Economische aspecten onderwerp van Monumenten studiedag HinderWjceJ?1* 86 particuliere restaurerende instellingen te kampen hebben'. Voorts kwam deze werkgroep o.m. tot de conclusie, dat de goedkeuring van restaura tieplannen (en de geldelijke verantwoording daarvan) versneld dienen te worden, om de met vertraging hiervan samenhangende ren teverliezen te voorkomen. Werkgroep 3, fiscale aspecten o.l.v. mr. S. I. H. Gosses, secretaris van het Monu mentenfonds te Den Haag, nam de stelling aan: 'Overwogen moet worden of via aanvul lende fiscale maatregelen verlichting ge bracht kan worden in de financiële proble- Op de op II maart jl. gehouden Nationale Monumentenstudiedag 1982 stond een aantal actuele economische problemen centraal. Vier van de vijf hoofdthema's die op deze dag behandeld werden, waren de in het, hier voor besproken, E.I.B.-rapport aangegeven verbeteringsvoorstellen voor het monumen tenbeleid in de financieel-economische sfeer. De bedoeling van deze studiedag was het zoeken naar concrete oplossingen op kor te termijn voor verschillende thans bestaande knelpunten op dat gebied. Zoals gebruikelijk werden hiertoe afzonderlijke werkgroepen gevormd, waarin deze verschillende actie punten werden ingebracht. Alvorens de verschillende werkgroepen zich aan hun bijeenkomsten zetten, lichtte drs. A. P. Buur, directeur van het E.I.B.'zijn' rapport toe. Deze stelde het van groot belang te achten dat monumentenzorg op een breed politiek maatschappelijk kader gaat stoelen. Hiervoor is het mede van belang, dat we de 'baten' van monumentenzorg kunnen aange ven. Victor de Stuers probeerde 100 jaar geleden al meer aandacht voor monumenten te krijgen door dit belang in financiële baten uit te drukken: 'de winst welke door loge menthouders en vigilantekoetsiers uit de zak ken van herwaarts gelokte vreemdelingen geklopt wordt.' Wat betreft het werkgele genheidsaspect stelde de heer Buur, dat een korting op de restauratiesubsidie bijna vier voudig verstrekt op de afname van de werk gelegenheid werkt. Via het restauratiebudget is het mogelijk een vrij omvangrijke werkge legenheid te genereren met relatief beschei den middelen. Tot zijn spijt constateerde de ze, dat de eerste versie van het zg. banenplan geen onderdeel heeft dat op monumenten betrekking heeft. Voorts was een opmerkelijke mening van deze specialist, dat de voorgenomen delega tie van een belangrijk deel van de monumen tenzorg naar gemeentelijk niveau een hache lijke onderneming geacht moet worden en wel eens een verkapte afbouw van die monu mentenzorg zou kunnen betekenen. De heer H. J. L. Vonhoff - de scheidende voorzitter van de N.C.M. - leidde vervol gens de actiepunten in. 'Het is helaas weer monumentenzorg geworden'. De gang van zaken rond het Van Dishoeckhuis staat niet op zichzelf; er staan thans vele monumenten letterlijk op de tocht, aldus de heer Vonhoff. Volgens hem dienen onze volksvertegen woordigers zich, vooral nu het slechter gaat, anders op te gaan stellen en structureel mee NATIO CONT NTENBE Heer Vonhoff draagt letterlijk "NCM' over aan zijn opvolger Lammers. Foto: W. C. R. v.d. Vaart, Utrecht te gaan denken. Aan incidentele belangstel ling voor een bepaald monument zoals thans wel gebeurt, hebben we immers niet veel. Naast het verlies aan werkgelegenheid in de restauratiesector, noemde de heer Vonhoff het gevaar dat daarmee ook vakbekwaam heid (voorgoed) verloren gaat. Na de middagpauze, brachten de verschillen de werkgroepvoorzitters in de plenaire bij eenkomst verslag uit van de in hun groep gehouden beraadslagingen. Werkgroep I, werkgelegenheido. 1. vde heer H. J. L. Vonhoff kwam tot de volgende stel lingen: 'De produktie en werkgelegenheid in de restauratiesector dient op een dusdanig peil te worden gestabiliseerd dat een redelijk voortbestaan van deze sector mogelijk is. 'De restauratiesector biedt de regering de mogelijkheid om tegen betrekkelijk geringe kosten blijvend veel hoogwaardige arbeids plaatsen, met name ook voor jongeren, te scheppen Een belangrijk aspect werd in dit verband geacht het scheppen van voorwaarden voor blijvende levensvatbaarheid van de midden stand in het historische milieu, die dit kan bieden. Werkgroep 2, financieringsmethoden o.l.v. de heer G. Brinkgreve, voorzitter van de Stichting Diogenes, kwam tot de stelling: 'Met de tientallen particuliere restaurerende instellingen in ons land is een infrastructuur voorhanden waarmee slagvaardig en relatief goedkoop veel projekten kunnen worden aangepakt. Om hiervan optimaal te kunnen blijven profiteren is het noodzakelijk dat op korte termijn een oplossing gevonden wordt voor de problemen waarmee met name de men die thans een goed monumentenbeleid in de weg staan.Deze werkgroep achtte het van groot belang, dat ergens in Nederland een centraal punt komt, waar men geschoold juridisch-fiscaal advies kan krijgen alvorens men met een restauratie begint. Voorts, dat er een uitzonderingsmaatregel moet komen voor eigenaren van monumenten, waardoor er geen bovengrens gesteld wordt aan het aftrekbaar stellen van hypotheekrente. Werkgroep 4, beheersaspecten o.l.v. de heer W. Kramer, ere-voorzitter van de Stich ting Monumentenwacht Nederland, presen teerde als stelling: 'Onderzocht moet worden of een gerichte aanpak van de onderhouds- problemen en een verbreding van de onder- houdssubsidieregeling op korte termijn tot een betere instandhouding van monumenten kan leiden.Het uitdragen van het belang van preventieve monumentenzorg, het sti muleren van de interesse voor onderhoud, moet een belangrijke taak geacht worden voor beleidsinstanties en instellingen op mo- numentengebied. De Redactie van Heemschut wil niet nala ten haar oprechte spijt te betuigen over de fout in de paginavolgorde van het april/ mei-nummer, waarbij op hinderlijke wijze advertentiepagina's terecht kwamen tus sen redactionele tekst, o.a. tussen pag. 66 en 67 (Leiden, het grootste beschermde stadsgezicht in Nederland) en tussen pag. 82 en 83 (Lezers spreken en Nieuws uit de provincies).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 8