I
11
samenhangende - hoofdthema's:
1. Het rijksbeleid inzake monumentenres
tauratie is ten onrechte onder de invloed ge
raakt van een doctrinaire restauratie-opvat
ting die gekenmerkt wordt door het streven
alle bouwsporen - ongeacht hun architecto
nische kwaliteit - te willen handhaven en
door het verwerpen van herbouwplannen van
gesloopte huizen of onderdelen daarvan met
behulp van historische gegevens.
2. De overheid verdeelt haar budget ten be
hoeve van restauraties op een onjuiste wijze:
er vloeit, relatief gezien, teveel geld naar
restauraties van enkele grote objecten, zodat
voor het herstel van woonbuurten weinig
middelen meer over zijn.
3. Het onderhoud van monumenten zou ver
beterd moeten worden door het ontwerpen
schappelijk draagvlak verkleind wordt en zij
geen rol van betekenis kan vervullen in de
nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de
stadsvernieuwing.
6. De Rijksdienst laat aanvragers van ver
gunningen ex artikel 14 en van subsidies
vaak te lang in onzekerheid, hetgeen een
negatieve invloed heeft op de voortgang en
beheersbaarheid van de werkzaamheden.
In hoofdstuk III 'Uitgangspunten bij de be
oordeling van restauratieplannenwordt een
uiteenzetting gegeven over de wezenlijke
waarde van een monument zoals de rijks
commissie die ziet en die de overheid haars
inziens dient te beschermen, dus waaruit de
'opdracht' hoe de restauratie dient te ge
schieden vanzelf voortvloeit. Wij zijn van
'Gedurende de laatste decennia is het aantal
restauraties sterk gestegen. Monumenten
zijn meer in de belangstelling gekomen en de
restauratie ervan werd bevorderd door van
overheidswege verstrekte subsidies.
Omdat de beschikbare subsidiegelden vooral
vloeiden naar de meest verwaarloosde ge
bouwen, die alleen nog gered konden wor
den door een totale restauratie, en minder in
de vorm van onderhoudssubsidies naar de
gebouwen die niet direct gevaar liepen, is bij
vele monumentbezitters de neiging ontstaan
de noodzakelijke onderhoudswerkzaamhe
den op te schorten in afwachting van de
subsidie voor een totale restauratie. Gedu
rende elke totale restauratie worden allerlei
bouwsporen ontdekt die licht kunnen werpen
op een vroegere toestand van het gebouw.
Prinseneiland 75, Amsterdam, verantwoorde
reconstructie. De bebouwing van het
Prinseneiland bestaat voor een groot deel uit
monumentale pakhuizen, alle uit dezelfde
periode, een stedebouwkundige contekst die deze
reconstructie 'dicteert'.
van een subsidie-regeling, door een strenge
re toepassing van de wetsartikelen die aan
tasting van beschermde monumenten verbie
den en door te lagere overheden te activeren
tot een eigen beleid op dit gebied.
4. De Rijksdienst voor de monumentenzorg
treedt bureaucratisch en dirigistisch op bij
de behandeling van restauratie- of verbou-
wingsaanvragen. Het gevolg hiervan is een
toenemende onvrede met het rijksmonumen-
tenbeleid bij eigenaars van monumenten en
bij restauratie-architecten, wier inbreng en
creativiteit onderdrukt worden.
5. De monumentenzorg isoleert zichzelf als
een elitaire groep, waardoor haar maat-
mening dit uitvoerige hoofdstuk het beste
weer te geven door het opnemen van enige
representatieve passages met summier com
mentaar:
'De procedure van de beoordeling van res
tauratie-plannen is vrij duidelijk, het princi
piële uitgangspunt (of het ontbreken daar
van) lang niet altijd. Maar de algemene lijn
is toch conserverend herstel, consolideren en
alleen verrichten wat nodig is voor de in
standhouding, stopzetting van degradatie,
voor de revalidatie en de gebruiksbestem-
ming. Dit streven botst echter niet zelden
met naar reconstructie, vrije individuele cre
atie, toepassing van een toevallige architec
tuurtheorie en -interpretatie en naar wijzi
ging van méér dan voor de bestemming
noodzakelijk, uitgaande verlangens van op
drachtgever en/of particulier architect en
aannemer.'
Gecombineerd met geschiedkundige bron
nen en oude afbeeldingen, doen deze vond
sten bij de eigenaar en zijn restauratie-archi
tect soms de wens ontstaan die vroegere toe
stand te reconstrueren.
Na afloop van de restauratie is dan een ge
bouw tot stand gekomen dat in essentie af
wijkt van de toestand waarin zich het ge
bouw vóór de restauratie bevond. Het be
schermde monument werd vervangen door
een gebouw dat een beeld tracht op te roepen
van een oudere situatie. Het nieuwe gebouw
is tot stand gekomen nadat de overblijfselen
uit een periode van een zogenaamde culture
le armoede - de jongere geschiedenis meest
al - eruit verwijderd zijn en nadat de herin
neringen aan perioden van zogenaamde cul
turele bloei erin versterkt of eraan opgedron
gen zijn. Dit soort restauraties, meestal
voortgekomen uit een grote belangstelling
voor het verleden, komt gemakkelijk in con-