ntomynSH Z orgen om eenMt i .jjy -j-jgj 19 den zonder dat iemand hen daarin lastig mocht vallen. Behalve uit Wageningen von den Joden uit Arnhem (tot 1755), Bemmel, Ede, Veenendaal (tot 1900), Rhenen, Wijk bij Duurstede, Opheusden, Lienden en As- peren hier hun laatste rustplaats. Aanvankelijk was het terrein niet omheind, zodat mensen en dieren vrije toegang had den. Om aan deze situatie een einde te ma ken kreeg het bestuur van de Joodse gemeen- te (de kille) in 1760 de grond in erfpacht. De erfpacht werd in 1906 afgekocht. Voor 325,- werd de kille eigenares van het ter rein met het reinigingshuisje. Voorwaarde was, dat, na gebruik van de 7 nog aanwezige ruimten, de begraafplaats gesloten zou wor den. Dat gebeurde in 1929. De nieuwe, naast de Algemene begraafplaats aangelegd, werd in 1913 in gebruik genomen. Het is haast wel zeker dat vermoedelijk in het begin van de 19de eeuw het terrein, toen het vol was, opgehoogd is. De in 1897 in Wageningen geboren en getogen secretaris penningmeester van de huidige kille had dit vroeger wel horen vertellen. Zowel zijn va der als grootvader maakten deel uit van het bestuur. Na 1945 werd weinig aan het onderhoud gedaan. Nakomelingen van de gestorvenen waren er nauwelijks als gevolg van de gru welijke oorlogsjaren 1940/1945. De kille van thans - 14 zielen - kan de kosten voor dit onderhoud niet opbrengen. De gemeente Wageningen nam de zorg hiervan op zich, d.w.z. dat van tijd tot tijd het aldaar gedepo neerde vuilnis en wellicht ook brokken graf- De sjofar of ramshoorn op de steen duidt aan dat de begraven man tijdens bepaalde sjoeldiensten op dit instrument blies. Foto's van C. G. Steenbergen (I.) en H. van Aggelen (II.), Wageningen I-I steen verwijderd werden. Zij kon niet ver hinderen, dat een aantal stenen braken, om vielen enz. In 1973 vond een grote schoon maakbeurt plaats, waarbij nog al drastisch struiken en bomen werden gerooid. Het aan wezige gras werd met een sterk middel dood gespoten. Het resultaat was een wat trooste loze zandvlakte met stenen. RESTAURATIEPLAN Als gevolg van een bezoek van de heer E. Keizer, opzichter van de Joodse begraaf plaatsen van het Nederl. Israëlitisch Kerkge nootschap (NIK), met een bestuurslid van de kille aan de betreffende instantie van de ge meente Wageningen in april 1978 werd door genoemd bestuur een verzoek om subsidie voor herstel ingediend bij CRM. Het ant woord was afwijzend; de motivatie teleur stellend. 'Ik acht deze (werkzaamheden) te behoren tot het normale onderhoud, waar voor binnen het kader van de thans vigerende subsidierichtlijnen geen subsidie mogelijk is'. In de eerste helft van 1979 werd door de dienst gemeentewerken toch een restauratie plan opgemaakt, voor het herstel van circa 60 zerken, het hekwerk en de funderingen (in 1874 aangebracht), het snoeien van de beplantingen enz., totaal begroot op 79.250,-. De secretarisdeskundige van de Gelderse monumentencommissie was bij het overleg nauw betrokken. Een tweede verzoek om subsidie dat begin 1980 werd ingediend door de Permanente Commissie tot Algemene Zaken van het NIK te Amsterdam kreeg een antwoord van CRM van gelijke strekking als boven vermeld. De monumentencommissie van de gemeente Wageningen vond vooral de motivering ne gatief, zo niet teleurstellend. De secretaris- deskundige van de Gelderse monumenten commissie richtte zich vervolgens tot de Staatssecretaris van CRM, waarin hij o.m. schreef: 'Van deze kleine gemeenschap kan ons inziens moeilijk worden gevraagd deze oudste plattelandsbegraafplaats (1668) te restaureren, nog minder echter worden ver weten na de oorlog ten aanzien van het on derhoud in gebreke te zijn gebleven. Of schoon we de grote offers die de Joodse Gemeenschap in de laatste oorlog heeft moe ten brengen niet tot inzet van dit pleidooi willen maken, mag toch niet worden ontkend dat deze thans gedecimeerde bevolkings groep bij voorkeur recht heeft op onze steun in deze'. Voorwaar een warm pleidooi! Wederom kwam een negatief antwoord van de Staatssecretaris binnen, waarbij hij schreef dat hij zich bij de beoordeling van deze subsidieaanvraag voornamelijk diende te baseren op de technische aspecten van deze aanvraag! Gelukkig kunnen we eindigen met een posi tief bericht. In Gelderland is een inventarisa tie gemaakt van alle in deze provincie gele gen Joodse begraafplaatsen. Het is niet on mogelijk dat de Rijksdienst voor Monumen tenzorg hiervoor een vast bedrag voor onder houd ter beschikking stelt. Wij hopen dat de belangrijke Wageningse begraafplaats als eerste hiervoor in aanmerking komt. A. G. Steenbergen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 19