvangen jaar lijks ten laste van deze begrotingspost een bijdrage ter financiering van hun activiteiten, ook worden daardoor belangrijke instellin gen als de Stichting Monumentenwacht Ne derland, de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek en de Stichting Kerkelijk Kunst bezit in staat gesteld actief te zijn in het kader van het monumentenbehoud. En tenslotte memoreer ik de vele activitei ten, die van rijkszijde en dan met name door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg op het terrein van de educatie en de voorlichting zijn ondernomen. Op wetenschappelijk ni veau zijn dat in de eerste plaats de delen in de serie 'De Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschie denis en Kunst' en verder het onmisbare Kunstreisboek. In de meer populaire sfeer kunnen de boeken 'Kijken naar Monumenten I en II' worden genoemd. Door het geven van medewerking aan werkelijk talloze ten toonstellingen en door het verzorgen van le zingen en voordrachten tot in alle uithoeken Bron: nota 'Herinventarisatie van stads- en dorpsge zichten' uitgebracht door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 1982

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 19