Leerlingbouwplaats 41 bank van de Vereniging en kan ook dienen voor een toekomstige leidraad of subsidie scenario voor plaatselijke beheerders. KERKENIMPRES ARIA AT' Een ander facet van slagvaardige voorlich ting is voorts dit: Dankzij bemiddeling van onze Vereniging, die daarvoor - bijvoor beeld - een brochure uitbrengt, met adressen en gebruiksmogelijkheden, ook prijzen, zou den plaatselijke beheerders in contact kun nen worden gebracht met organisatoren van reizende tentoonstellingen, van congressen, muziekuitvoeringen en wat dies meer zij. Dit is een goede mogelijkheid, waardoor onze Vereniging een concrete bijdrage kan leve ren aan de intensivering van het lokale ge bruik.' gebouwen richten. GRENS VAN TOELAATBAARHEID Van Hasselt: 'Bijna iedereen is het erover eens dat een monumentaal kerkgebouw niet op willekeurig welke manier kan worden ge bruikt. Waar liggen de grenzen? Voorbeeld: in de Grote Kerk van Breda hanteert men de volgende criteria: 'mits de activiteiten geen politiek karakter dragen en niet aanstootge vend zijn'. Dat wordt plaatselijk verschillend ingevuld. Persoonlijk heb ik geen problemen met poli tieke activiteiten in de kerk. Als het plechti ge in het kerkgebouw er maar een beetje afgaat en kinderen er zich ook thuis gaan voelen. Teneinde het beheer een meer eigen tijdse armslag te geven, komt een stichtings- Ander gebruik - dansgroep in de Martinikerk. Ten aanzien van dat toekomstig gebruik, ook nevengebruik, somt Van Hasselt sectoren op, die kunnen bijdragen tot vermindering van de exploitatielasten, zoals: - de kerkelijke sector waar de wensen leven over allerlei vormen van kerkelijk en daar mee verwant gebruik. - de ruimtelijke sector in verband waarmee een stadsontmoetingsfunctie van het kerkge bouw voor de hand kan liggen. - de cultureel-historische sector die verband houdt met de monumentale waarde van het gebouw. - de recreatieve sector die kan verwijzen naar toeristische functies. - de sociaal-culturele sector die verband houdt met mogelijkheden waaronder alle an dere gebruikswensen vallen, zoals: wijkcen trum, informatiecentrum en hulpverlenings centrum. In het gesprek met deze voorzitter komt tel kens deze teneur naar voren: Pogen beheer ders bij te staan de vicieuze cirkel van be heersproblemen te doorbreken en te komen tot een landelijk steunpunt voor kerkbeheer. Om misverstand te voorkomen, de dienstver lening van het landelijk steunpunt zal zich zowel op binnenstadskerken als op dorpsker ken zoveel mogelijk op monumentale kerk vorm meer en meer in het beeld. Een motief daartoe is meestal dat na restauratie het ge bouw niet meer als kerk geëxploiteerd kan worden, althans niet volledig. Voor de Grote of St. Jacobskerk in Den Haag denkt men aan een stichting, evenals bij de kerk in Tiel en de Eusebiuskerk in Arnhem. Bij de Vere niging zijn thans stichtingen bekend met be trekking tot Pieterskerk, Leiden, Schip Mar tinikerk, Groningen, Nieuwe en Oude Kerk, Amsterdam en Breda. Het ontstaan van de Vereniging kan uit deze ontwikkeling gro tendeels worden verklaard'. NIET VOOR DOVEMANSOREN! Van Hasselt - samenvattend: 'Onze plannen zijn gebaseerd op een analyse van de be- heerssituatie en de mogelijkheden tot behoud van monumentale kerkgebouwen. Voor de juistheid van deze analyse kunnen wij één belangrijke waarborg geven, het feit, dat de ze het resultaat is van discussie met mensen uit allerlei kerkelijke en maatschappelijke sectoren. Het sterkste punt van de Vereni ging zou wel eens kunnen worden de bunde ling van zoveel verschillende stromingen in ons land. Al die kerkelijke en maatschappe lijke krachten zullen we hard nodig hebben in de strijd voor het behoud van onze kerkge bouwen. De Posthoorn heeft geklonken, la ten we hopen niet voor dovemansoren!' DRAAGVLAK VERGROTEN Het lijkt ons noodzakelijk om het maatschap pelijk draagvlak voor onze monumentale kerkgebouwen plaatselijk te vergroten. In het licht van een eventuele decentralisatie kan dat ook zijn nut hebben. Als er ooit een indeling in A en B-lijsten komt - wat wij vooralsnog ten aanzien van monumentale kerkgebouwen niet verwachten en niet wen sen - is voor ons daarbij uiteindelijk de vraag: wat voor effect heeft die indeling op de voorwaarden van het gebruik. Het zit er dik in dat voor het kerkbeheer decentralisatie geen voordelige zaak is. Het gevaar bestaat dat het rijk zich dan ont trekt juist aan die taken die in de toekomst meer aandacht van het rijk verdienen. Ik zou het onjuist vinden als bepaalde monumentale kerkgebouwen die nu wel voor onderhouds- subsidie in aanmerking komen straks buiten de boot zouden vallen. Het restauratiebeleid moet worden omgebogen naar een instand- houdingsbeleid dat aansluit bij de behoeften uit de praktijk van het kerkbeheer. Dat is veel belangrijker dan een indeling in A en B- monumenten.' De Vereniging geeft een bescheiden infor matiebulletin uit, beschikt over een gedocu menteerd verslag van een symposium, ge houden in september 1980 in de Groningse Martinikerk, in feite de geboortegrond van de Vereniging. Deze hervormde kerk heeft voor wat betreft inventief beheer reeds ge schiedenis geschreven. Inlichtingen verstrekt de heer P. L. de Vrie- ze, secretaris van de Vereniging, adres Kruitgracht 13, 9711 VL Groningen tel. 050-130847 Waarnemer Naar aanleiding van het vraaggesprek in het decembernummer van Heemschut 'Leer lingbouwplaats op restauratieprojekten', een initiatief van de Stichting Vakgroep Res tauratie, willen wij volledigheidshalve de elf aannemers noemen die deel uitmaken van de Stichting: Nico de Bont en Zn. bv, Nieuwkuyk. Firma Gebr. den Hoed en Zonen, Bergam bacht. Holleman en Zonen bv., Santpoort. Hulshof bv., Steenderen. Huurman bv., Delft. H. J. Jurriëns bv., Utrecht. Vic Laudy bv., Sittard. Schakel en Schrale bv., Zeist. Van der Sluijs en van Dijk bv., Hardinxveld- Giessendam. Izaak Woudenberg en Zonen bv., Rhenen. Koninklijk Aannemersbedrijf Woudenberg- Ameide bv. Tevens valt te vermelden, dat drie van de vier foto's bij het artikel zijn gemaakt op de leerlingbouwplaats 'Het Uilenburg' in 's- Hertogenbosch, van het Aannemersbedrijf Nico de Bont en Zn. in Nieuwkuyk. W.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 17