Financiële basis
aan het wankelen
X
u
Cl
Cl
M
33
Jaargang 59, no. 2 - februari 1982
Heemschut verschijnt lOx per jaar
Tijdschrift van de Bond Heemschut
opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Beatrix
Uit de inhoud:
Om het beheer van monumentale
kerken
St. Josefkerk in Enschede
Stucwerk in de 18de eeuw
Monumentenbeleid in Utrecht
Foto omslag:
Interieur van de St. Pieterskerk te
's Hertogenbosch toen deze nog in
functie was. Thans zijn de belangrijkste
interieuronderdelen elders opgeslagen,
in afwachting van betere tijden.(zie
Heemschut in actie)
Redactie:
J. Th. Balk, eindredacteur
Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph
J.RoelfsSr.
Redactiesecretaris
P. A. Hengeveld-Brand
Vaste medewerkenden:
A. J. Bartelds-Boshuizen,
Ter Apel (Noord Nederland)
D. van der Meulen, Assen
(Oost Nederland)
R. Luremarl, Doetinchem
(Oost Nederland)
Drs. W. J. Pantus, Nijmegen
(Zuid Nederland)
G. Le Belle, Schoorl
(Noord West Nederland)
J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage
(Zuid West Nederland)
Correspondentie voor de redactie
aan:
Secretariaat Bond Heemschut,
Nieuwezijds Kolk 28,
1012 PV Amsterdam
tel. 020-22 52 92
öf 020 - 23 09 94 (ledenadministratie)
Correspondentie voor advertenties:
Bosch Keuning nv
Postbus 13740 AA Baarn
tel. 02154- 1 82 41
gironummer 4988
Vormgeving Druk
Bosch Keuning nv, Baarn
In het onlangs gepubliceerde Jaarverslag
over 1980 van de Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg wordt de belangrijkste ontwikke
ling van algemene aard die op het gebied
van de financiële perspectieven genoemd.
Het gebruik van het begrip perspectieven is
wel wat verwarrend, want er blijkt weinig
perspectief in de ronduit alarmerende finan
ciële situatie te zitten.
De voor 1980 geraamde 109 min, bestemd
voor subsidies en andere uitgaven voor de
monumentenzorg, bleken uiteindelijk maar
106 min te zijn. Die 3 min minder be
schikbaar voor subsidies betekent in feite een
verlies van een veelvoud van dat bedrag om
dat die subsidie maar een gedeelte van het
totale restauratiebedrag uitmaakt. Daar
schrik je al van, maar, zo lezen wij, ook
werd duidelijk dat er voor deze post structu
reel ongeveer 25 min minder zal zijn na
1980. In de jaren 1981 t/m 1984 zal om deze
teruggang te compenseren 25 min uit de
werkgelegenheidspot worden uitgetrokken
voor monumentenzorg. Daarna echter zal
deze regeling komen te vervallen, lezen wij
verder.
Kortom het restauratiebudget holt achteruit.
Wat deze ontwikkeling in feite betekent re
kende de Nationale Contactcommissie voor
de Monumentenzorg (NCM) - de overkoe
pelende organisatie voor de in ons land
werkzame particuliere monumentenorgani
saties - Staatssecretaris H. A. de Boer voor
in een verontruste brief. Vanaf het Monu
mentenjaar-1975 kon voor restauratie en on
derhoud van monumenten een bedrag van
ongeveer 127 min besteed worden, omdat
het bovengenoemde werkverruimingsgeld,
dat nu als compensatie van de structurele
terugval van het budget gepresenteerd wordt,
toen bovenop het restauratiebudget van ruim
100 min kwam. Vanaf 1981 wordt het res
tauratiebudget dus gewoon 25 min lager en
na 1985 - als de bijdrage uit de werkgelegen
heidspot komt te vervallen - gaat daar nog
eens zo'n bedrag van af! De NCM schat dat
het restauratiebudget vanaf 1985 niet boven
de 80 min zal komen te liggen en dat
betekent dan, uitgaande van voor prijsstij
gingen gecorrigeerde bedragen, een terugval
tot het niveau van vóór de inwerkingtreding
van de Monumentenwet 20 jaar geleden.
Tegen deze achtergrond lijken de berichten,
eerst, dat er voor restauraties in 1982
2 min minder geraamd werd dan in 1981,
en later dat door de eind december aange
brachte nieuwe besnoeiingen de Staatssecre
taris een structurele bezuiniging van 5 min
wil gaan doorvoeren, in het niet te vallen.
Hoe moet dit gecompenseerd 'worden? In
ieder geval door het vinden van extra midde
len voor de vorig jaar van kracht geworden
onderhouds-subsidieregeling voor grote ge
bouwen zoals kerken, de categorie monu
menten die in dit nummer extra aandacht
krijgt. Bij het van kracht worden van deze
regeling is toegezegd, dat deze niet ten laste
van het bestaande (nou ja, bestaande) restau
ratiebudget zou komen. Kan de Staatssecre
taris zich tijdens de begrotingsdebatten niet
wat sterker maken voor monumentenzorg?
De enige conclusie die getrokken kan wor
den is, dat als het beleid niet wordt omgebo
gen dit fatale gevolgen zal hebben voor de
instandhouding van ons historisch milieu.
Dat, wat in de zestiger en zeventiger jaren
bereikt scheen, zal weer volledig verdwij
nen, constateert de NCM.
Naast het signaleren van de ernst van de
situatie wat betreft het restauratiebudget,
stelt deze organisatie, dat het algehele monu
mentenbeleid ook op andere terreinen ver
sterking behoeft en noemt een aantal punten,
zoals:
- het besteden van meer aandacht aan mo
numentenrestauratie in het kader van de
stadsvernieuwing
- het treffen van maatregelen voor het ver
beteren van het fiscale klimaat voor monu
menteigenaren;
- het bevorderen van een actief stimule
ringsbeleid door de rijksoverheid in de rich
ting van de lagere overheden.
Op deze manieren kunnen de mogelijkheden
om via andere wegen dan via het restauratie
budget het verval te stuiten beter worden
benut. Het stuiten van verval door herstel
van bestaande woonhuizen en andere voor
zieningen helpt bovendien de problematiek
van oude stads- en dorpscentra oplossen. Dit
wordt buiten de kring van monumentenzor-
gers nog altijd niet voldoende beseft.
De probleemsituatie waarin Monumenten
zorg terecht dreigt te komen en het feit dat
het regeringsbeleid op dit gebied nog altijd
niet de juiste prioriteiten legt, wordt in het
genoemde jaarverslag van de Rijksdienst uit
stekend verwoord:
'Het behoeft geen betoog, dat bij ongewij
zigd beleid de gevolgen hiervan (van het
sterk verminderde budget, j.b.-r.) voor de
monumentenzorg rampzalig zullen zijn. Bo
vendien is één en ander volstrekt onbegrijpe
lijk tegen de achtergrond van een regerings
beleid, waarin steunmaatregelen voor de
bouw, bestrijding van werkloosheid in het
algemeen en van jeugdwerkloosheid in het
bijzonder een dominerende plaats innemen.
Restauratie- en renovatiewerk is arbeidsin
tensief en veel jonge bouwvakkers blijken er
een grote belangstelling voor te hebben. Ge-