Brltish Columbia
koploper Canadese
monumentenzorg
Si lil ld
15
Canada is een jonge natie, pas ruim een
eeuw geleden gesticht. Mensen wonen er,
voor zover bekend, al meer dan 15.000 jaar.
Europeanen arriveerden hier - alweer: voor
zo ver nu bekend - voor het eerst in de
zestiende eeuw. Jacques Cartier, een Franse
ontdekkingsreiziger, die in 1534 uit Saint
Malo was weggezeild om een nieuwe weg
naar de Oriënt te vinden, wordt beschouwd
als de eerste.
De meest westelijke van de tien provincies
waaruit Canada bestaat is British Columbia,
met de hoofdstad Victoria en belangrijkste
haven en grootste stad Vancouver.
Die ene provincie is ruim zo groot als de
Benelux, Frankrijk en de Bondsrepubliek sa
men. In Canada is - stellig mee als gevolg
van nostalgische gevoelens die ook de Euro
peanen onzer jaren niet onbekend zijn - de
laatste jaren de belangstelling voor het cultu
reel erfgoed sterk gegroeid. En met name in
British Columbia wordt er aan het verwerven
door de staat, en vervolgens aan het restaure
ren, meer gedaan dan men wellicht zou ver
wachten in een zo jong land. Natuurlijk:
monumenten van bouwkunst van een zo ho-
Barkersvilie: Hoofdstraat
ge ouderdom als in Europa normaal is, vindt
men hier niet. De Indianen, nomadenstam
men, hebben op dat gebied niets nagelaten.
(Wel rotstekeningen enz.). Typische gebou
wen die een halve eeuw oud zijn kunnen in
Nederland nét onder de werking van de Mo
numentenwet komen. In Canada echter is
een gebouw van een halve eeuw knap oud.
Wanneer hieronder verder uitsluitend wordt
geschreven over de monumenten van British
Columbia, wil dat niet zeggen dat er in de
andere negen provincies van Canada geen
zouden zijn of dat daar niets aan bescher
ming zou worden gedaan. Alleen: van een zo
immens land (7000 km van Oost naar West)
kan men niet alles beschrijven en bovendien
is British Columbia op het gebied van monu
mentenzorg de koploopster onder de Cana
dese provincies.
BARKERVILLE
Zij is dat nog maar kort. In feite sinds 1958,
als onderdeel van het honderdjarig bestaan
van de provincie.
In dat jaar werd een begin gemaakt met de
restauratie van, naar mijn mening, wel het
boeiendste monument-op-grote-schaal in dit
land: het stadje Barkerville. Een stad die aan
de benedenloop van de indrukwekkende Fra-
ser River is ontstaan twee jaren nadat hier in
de buurt goud werd ontdekt. Goud, een to
verwoord dat tienduizenden mensen van
heinde en verre aantrok. De 'goldrush' leid
de in dit gebied tot aanleg van wegen, boer
derijen, steden.
Barkerville werd de belangrijkste stad van
dit gebied. Geheel uit hout opgetrokken. 'De
grootste stad ten westen van Chicago en ten
noorden van San Francisco', pochten de in
woners - en inderdaad: meer dan 20.000
inwoners waren er toen de stad op 16 sep
tember 1868 in brand vloog en nagenoeg
werd vernietigd.
Herbouw begon direct, maar het hoogtepunt
van de Goldrush in dit gebied was al voorbij
en de stad begon leeg te lopen.
Dat is met veel stadjes in Canada het geval
geweest (ik noem er straks nog een paar),
maar het merkwaardige van Barkerville is
dat het als 'dode stad' redelijk bewaard
bleef. Er ontstond verval, natuurlijk, maar er
was toch nog voldoende over - en voldoende
betrouwbaar te reconstrueren - om in 1959
aan een groots opgezette restauratie van de
gehele stad te beginnen. De stad en haar
omgeving werden tot Provinciaal historisch
park verklaard en het werk begon. Vorig jaar
is er weer vijf miljoen dollar door het bestuur
van British Columbia uitgetrokken om het
Barkerville Restoration Program tot een
'versnelde ontwikkeling' te brengen.
Dat is een ontwikkeling die in de komende
Vrijmetselaarstempel (rechts)
jaren van het inmiddels voor een zeer groot
gedeelte gerestaureerde stadje een levend
openluchtmuseum moet maken. Men pro
beert er niet alleen alle oude gebouwen in de
stad (saloons, hotels, werkplaatsen van am
bachtslieden, praktijkruimten van artsen en
tandartsen, winkels, magazijnen, dagbladre
dactie, stallen, een bordeel) na het herstel dat
grotendeels gereed is in goede staat te hou
den, men probeert er bovendien het 'leven
van toen' in terug te brengen. Met name in
de zomermaanden zijn heel wat winkels geo
pend en men wordt er bediend door perso
neel dat uitgedost is als omstreeks het mid
den van de vorige eeuw, en waar dat onmo
gelijk is (in de praktijkruimte van de tand
arts, in de scheerwinkel enz.) staan levens
grote poppen aanschouwelijk onderricht te
geven. Het is allemaal heel mooi en zorgvul
dig gedaan, misschien in de ogen van meni
ge Europeaan een tikje kinderlijk, Disney-
land-achtig, maar het is behalve mooi en
zeer verzorgd toch ook wel bijzonder in
structief.
En het is een genot te wandelen langs de
magazijnen van de Chinese handelaar Wa
Lee, te kijken in de scheersalon van Welling
ton Moses, de oude drukpersen te zien in het
gebouw waar eens de krant Cariboo Sentinel
werd vervaardigd, of in Denny's Saloon een
slokje te nemen.
Barkerville werd gedurende de Goldrush be
reikbaar gemaakt van de kust af door de
aanleg van een weg waarop - met moeite, en