Hoe klassiek is Amsterdam? 96 EEN TENTOONSTELLING OVER HET GEBRUIK VAN DE KLASSIEKE VORMENTAAL IN DE AMSTERDAMSE ARCHITECTUUR Van 5 juni tot 19 september biedt het Allard Pierson Museum te Amsterdam onderdak aan de tentoonstelling 'Hoe klassiek is Amsterdam'. Deze is samengesteld door 18 studenten in de kunstgeschiedenis en archeologie aan de Universiteit van Amsterdam, die hiermee een bijdrage leveren aan de viering van het 350-jarig bestaan van deze Universiteit. ze kennis ons het 'uniform' dat een bepaalde categorie gebouwen - die we classicistisch noemen - draagt, te herkennen. Een andere definitie van classicisme zou echter zeker consequenties ten aanzien van de opzet van de tentoonstelling en catalogus hebben gehad. In de opzet van tentoonstelling en catalogus is dus het accent gelegd op het overdragen van de kennis van de vormen: 'om het ge bruik van die taal (classicistisch, red.) te herkennen is enige kennis van haar bestand delen nodig'. Een aardig educatief aspect is, dat de ten toonstellingbezoeker zijn nieuw verworven kennis in twee uitgezette stadswandelingen (in de oude stad en in de 19de-eeuwse Plan- tagebuurt) waarvoor vragenlijsten en kaartjes verstrekt worden, kan toepassen. De catalogus, die in zekere zin los van de tentoonstelling staat, bevat een aantal goede inleidingen over verschillende facetten van het 'classicisme'. Voorts is er een uitgebrei de bibiografie over dit onderwerp in opgeno men. Het eerste hoofdstuk is gewijd aan de vormenschat der klassieken. Het tweede aan de verspreiding daarvan vanuit Italië naar het noorden en naar Amsterdam. In de volgende hoofdstukken wordt de toepassing van die vormentaal ten aanzien van enige woonhui zen, religieuze en openbare gebouwen be handeld, steeds getoetst aan de in Italië ont wikkelde theorieën. Het bredere kader van het onderwerp is aangegeven door classicis me in Amsterdam binnen een bepaalde peri ode te plaatsen, d.w.z. dat in kort bestek getracht wordt aan te geven hoe de ontwik kelingen die in Amsterdam plaatsvonden hun weerslag kregen in de bouwkunst en de sym boliek der versieringen. Die veranderingen in de interpretatie en de waardering van clas sicisme krijgen in de catalogus ruime aan dacht, waarvan hier een résumé volgt. Perioden van grote waardering en het vrij zuiver toepassen van de classicistische vor men en principes blijken af te wisselen met periodes van vrijere interpretatie. Eerst op het einde van de 19de eeuw loopt de hege monie van het classicisme-af. Typerend voor de lage waardering die het classicisme dan geniet is het citaat uit 'Het land van Rem- brandt' uit 1884-1886 van Busken Huet: 'Er worden op dit ogenblik maar weinig per sonen gevonden, die niet aan het stadhuis van Middelburg (laat gotisch, red.) boven Detail van het zg. Poppen-huis aan de Kloveniersburgwal 95 naar ontwerp van Vingbooms uit 1642. Correcte toepassing van de klassieke vormentaal: de verschillende onderdelen van een tempelfront zijn hier terug te vinden. Vruchten- en bloemslingers versierden in de oudheid de tempels in natura en nu 'versteend' dit woonhuis. Foto: W. M. Zilver Rupe, Amsterdam. Het is de bedoeling van de tentoonstelling ook degenen die weinig of niets van dit on derwerp weten, binnen te leiden in de vor- menwereld der classicistische bouwkunst. Vormen uit de klassieke oudheid en het ver band daarmee van de versieringen die overal in historisch Amsterdam te vinden zijn wor den op de tentoonstelling door middel van vergelijkende foto's aanschouwelijk ge maakt. Ook worden maquettes getoond en met ruimtelijke middelen bijv. het begrip 'verhoudingen' toegelicht. Het is niet de opzet van de tentoonstelling een volledig overzicht van classicistische ge bouwen in Amsterdam te geven. De nadruk ligt veeleer: 'op het uitleggen van de klassie ke vormentaal, hoe deze naar Nederland is gekomen en door de eeuwen heen in de Am sterdamse architectuur werd toegepast.' Classicisme in de bouwkunst wordt in de begeleidende catalogus als volgt gedefini eerd: 'De navolging van de klassieke voor beelden die zijn opgebouwd uit de elementen die we tesamen de klassieke vormentaal noe men'. Ook andere definities van het begrip classicisme zijn mogelijk. Zo acht John Summerson1) een definitie als de boven staande slechts 'skindeep'. Wel verschaft de- Hiërarchie der vijf orden uit Palladio, Verhandelingen van de vijf ordenen der Bouwkunst, vertaald door Cornelis Danckerts, Amsterdam 1646. De suggestie van een met spelden vastgezet vel beoogt waarschijnlijk aan te geven dat het hier een herdruk betreft. dat van Amsterdam de voorkeur geven, het is, alsof men genoeg is gaan krijgen van die zwaarmoedigen dobbelsteen met de vele ogen, wiens aanblik noch aan de geschiede nis van Nederland vóór de hervorming doet denken, noch aan zijn geschiedenis daarna, maar alleen aan tekenportefeuilles van va- derlandsche bouwmeesters, die geruime tijd in Italië hadden vertoeft, geboeid door den Arno of den Tiber, en het eigenaardig (hier positief bedoeld, red.) vonden aan de boor den van het IJ een palazzo, een Palazzo Borghese, of een Palazzo Strozzi, over te planten.' Vastgesteld kan worden dat classicistische bouwkunst allerminst een statische, vastlig gende bouwtrant is. Elke generatie blijkt zijn eigen accenten te leggen en kiest een eigen, wat van de vorige periode afwijkende, vorm. De voorkeur voor bepaalde klassieke vormen is een aspect dat doorlopend verandert. Maar ook het voor het wezen van het classicisme essentiële aspect, dat der ideaal geachte ver houdingen in bouwonderdelen, zoals de zuil en de verhoudingen van die zuil tot bijv. het bouwlichaam, vertoont voortdurend modifi caties. Die interpretaties van het 'ware' classicisme John Summerson behandelde hetzelfde onderwerp op een pakkende manier in 'The classical language of architecturemet betrekking tot Engeland. Herziene uitgave Thomas en Hudson Ltd. London 1980.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 18