93
tect, de heer M. van Hemert, ook bij de
1:1 toepassing van de gecombineerde regeling
goed in op de stadsvernieuwingsproblema-
tiek. Gebieden, waar zowel nieuwbouw
moet plaatsvinden als restauratie van beeld
bepalende panden, worden sinds kort als ak-
tiehaard aangewezen om alle aktiviteiten zo
veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Deze
actiehaarden liggen vaak in de C-zone. Zo
wel in de Haver- en Gortbuurt als in Pancras-
Oost zijn al goede voorbeelden van dergelij
ke restauraties in de C.-zone te zien.
Nieuwbouw. Daar waar gaten in de gevel-
wanden zijn gevallen, of daar waar grotere
gebieden door sloop van de fabrieken of pan
den zijn kaalgeslagen, verrijst nieuwbouw.
De gemeente probeert overal in de binnen
stad, waar dat maar mogelijk is sociale wo
ningbouw te verwezenlijken en het liefst in
de woningwetsector. Woningwetwoningen
komen in de binnenstad nog nauwelijks
voor. Deze nieuwbouw zal qua maat en
aankleding van het openbaar gebied met de
Leidse Paal voor een laat negentiende eeuwse
winkelpui.
In 1979 werd voor 85 panden (inclusief de
hofjeswoningen) subsidie aangevraagd en in
1980 75.
In 1981 liep dit aantal terug tot 64. Deze
getallen lijken hoog, maar als men uitgaat
van 3000 op te knappen panden in de komen
de 40 jaar, dan zullen er ongeveer 75 panden
per jaar moeten worden gerestaureerd.
Leiden heeft voor een periode van 10 jaar de
toezegging gekregen voor de financiële me
dewerking aan de restauratie van 59 wonin
gen per jaar. Tot nu toe konden gelukkig alle
aanvragen gehonoreerd worden, omdat el
ders in het. land de toegewezen contingenten
niet werden benut. In dit verband speelt voor
Leiden als bijkomstig voordeel, dat in de
stad een aantal kleine huisjes ligt, waarvoor
deze subsidieregeling waarvan de subsidie
basis van 150.000,- al jaren niet meer ver
hoogd is, nog enig soulaas biedt.
Veel van deze panden staan in de C-zone van
het beschermd stadsgezicht en zijn geen mo
nument. In het kader van de stadsvernieu
wing is het in zeer veel gevallen zaak deze
panden snel op te knappen.
Niet alleen doet dat een vaak verpauperde
indruk van de buurt snel verdwijnen, maar
deze panden kunnen ook van grote positieve
invloed zijn op de nieuwbouw, die vaak in
de directe omgeving verrijst. Een meer har
monische ontwikkeling van de nieuwbouw
ten opzichte van het bestaande is namelijk
meestal het gevolg van het handhaven van
deze panden.
Door het handhaven van dergelijke panden,
blijft ook de geschiedenis van de wijk zicht
baar, iets wat blijkens in Leiden en Gronin
gen verricht onderzoek door veel mensen
hoog gewaardeerd wordt. Deze panden die
nen dan wel zo veel mogelijk gelijktijdig met
de nieuwbouw aangepakt te worden.
In Leiden speelt de Rijksdienst voor de Mo
numentenzorg en met name zijn rayon-archi-
dacht te krijgen. Het vereist vaak meer dan
de sobere en doelmatige uitvoering, die in
het kader van de I.S.R. financieel vergoed
wordt.
Extra's moeten dan door de gemeente zelf
opgebracht worden. U zult begrijpen dat dit
in een armlastige gemeente als Leiden nogal
wat problemen kan oproepen. Dat neemt niet
weg, dat ook met weinig financiële middelen
soms veel bereikt kan worden.
Leiden kent een commissie stedelijke vorm
geving, die zich met deze problematiek be
zighoudt. Allerlei aspecten op dit gebied ko
men in deze commissie aan de orde, zoals de
kleur van de telefooncellen in de binnenstad
(de nieuwe gifgroene kleur wordt in de bin
nenstad van Leiden niet aangebracht!) tot
aan het plaatsen van de zogenaamde Leidse
paal.
Leiden is een van de weinige steden in Ne
derland, waar men in de vorige eeuw een
eigen model gietijzeren lantaarnpaal liet ma
ken, die nog steeds bijgegoten kan worden.
schaal moeten passen bij hetgeen in de bin
nenstad al aan bebouwing aanwezig is. Dat
dit mogelijk is, bewijst de nieuwbouw in het
voormalige saneringsgebied Herengracht/
Zijlsingel. Deze nieuwbouw is echter nog in
de rijkere tijd neergezet en is het resultaat
van een in 1974 uitgeschreven prijsvraag,
waaraan iedereen kon meedoen.
Het kost echter steeds meer moeite om wo
ningen met een zo laag mogelijke huur te
bouwen, die toch nog in voldoende mate
inspelen op het historische karakter en de
specifieke structuur van de binnenstad. Ui
teraard is een zo laag mogelijke huur belang
rijk. Van de andere kant moet ook het doel
niet uit het oog verloren worden om juist bij
de stadsvernieuwing meer kwaliteit in betref
fende wijken/buurten te brengen dan er al
was. Daar was de stadsvernieuwing immers
mede om begonnen.
HET OPENBARE GEBIED
Ook de inrichting en aankleding van het
openbaar gebied speelt een grote rol bij het
opknappen en verlevendigen van de oude
binnensteden. Ook dat dient erg veel aan-
nieuwbouwwoningen in het voormalige
saneringsgebied Herengracht-Zijlsingel (zone C
van het beschermd stadsgezicht).
Deze lantaarnpaal wordt nu in de A- en B-
zone van het beschermde stadsgezicht weer
geplaatst, voorzover zij daar zijn verdwenen.
Met het voorgaande is u een beeld geschetst,
hoe het beschermde stadsgezicht in Leiden
tot stand gekomen is en op welke wijze daar
aan gestalte wordt gegeven.
Toen in 1976 de nota Te Beschermen Stads
gezicht Leiden aan de Bond Heemschut om
commentaar werd toegezonden, schreef de
Bond deze nota een zeer positief uitgangs
punt te vinden, maar dat echter veel zal af
hangen van de wijze, waarop de conserve
rende strekking van de nota geëffectueerd zal
worden. Hopenlijk kan de wijze waarop dit
gebeurt de goedkeuring van de Bond weg
dragen.
Foto's gepubliceerd bij dit artikel en bij
het eerste deel daarvan in het mei-num
mer zijn afkomstig van de Gemeente Lei
den, Joke Ziegelaar en R. van Gulick.