St. Josefkerk in Enschede gered 101 42 LANGDURIGE ACTIE DIE TOT 'VOORBEELDIGE' OPLOSSING LEIDDE Onlangs kwam de Stichting Behoud St. Josefkerk Enschede tot stand, met in het bestuur zowel leden van het parochiebestuur St. Josef als van de Stichting Vrienden van de St. Josefkerk. Laatstgenoemde stichting voerde jarenlang actie voor het behoud van deze kerk en bevond zich daarbij natuurlijk ook in het vaarwater van de kerkelijke organisatie, die in sloop de enige oplossing zag voor het probleem van de hoge onderhoudskosten, een sloop die op verschillende momenten zeer nabij was.Maar nu staat men samen pal voor het behoud van de 'Josef': vóór dat de winter inviel, zijn het dak en de beglazing van de kerk gerepareerd en is een nieuwe verwarming geïnstalleerd. De mis trekt weer veel belangstellenden. Elders in dit blad - interview met de heer G. van Hasselt, de voorzitter van de pas geleden opgerichte Vereniging van eigenaren van monumentale kerkgebouwen - komen pro blemen die samenhangen met het behoud en gebruik van deze zeer 'onrendabele' catego rie monumenten ter sprake. Onder het ker- kenbestand vormt het indrukwekkende aan tal neogotische exemplaren misschien wel de meest hulpbehoevende categorie. De trouwe lezer van ons blad ziet ze regelmatig - vaak in verwaarloosde staat - afgebeeld als weer de aandacht gevraagd moet worden voor het voortbestaan van één ervan. Vooral als deze veel onderhoud vragende gebouwen aan de eredienst onttrokken worden, wordt hun toe komst onzeker. Ook het voorkomen op de monumentenlijst helpt dan niet altijd, omdat er nauwelijks geld voor een restauratiesubsi die is. Zeker niet als niet duidelijk is of en hoe het gebouw verder gebruikt kan worden. De redding van de 'Josef' (1895) in Ensche de - zo leert de jongste geschiedenis van dit gebouw - heeft veel van het uithoudingsver mogen van de leden van de Stichting Vrien den van de Jozefkerk, die uiteindelijk een beslissende rol speelden, gevergd. De enige neogotische kerk in Twente, tevens de enige van dit type van architect Jos Cuy- pers (zoon van de grote Dr. P. J. H. Cuy- pers) was al die moeite meer dan waard. Deze kerk is nog volop voorzien van waarde volle neogotische en latere kunstwerken en beschikt over het grootste orgel van Twente. Van groot kunstzinnig belang zijn de ver schillende altaren van Friedrich Wilhelm Mengelberg te Utrecht, vervaardigd in 1897 (St. Josef en Maria) en 1908 (het oude hoofdaltaar*). Een interessant detail is de aanwezigheid op het Josefaltaar van St. Se- verus, de patroon van de wevers, die de band tussen de kerk en de arbeidende klasse aan geeft. De textielarbeiders hebben ongetwij feld het merendeel van de oorspronkelijke parochie uitgemaakt. Kortom een gebouw dat niet uit Enschede valt weg te denken, maar in eerste instantie zag het er verre van rooskleurig uit. Contacten onzerzijds met het gemeentebe stuur - dat ook niet wist hoe een oplossing voor dit gebouw gevonden moest worden - en onze pogingen in 1973 om de 'Josef' beschermd te krijgen leverden echter geen positieve resultaten op. Op de in 1974 door het Rijk - in overleg met het Bisdom opgestelde - aanvullende lijst van 'jonge' kerkgebouwen kreeg dit gebouw geen plaats. Het al of niet blijven functione ren voor de eredienst speelde daarbij ook een De 'Josef', onmisbaar in Enschede's stadsbeeld, foto: Bert Keiemen, Enschede. rol en het Bisdom wilde de Josef buiten ge bruik stellen. Vele kenners vonden dat deze kerk die be scherming wel verdiende, maar er moest nu eenmaal een keuze worden gemaakt en daar bij werd vooral gekeken welke gebouwen uit oogpunt van nationaal belang de voorkeur verdienen, en niet welk plaatselijk belang in het geding is. De latere poging (1976) van de inmiddels opgerichte Stichting Vrienden van de St. Josefkerk leidde dan ook niet tot de gewenste wettelijke bescherming door het Rijk, hoewel de provincie daar inmiddels ook achter stond. Overtuigd van hun gelijk, zetten de 'Vrienden' door en wisten velen uit de Enschedese bevolking warm te krijgen voor behoud. Maar omdat het bisdom in 1978 uit financiële overwegingen weer een sloopvergunning bij de gemeente aanvroeg, dreigde het echt mis te gaan. In onze brief, waarin we de Stichting steun den, schreven we dat een stad met 150.000 inwoners met maar een zeer beperkt aantal door het Rijk beschermde monumenten toch zelf moet kunnen zorgen dat al die gebouwen die net te 'licht' zijn of nog niet beschermd vanwege hun geringe ouderdom gehand haafd blijven. Enschede heeft maar weinig bebouwing die ouder is dan de 19de eeuw. De waarde van de historische structuur van de stad in samenhang met de aanwezige, karakteristieke bebouwing uit de vorige

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 18