Twintigjaar Monumentenwet I - 116 WERD HET, WAT ERVAN KON WORDEN VERWACHT? (Slot) door G. VV. van Herwaarden In het eerste deel van dit artikel, gepubliceerd in Heemschut van mei 1982, werd een overzicht gegeven van het rijksbeleid op het terrein van de monumentenzorg tot 1961, in welk jaar de Monumentenwet ging functioneren, alsmede van de wet zelf. Hunebed D. 8 te Anloo (Drenthe). Er bestaat een aparte lijst van beschermde archeologische monumenten, waarop onder meer 600 grafheuvels, terpen en hunebedden zijn vermeld, foto: Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort HET FUNCTIONEREN VAN DE MONUMENTENWET IN DE PRAKTIJK Wat is tot op heden het resultaat geweest van het ruim twintig jaar toepassen van de Monu mentenwet in de praktijk? Voor 212 gemeenten werd een lijst van be schermde archeologische monumenten vast gesteld. Op deze lijsten werden onder meer ruim 600 grafheuvels, terpen en hunebedden vermeld12'. Deze lijsten werden voorbereid door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). De vaststelling door de Minister c.q. de Staatssecretaris van CRM vond plaats op advies van Afdeling I van de Monumentenraad, de Rijkscommissie voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Tot en met 1980 werd in 117 gevallen ge bruik gemaakt van de mogelijkheid beroep op de Kroon in te stellen tegen het opleggen van bescherming. In 4 gevallen stelde de Kroon de Minister van CRM in het ongelijk. Voor alle gemeenten werd, voorbereid door de Rijksdienst voor de 'Monumentenzorg (RDMZ) en op advies van de Afdeling II van de Monumentenraad, de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, een lijst van be schermde monumenten vastgesteld. Zowel de beschermde archeologische monumenten als de andere beschermde monumenten wer den in het register, bedoeld in artikel 10 van de Monumentenwet, ingeschreven. De spreiding van de beschermde monumen ten over ons land blijkt uit het volgende staatje13': Overzicht van de krachtens artikel 9 van de monumentenwet beschermde monumenten Stand: 31 december 1980; bron: CBS. provincie 1' 2 3 4 5 6 7 8 Groningen 19 16 187 37 627 1 16 287 Friesland 59 24 310 88 2.092 23 30 363 Drenthe 22 5 46 25 93 6 6 242 Overijssel 36 121 93 60 1.522 36 12 675 Gelderland 51 119 285 137 1.693 40 32 733 Utrecht 47 30 104 31 1.926 80 16 455 Noord-Holland 123 57 264 75 9.900 90 112 387 Zuid-Holland 137 118 277 77 4.962 80 97 720 Zeeland 34 27 92 58 2.374 48 17 88 Noord-Brabant 56 72 266 57 1.503 29 24 499 Limburg 27 75 308 37 2.181 34 18 803 Nederland2 611 664 2.232 682 28.873 473 380 5.252 v.h. totaal 1.5 1.6 5.3 1.6 69.3 1.1 0.9 12.6 provincie 9 10 11 12 13 totaal Groningen 78 15 5 4 14 1.312 3.4 Friesland 115 38 15 3 26 3.186 7.6 Drenthe 27 1 5 8 486 1.2 Overijssel 52 10 10 7 57 2.691 6.5 Gelderland 131 11 5 55 91 3.383 8.1 Utrecht 27 101 24 38 43 2.922 7.0 Noord-Holland 127 64 22 11 77 11.309 27.0 Zuid-Holland 217 113 24 17 101 6.940 16.6 Zeeland 72 18 3 7 38 2.876 6.9 Noord-Brabant 116 9 11 34 55 2.731 6.5 Limburg 98 19 8 83 144 3.835 9.2 Nederland2 1.060 398 128 264 654 41.671 100.0 v.h. totaal 2.5 1.0 0.4 0.6 1.6 100.0 I.) Betekenis der cijfers: 1. overheidsgebouwen; 2. verdedigingswerken; 3. kerkelijke gebouwen; 4. delen van kerkelijke gebouwen; 5. gebouwen en woonhuizen; 6. delen van gebouwen en woonhuizen; 7. liefdadige.instellingen; 8. agrari sche gebouwen; 9. molens; 10. weg-en waterbouwkundige werken; 11. horeca-instellingen; 12. kastelen; 13. losse objecten, bijv. stoeppalen, pompen, zonnewijzers, grensstenen, e.a.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 18