De Lakmakers:
verhuizing van
monument
naar monument!
KORT VERHAAL VAN LANGE
ERVARING
94
Dit is een beknopte geschiedenis over het
wonen van een Amsterdamse familie, een
mini-relaas van ondernemingsgeest en ver
rassing, de ongedachte ervaringen van een
geslaagde huisvesting, van ruim dertig jaren
in een grachtenpand, dat het bouwjaar 1723
in zijn gevel heeft staan.
Een huis dat de behandeling van gerichte
monumentenzorg - als een geschenk, zeker
voor de niets vermoedende bewoners - deel
achtig werd.
Geen verhaal van financieringsproblemen,
regelingen, voorschriften, hoewel die na
tuurlijk niet achterwege konden blijven.
Weinig meer dan een 'sociale momentopna
me'. Met deze aanduidingen voor ogen zijn
de ervaringen van de inmiddels teruggetre
den huisarts Hans Lakmaker en zijn vrouw
Lucie beslist boeiend.
Het huis van vier verdiepingen is onderdeel
van de nog grotendeels historische gevel-
wand van de Kromme Waal. Het staat tegen
over het Scheepvaarthuis, de voormalige
kloeke vesting van een groot deel van de
hoofdstedelijke koopvaardij, de herinnering
aan de handelsvaart op vooral Het Verre
Oosten. Even iets over deze monumentale
overbuurman die domineert in de historische
omgeving (met een - heel belangrijk - nos
talgisch aandoend, uiterst waardevol inte
rieur). Het betrekkelijk jongè Scheepvaart
huis - 1915-1916, architect J. M. van der
Mey, de Amsterdamse School - is tot een
burcht van stilte geworden, nadat de
K.N.S.M. er als laatste rederij is vertrokken.
Door hun komende verhuizing zullen de
Lakmakers de nieuwe toekomst van het
Scheepvaarthuis niet meemaken. Het forse
pand - Binnenkant - Prins Hendrikkade - zal
blijven bestaan, want het zal het nieuwe
hoofdkantoor worden van het Gemeentelijk
Vervoerbedrijf, dat zijn al lang te klein ge
worden gebouw aan de Stadhouderskade,
vóór de Overtoom, zal verruilen voor deze
accommodatie aan het oude havenfront van
weleer. Deze nautisch getinte kantoorkolos
garneert één van de Waaien, één van de oude
inhammen van het IJ, waarin schepen een
veilige rustplaats vonden. Waaien zijn tot
grachten geworden, met oude huizen, die
herinneren aan de glorie van het Schiprijck
Amsterdam en een verwevenheid hebben
met dit facet van de Amsterdamse geschiede-
Het doktershuis na de restauratie - verbouwing
aan de Kromme Waal 13
nis, zoals ook het Huis 1723, op nummer
dertien van de Kromme Waal.
'MONUMENT IN ONS LEVEN'
Dr. Lakmaker, die inmiddels als huisarts is
teruggetreden en zijn vrouw, betogen het om
beurten: 'Een levendige herinnering aan
meer dan dertig jaar in dit voorhuis en ach
terhuis, met zijn negen kamers en de in meer
dan honderd vierkantjes verdeelde ramen,
met de trapjes op en af, de hier en daar nog
lage zolderingen, met een uniek uitzicht over
een deel van de Kromme Waal, het Ooster
dok, typisch Amsterdams, een juweel van
een woonplek die in weerwil van de renova
tie van bruggen en wegen zijn karakter goed
heeft bewaard. Met de terugblik naar de ja
ren vijftig, toen de binnenvaart er een nog
late allure vertoonde en dr. Lakmaker voor
bevallingen aan boord van de 'Eben Haëzer'
en 'De Vooruitgang' werd geroepen. Een
buurt waarin het verleden kreunt en steunt,
waarin welke monumentenzorg ook, altijd
handen (en geld) tekort komt!
'Dit huis staat als een monument in ons le
ven, daarvan hebben we wéét, het is niet
wég te denken uit ons bestaan. Toen we erin
kwamen, hebben we veel laten opknappen,
het was vervallen, uitgewoond, het verleden
heerste er nog volop. Hoe we eraan zijn
gekomen? Dat is weer een verhaal op zich
zelf'.
Zo praten de Lakmakers aan de vooravond
van hun verhuizing naar een ander monu
ment, naar een woning aan de Reguliers
gracht, in het voormalige pakhuis De Maan.
KAARTJE IN BUS!
Hans Lakmaker doet het verhaal
'Als afgestudeerd arts woonde ik met mijn
vrouw als onderhuurder in Oud-Zuid, op een
zolderkamer. Dat was omtrent het einde van
de jaren vijftig. Was de woningnood in Am
sterdam toen groter dan nu? Wie zal het
zeggen? We wilden naar een woonhuis met
een praktijk. Dit deel van de oude binnen
stad, aan deze Waaien, was nog niet in be-
'volkingstal teruggelopen. Het is hier altijd
een internationale wijk geweest, zij het dat
de samenstelling van de bewoners in de loop
der jaren is gewijzigd. Ik had een driehoeks-
ruil aan te bieden. Het komt er kort op neer,
dat mijn aanbod een goed woonhuis in de
Watergraafsmeer was. Omdat de Waaien en
de straten daaraan en daaromheen behoefte
hadden aan een huisarts, maakte ik kaartjes,
waarop ik melding maakte van mijn aanbod.
Ik stopte die in brievenbussen van panden,
ook aan de Kromme Waal, die mij en m'n
vrouw aantrekkelijk voorkwamen. Ik kreeg
één reactie, van een meneer die op nummer
13 woonde - er woonden toen, zoals later
bleek, drie gezinnen in het pand uit 1723. De
man werkte in Diemen en wilde graag naar
de Watergraafsmeer. In vogelvlucht aange
duid: we trokken als huurder in het pand aan
de Kromme Waal. Eerst hadden we wacht
kamer en spreekkamer in het achterhuis, de
patiënten moesten bijna kruipdoor-sluip-
door. Later kon ik de mensen in het voorhuis
ontvangen. Op den duur werden we de enige
bewoners, we slaagden erin het pand weer
leefbaar te maken. Er werden - op onze
kosten - heel wat herstelwerkzaamheden uit
gevoerd. Ik stelde aan wachtkamer en
spreekkamer de hoogste eisen. Via de witte
plavuizen kwamen de mensen in een modern
ingerichte omgeving.'
STADSHERSTEL IN HET BEELD
Toen ze er ongeveer tien jaar woonden, dien
de zich een nieuwe huiseigenaar aan: Stads
herstel. Deze Amsterdamse Maatschappij
had het pand aangekocht, kondigde een vrij
omvangrijke restauratie aan, die een half jaar
zou vergen. Kortweg betekende dit: een
huisbaas met hart voor zijn huizen. Gericht
herstel (architect Jaap Schipper), met zoveel
mogelijk inachtneming van de wensen van
de familie Lakmaker.
'Een huis met kachels; centrale verwarming
was heel wenselijk. Voor de totstandkoming
daarvan moesten wij zelf bijdragen. Een uit
gave die de romantiek wel danig heeft over-